QHet papierformaat instellen
YDe papiersoort instellen
UDe pagina-indeling instellen
Randen
Op de afdruk is een witte rand zichtbaar rondom de opname.
De afdruk heeft geen witte randen. Als uw printer niet kan afdrukken
Randloos
zonder randen, wordt de afbeelding met randen afgedrukt.
De opnamegegevens* worden bij afdrukken van het formaat
Randenc
9x13 cm en groter afgedrukt langs de rand van het papier.
xx-plus
Optie om 2, 4, 8, 9, 16 of 20 opnamen op één vel af te drukken.
Op papier van A4- of Letter-formaat worden 20 of 35
miniatuurafbeeldingen van de opnamen afgedrukt via DPOF.
• Bij [20-plusc] worden de opnamegegevens* afgedrukt naast
20-plusc
elke miniatuurafbeelding en worden het bestandsnummer en de
35-plusp
datum** afgedrukt onder elke miniatuurafbeelding.
• Bij [35-plus p] worden het bestandsnummer en de datum**
afgedrukt onder de miniatuurafbeeldingen.
Standaard
Met een Canon-printer wordt de opname zonder randen afgedrukt.
* Van de Exif-gegevens worden de cameranaam, lensnaam, opnamemodus, sluitertijd, het
diafragma, de mate van belichtingscompensatie, ISO-waarde, witbalans, enz. afgedrukt.
** Dit hangt af van de instelling van de optie voor het afdrukken van datum/bestandsnummer <I> die is ingesteld bij stap 5 (pag. 139).
Draai aan het instelwiel <5> om het
papierformaat te selecteren dat in de
printer is geplaatst en druk op <0>.
Het scherm met papiersoorten wordt weergegeven.
Draai aan het instelwiel <5> om de
papiersoort te selecteren die in de printer
is geplaatst en druk vervolgens op <0>.
Als u een Canon-printer gebruikt met Canon-papier, dient u
de instructiehandleiding bij de printer te raadplegen om te
controleren welke papiersoorten kunnen worden gebruikt.
Het scherm voor de pagina-indeling wordt weergegeven.
Draai aan het instelwiel <5> om de pagina-
indeling te selecteren en druk vervolgens op <0>.
Het scherm met afdrukinstellingen
verschijnt weer.
wAfdrukken
137