Aangepaste opnamemodi (C1/C2)
U kunt de huidige camera-instellingen, zoals instellingen voor opnemen,
menu en aangepaste opnamefuncties, vastleggen door ze toe te wijzen aan
aangepaste opnamemodi.
Automatisch bijwerken van opgeslagen instellingen
Als u een instelling wijzigt tijdens het maken van opnamen in de aangepaste
opnamemodus, kan de modus automatisch worden bijgewerkt met de
nieuwe instelling (Automatisch bijwerken). Om dit automatisch bijwerken in
te schakelen, stelt u [Inst. aut. bijw.] in op [Inschak.] bij stap 2.
Opgeslagen aangepaste opnamemodi annuleren
Als u in stap 2 [Wis instellingen] selecteert, worden de instellingen
van de respectieve modi teruggezet op de standaardinstellingen zonder
vastgelegde aangepaste opnamemodi.
U kunt opname- en menu-instellingen ook veranderen in de Aangepaste
z
opnamemodi.
1
Selecteer [5: Aangep.
opnamemodus (C1, C2)].
2
Selecteer [Registreer instellingen].
3
Leg de gewenste items vast.
Selecteer in het scherm [Registreer
z
instellingen] de optie [Aangepaste
opnamemodus: C*] en druk vervolgens
op < 0 >.
Selecteer [OK] in het scherm
z
[Aangepaste opnamemodus: C*].
De huidige camera-instellingen
worden vastgelegd in de Aangepaste
opnamemodus C*.
M
519