3.3
Schalering van de aandrijving
De besturing moet het aantal encoder-impulsen (incrementen) per wegeenheid kennen,
om de afgelegde weg te berekenen en de aandrijving juist te kunnen positioneren. Bo-
vendien kunt u met de schalering de voor uw toepassing geschikte trajecteenheid instel-
len.
Absolute enco-
Voor u de absolute positionering in bedrijf kunt stellen, moet u de absolute encoder ac-
der activeren
tiveren en schaleren. Open daartoe in MOVITOOLS/SHELL het menu van de parame-
tergroep 95_ 'DIP'. Maak de volgende instellingen:
•
•
Afbeelding 4: absolute encoder activeren
Attentie:
Bij aandrijvingen zonder encoder op de motor (MOVIDRIVE
inbedrijfstellingsfunctie in MOVITOOLS niet gebruikt worden.
MOVIDRIVE®_MD60A – Absolute positionering
Selecteer met parameter P950 'encoder typ' (DIP-keuzelijst) de aangesloten absolu-
te encoder.
De parameters P951 ... P955 moeten niet ingesteld worden. Alle overige noodzake-
lijke DIP-instellingen worden bij de inbedrijfstelling van de absolute positionering in-
gevoerd.
Schalering van de aandrijving
04429AEN
®
MDF60A) kan de DIP-
3
9