Een beeldstijl vastleggen
Als onder [Gebruiker *] al een beeldstijl is vastgelegd, worden de
z
parameterinstellingen van de eerder vastgelegde beeldstijl die door de
gebruiker is aangepast, gewist wanneer u de basisbeeldstijl wijzigt.
Selecteer [Basis instell.] in [ 5 : Camera resetten] ( = 520) als u alle
z
instellingen voor [Gebruiker *] naar de standaardinstellingen wilt resetten.
Om opnamen te maken met een vastgelegde beeldstijl, selecteert u de
z
vastgelegde beeldstijl [Gebruiker *]. Maak vervolgens de opname.
Raadpleeg de instructiehandleiding van EOS Utility instructiehandleiding voor
z
de procedure voor het registreren van een beeldstijlbestand op de camera.
170
5
Selecteer een item.
6
Stel het effectniveau in.
Zie "Een beeldstijl aanpassen" ( = 166)
z
voor meer informatie.
Druk op de knop <M> om de
z
aangepaste instellingen op te slaan en
terug te keren naar het keuzescherm
Beeldstijl.
De basisbeeldstijl ziet u rechts naast
[Gebruiker *].
Blauwe stijlnamen geven aan dat u de
standaardwaarden van instellingen hebt
gewijzigd.