Creatieve hulp
U kunt RAW-opnamen verwerken door uw voorkeurseffecten toe te passen
en deze op te slaan als JPEG-bestanden.
1
Selecteer [3: Creatieve hulp].
2
Selecteer een beeld.
Gebruik de toetsen < Y > en < Z > om
z
te verwerken opnamen te selecteren en
druk vervolgens op < 0 >.
3
Selecteer een effectniveau.
Gebruik de pijltjestoetsen < Y > < Z > om
z
het effect te selecteren.
Door [Voorinstelling] te selecteren en
z
op < 0 > te drukken, kunt u [VIVID],
[SOFT] of andere vooraf ingestelde
effecten kiezen. [AUTO1], [AUTO2]
en [AUTO3] zijn effecten die worden
aanbevolen door de camera op basis
van de opnamecriteria.
347