[ ] Helderheid
z
Pas de helderheid van de opname aan.
[ ] Contrast
z
Pas het contrast aan.
[ ] Verzadiging
z
Pas de levendigheid van kleuren aan.
[
] Kleurtoon 1
z
Pas de kleurtoon voor amber/blauw aan.
[
] Kleurtoon 2
z
Pas de kleurtoon voor groen/magenta aan.
[
] Monochroom
z
Stel het toningeffect voor monochroomopnamen in. Selecteer de
instelling [Uit] om in kleur op te nemen. [Verzadiging], [Kleurtoon
1] en [Kleurtoon 2] zijn alleen beschikbaar als u de optie [Uit] hebt
geselecteerd.
[Achtergrond wazig] is niet beschikbaar als de flitser wordt gebruikt.
z
Deze instellingen worden opnieuw ingesteld wanneer u van opnamemodus
z
wisselt of de aan-uitschakelaar op <2> instelt. Wilt u de instellingen opslaan,
stel dan [z: Geg. Creatieve hulp behoud.] in op [Inschakelen].
Effecten opslaan
Als u de huidige instelling op de camera wilt opslaan, drukt u op de knop
< B > op het instelscherm voor Creatieve hulp en selecteert u vervolgens
[OK]. U kunt maximaal drie voorinstellingen opslaan als [USER*]. Hierna
moet u een bestaande [USER*] overschrijven om een nieuwe te kunnen
opslaan.
Automatisch/scène/Hybride automatisch (Volautomatisch)
77