Referentiehandleiding
00809-0111-4021
4.8.5
PID-blok (indexnummer 1800 en 1900)
Het PID-functieblok combineert alle logica die nodig is om proportionele/integrale/
derivatieve (PID) regeling uit te voeren. Het blok ondersteunt modusregeling, signaal
schalen en begrenzen, feedforward-regeling, override-tracking, detectie van alarmgrenzen
en signaalstatusvoortzetting.
Het blok ondersteunt twee vormen van de PID-vergelijking: Standaard en serie. Kies
de juiste vergelijking met behulp van de parameter MATHFORM. De standaard ISA PID-
vergelijking is de standaardselectie en autotune.
4.8.6
Inputselector (indexnummer 2000)
Het blok voor signaalselectie biedt selectie van maximaal vier ingangen en genereert een
uitgang op basis van de geconfigureerde actie. Dit blok ontvangt normaal gesproken
zijn ingangen van AI-blokken. Het blok voert een selectie uit op maximum, minimum,
middelste, gemiddelde en 'eerste goede' signaal.
4.8.7
Uitgangssplitser (indexnummer OSPL 2300)
Het uitgangssplitterblok biedt de mogelijkheid voor het aansturen van twee
regeluitgangen vanaf één enkele ingang. Elke uitgang is een lineaire functie van een
bepaald deel van de ingang.
4.8.8
Aritmetisch (indexnummer 2200)
Dit blok is ontworpen voor eenvoudig gebruik van populaire rekenfuncties voor meting.
De gebruiker hoeft niet te weten hoe deze vergelijkingen moet schrijven. Het wiskundig-
algoritme wordt geselecteerd op naam, gekozen door de gebruiker voor de uit te voeren
functie.
4.8.9
Signaalkarakterisering (indexnummer 2100)
Het signaalkarakteriseringsblok heeft twee secties, elk met een uitgang die een niet-
lineaire functie is van de respectieve ingang. De niet-lineaire functie wordt bepaald door
een enkele opzoektabel met 21 willekeurige x-y paren. De status van een ingang wordt
gekopieerd naar de bijbehorende uitgang, zodat het blok kan worden gebruikt in het
besturings- of processignaalpad.
4.9
Eigenschappenblok
4.9.1
Features (Functies) en Features_Sel (Functies_Sel)
De parameters FEATURES (FUNCTIES) en FEATURE_SEL (FUNCTIE_SEL) bepalen het
optionele gedrag van de transmitter.
FEATURES
De parameter FEATURES is alleen-lezen en definieert welke functies worden ondersteund
door de transmitter. Hieronder volgt een lijst met FEATURES die de transmitter
ondersteunt.
www.Emerson.com
F
fieldbus-configuratie
OUNDATION
Februari 2024
163