Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Veiligheidsaanwijzingen; Elektromagnetische Compatibiliteit - Lowenstein Medical LUISA Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor LUISA:
Inhoudsopgave

Advertenties

2 Veiligheid
2 Veiligheid

2.1 Veiligheidsaanwijzingen

2.1.1 Omgang met het apparaat, de
componenten en de accessoires
Wanneer het apparaat is beschadigd of de functie
ervan beperkt is, kunnen personen letsel oplopen.
 Apparaat en componenten alleen gebruiken
wanneer er geen uiterlijke beschadigingen te zien
zijn.
 Met regelmatige tussenpozen een functiecontrole
uitvoeren
(zie "6.2 Functiecontrole", pagina
 Het apparaat alleen in de voorgeschreven
omgevingsomstandigheden laten werken,
opslaan
en transporteren
(zie "9 Technische gegevens",
pagina
34).
 Apparaat niet gebruiken als de automatische
werkingstest foutmeldingen afgeeft.
 Altijd een alternatief beademingshulpmiddel
gereed houden om een levensbedreigende
situatie te voorkomen als het apparaat uitvalt.
 Kleine onderdelen die kunnen worden ingeademd
of ingeslikt, vooral buiten bereik van kleine
kinderen houden.
 Gebruik het apparaat niet in een MRI-omgeving of
een hyperbare kamer.
 Artikelen voor eenmalig gebruik niet opnieuw
gebruiken. Artikelen voor eenmalig gebruik
kunnen zijn gecontamineerd en/of in hun werking
zijn beperkt.
 Geen anesthesiegassen gebruiken of toevoeren.
 Volume van de alarmsignalen zo instellen, dat het
alarmsignaal wordt gehoord.
 Ademslangen met een binnendiameter van 10 mm
alleen gebruiken bij patiënten met een tidal
volume <50 ml.
 Lekkages aan ademmasker of ademslang
verhelpen.
Bij onbedoelde lekkages wijken de aangegeven
waarden voor volume en uitgeademde CO
de werkelijke waarden van de patiënt.
 Gebruik alleen accessoires van de fabrikant.
 Geen antistatische of elektrisch geleidende
slangen gebruiken.
 De nauwkeurigheid van het apparaat kan door het
via een pneumatische vernevelaar toegevoerde
gas worden verminderd.
 Ademsysteemfilter regelmatig controleren op
verhoogde weerstand en blokkades. Verneveling
of bevochtiging kunnen de weerstand van
ademsysteemfilters verhogen en daardoor de
afgifte van de therapeutische druk veranderen.
Om een verhoogde weerstand en blokkering te
voorkomen moet het ademsysteemfilter vaker
worden vervangen.
 Plaats externe ademluchtbevochtigers lager dan
het apparaat en de patiëntenaansluiting. Water in
het apparaat kan het apparaat beschadigen of de
patiënt letsel toebrengen.
2.1.2 Elektromagnetische
compatibiliteit
Voor het apparaat gelden speciale
voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de EMC
(elektromagnetische compatibiliteit). Indien deze niet
in acht worden genomen, kan er een storing van het
apparaat optreden en kunnen personen letsel
oplopen.
21).
 Draagbare hoogfrequente
communicatieapparaten (bijv. draadloze
appararen en mobiele telefoons) inclusief de
accessoires ervan, zoals antennekabels en externe
antennes, moeten minstens met een afstand van
30 cm tot het apparaat en de kabels ervan worden
gebruikt.
 Apparaat niet in de buurt van actieve inrichtingen
van de hoogfrequente chirurgie gebruiken.
 Laat het apparaat binnen de voor dit apparaat
voorgeschreven EMC-omgeving werken
Elektromagnetische immuniteit", pagina 42)
een beïnvloeding van de wezenlijke
prestatiekenmerken, zoals de beïnvloeding van
beademingsparameters, als gevolg
elektromagnetische storingen te voorkomen.
 Gebruik het apparaat niet wanneer de behuizing,
de kabels of andere inrichtingen voor de
elektromagnetische afscherming zijn beschadigd.
 Het gebruik van externe accessoires, externe
omzetters en externe kabels kan verhoogde
elektromagnetische emissie of een verminderde
elektromagnetische immuniteit van het apparaat
tot gevolg hebben en tot een foutieve werking
leiden. Gebruik alleen leidingen van de fabrikant.
 Laat het apparaat niet direct naast andere
apparaten of in gestapelde vorm werken. Anders
kunnen er storingen ontstaan. Indien de werking
direct naast andere apparaten of in gestapelde
vorm nodig is, observeer dan alle apparaten om er
af van
2
voor te zorgen dat alle apparaten correct werken.
2.1.3 Energievoorziening
Als het apparaat buiten de voorgeschreven
energievoorziening wordt gebruikt, kunnen personen
letsel oplopen, kan het apparaat beschadigd raken of
kan de prestatie van het apparaat worden verminderd.
 De netadapter alleen met spanningen
van 100 V tot 240 V gebruiken.
 Voor werking op spanningen van 12 V
en 24 V DC-kabel LMT 31597 gebruiken.
 Toegang tot netstekker en netvoeding te allen
tijde vrij houden.
(zie "10.4
om
|
NL
5

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Lmt150td

Inhoudsopgave