Sluitersynchronisatie
z
Gewoonlijk stelt u deze optie in op [Synchronisatie 1e gordijn] zodat
direct na de belichting wordt geflitst.
Stel deze optie in op [Synchronisatie 2e gordijn] en gebruik lange
sluitertijden voor natuurlijk lijkende beelden van bewegingssporen van het
onderwerp, zoals autokoplampen.
Stel deze optie in op [Hogesnelheidssynchronisatie] voor flitsfotografie
met kortere sluitertijden dan de minimale sluitertijd bij flitssynchronisatie.
Dit is handig als u opnamen wilt maken met een open diafragma in de
modus < f > om bijvoorbeeld overdag bij daglicht de achtergrond achter
onderwerpen te vervagen.
Stel bij het gebruik van 2e-gordijnsynchronisatie de sluitertijd in op 1/80
z
seconde of langer. Als de sluitertijd 1/100 sec. of korter is, wordt automatisch
synchronisatie van het eerste gordijn toegepast, zelfs als [Synchronisatie 2e
gordijn] is ingesteld.
Flitsbelichtingscompensatie
z
Als flitsbelichtingscompensatie op de Speedlite is ingesteld, kunt u de
z
flitsbelichtingscompensatie niet op de camera instellen. Houd er rekening mee
dat de instelling van de Speedlite voorrang heeft op die van de camera als
deze tegelijk worden ingesteld.
Net zoals de belichtingscompensatie kan
worden ingesteld, kunt u ook de flitssterkte
van externe Speedlites wijzigen.
Flitsfunctie-instellingen
297