AF-werking
U kunt selecteren met welke eigenschappen AF werkt, om bij de
opnameomstandigheden en het onderwerp te passen.
Als niet kan worden scherpgesteld, wordt het AF-punt oranje. In dit geval kan
z
er geen opname worden gemaakt, ook al drukt u de ontspanknop helemaal
in. Maak een nieuwe beeldcompositie en probeer opnieuw scherp te stellen.
Of zie "Opnameomstandigheden waarin moeilijk kan worden scherpgesteld"
( = 208).
1
Selecteer [z: AF-werking].
2
Selecteer een instelitem.
M
195