Training
Uw ANT+-sensor koppelen
Als op de Forerunner geen hartslag- of
voetsensorgegevens worden weergegeven,
dient u het accessoire mogelijk aan de
Forerunner te koppelen. Koppelen is
het verbinden van draadloze ANT+
sensoren, bijvoorbeeld het verbinden van
uw voetsensor met een Forerunner. Na de
eerste keer koppelen zal uw Forerunner uw
voetsensor automatisch herkennen, telkens
wanneer deze wordt geactiveerd.
Voordat u kunt koppelen, dient u de
hartslagmeter om te doen of de voetsensor
te plaatsen. Raadpleeg de instructies die
zijn meegeleverd met het accessoire of
raadpleeg de Forerunner 210 snelstartgids.
• Plaats de Forerunner binnen het bereik
(3 meter) van het accessoire.
Zorg ervoor dat u minstens tien meter
bij andere ANT+-sensors vandaan bent
tijdens het koppelen.
6
• Als
menu ingedrukt, selecteer menu en
selecteer vervolgens HS-meter > Aan.
• Als
druk dan op page om de hartslagpagina
™
weer te geven.
De Forerunner zoekt gedurende
30 seconden naar uw hartslagsignaal.
• Als
menu ingedrukt, selecteer menu en
selecteer vervolgens Voetsensor > Aan.
• Als
of de voetsensor juist is geplaatst
en loopt u rond om de voetsensor te
activeren.
• Als het nog steeds niet lukt om het
accessoire te koppelen, vervangt
u de batterij van het accessoire
pagina 19–20.
Wanneer het accessoire is gekoppeld,
verschijnt er een bericht en knippert
of
Forerunner 210 gebruikershandleiding
is uitgeschakeld, houd dan
op de timerpagina knippert,
is uitgeschakeld, houd dan
knippert, dient u te controleren
niet meer op het scherm.