j De zelfontspanner
Gebruik de zelfontspanner wanneer u zelf op de foto wilt. De <j>
(zelfontspanner (10 sec.) ) kan in alle opnamemodi worden gebruikt.
Zorg ervoor dat u niet vóór de camera staat als u de ontspanknop indrukt om de
zelfontspanner in werking te stellen. Anders gaat de scherpstelling verloren.
Gebruik een statief als u de zelfontspanner gebruikt.
Wanneer u de zelfontspanner wilt inschakelen, kijkt u door de zoeker of
bevestigt u de oculairdop. (pag. 97)
Als u de zelfontspanner wilt uitschakelen nadat u deze in werking hebt
gesteld, zet u de aan-uitschakelaar op <2>.
Als u met de zelfontspanner een foto van uzelf maakt, vergrendelt u de scherpstelling (pag. 48) op
een onderwerp dat zich ongeveer op dezelfde afstand bevindt als u op het moment van de opname.
De zelfontspanner op 2 seconden zetten is handig als u close-ups of foto's
van foto's wilt maken, omdat u op die manier bewegingsonscherpte
vermijdt (beweging van de camera bij het indrukken van de ontspanknop).
82
Druk op de knop <o>.
1
Selecteer <j> of <l>.
2
Kijk op het LCD-paneel en draai het instelwiel
<5> om <j> of <l> te selecteren.
j : zelfontspanner (10 sec.)
l : zelfontspanner (2 sec.) N
Maak de opname.
3
Stel scherp op het onderwerp en druk
de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt na het
verstrijken van de vertraging.
U kunt de zelfontspanner in de gaten
houden door middel van het bijbehorende
lampje, de pieptoon en de aftelweergave
(in seconden) op het LCD-paneel.
Twee seconden voordat de opname wordt
gemaakt, blijft het lampje van de zelfontspanner
branden en klinkt de pieptoon sneller.
9
(
)