Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Emerson Rosemount 3144P Referentiehandleiding
Emerson Rosemount 3144P Referentiehandleiding

Emerson Rosemount 3144P Referentiehandleiding

Temperatuur met x-well technologie
Inhoudsopgave

Advertenties

Referentiehandleiding
00809-0111-4021, Rev JD
Februari 2024
Rosemount
3144P
temperatuurtransmitter
met Rosemount X-well
technologie

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Emerson Rosemount 3144P

  • Pagina 1 Referentiehandleiding 00809-0111-4021, Rev JD Februari 2024 Rosemount ™ 3144P temperatuurtransmitter met Rosemount X-well technologie ™...
  • Pagina 2 Dit is nodig om de persoonlijke veiligheid en de veiligheid van het systeem te garanderen en zorgt voor een optimale productprestatie. Binnen de Verenigde Staten heeft Emerson twee gratis nummers voor ondersteuning: Customer Central (Vragen met betrekking tot technische ondersteuning, offertes en bestellingen: 1-800-999-9307...
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    Referentiehandleiding Inhoudsopgave 00809-0111-4021 Februari 2024 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1  Inleiding............................. 5 1.1 Gebruik van deze handleiding....................5 1.2 Rosemount 3144P-revisies......................6 ™ 1.3 Controleer of het systeem kan werken met de HART -revisie..........10 Hoofdstuk 2  Installatie..........................11 2.1 Aandachtspunten bij installatie....................11 2.2 Inbedrijfstelling......................... 13 2.3 Montage............................. 16 2.4 Installatie............................
  • Pagina 4: Hoofdstuk 5

    5.3 Retournering van materiaal....................199 Hoofdstuk 6  Vereisten van met veiligheidsinstrumenten uitgeruste systemen (SIS)....... 201 6.1 SIS-certificering........................201 6.2 Identificatie met veiligheidscertificatie................201 6.3 Installatie..........................201 6.4 Configuratie..........................202 6.5 Gebruik en onderhoud......................204 6.6 Specificaties..........................205 6.7 Reserveonderdelen......................... 206 Appendix A  Referentiegegevens......................207 A.1 Productcertificeringen......................207 A.2 Bestelinformatie, specificaties en tekeningen..............207 www.Emerson.com...
  • Pagina 5: Inleiding

    1  Inleiding 1.1  Gebruik van deze handleiding De hoofdstukken in deze handleiding geven informatie over de installatie, de bediening en het onderhoud van de Rosemount 3144P-temperatuurtransmitter. De hoofdstukken zijn als volgt ingedeeld: • Installatie bevat mechanische en elektrische installatie-instructies. •...
  • Pagina 6: Rosemount 3144P-Revisies

    10_07). HART-protocol is ontworpen om oudere revisies van drivers in staat te stellen verder te blijven communiceren met nieuwe HART-instrumenten. Download de nieuwe Device Driver om toegang te krijgen tot deze functionaliteit. Emerson raadt aan de nieuwe Device Driver te downloaden om zeker te zijn van de nieuwe functionaliteit.
  • Pagina 7 Referentiehandleiding Inleiding 00809-0111-4021 Februari 2024 Rosemount X-well-sensor type. HART-revisie 5 en 7 selecteerbaar. Diagnose thermokoppeldegradatie, Min./max. tracking. Fieldbus OUNDATION De volgende tabel geeft een overzicht van de Rosemount 3144P F fieldbus ™ OUNDATION revisiegeschiedenis. Tabel 1-2: F fieldbus-revisies OUNDATION Instru‐ Software...
  • Pagina 8 • Instrumenten wor‐ den standaard ver‐ zonden met AI block gepland. • De klant kan ou‐ de DD-bestanden gebruiken bij het www.Emerson.com...
  • Pagina 9 • Het CF-bestand heeft een betere be‐ schrijving van het instrument, inclusief zinvolle standaard‐ waarden en voor‐ beeldwaarden. • Het instrument biedt de mogelijkheid om op de juiste ma‐ nier bereiktabellen en -grafieken in de instrumentdash‐ boards te plaatsen. www.Emerson.com...
  • Pagina 10: Controleer Of Het Systeem Kan Werken Met De Hart ™ -Revisie

    Selecteer Manual Setup (Handmatige setup) → Device Information (Instrumentinformatie)  → Identification (Identificatie) → Message (Bericht). a) Voer in het veld Message (Bericht) HART5 in om over te schakelen naar HART-revisie b) Voer in het veld Message (Bericht) HART7 in om over te schakelen naar HART-revisie www.Emerson.com...
  • Pagina 11: Installatie

    Figuur 2-1: Temperatuurstijging transmitterbehuizing t.o.v. verlengstuklengte voor een testinstallatie 60 (108) 50 (90) 40 (72) Housing Temperature 30 (54) Rise Above Ambient °C (°F) 20 (36) 10 (18) Extension Length (in.) www.Emerson.com...
  • Pagina 12: Vochtige Of Corrosieve Omgevingen

    2.1.4  Vochtige of corrosieve omgevingen De Rosemount 3144P-transmitter heeft een zeer betrouwbare behuizing met twee compartimenten, ontworpen om vocht en corrosie te weerstaan. De afgedichte elektronicamodule is gemonteerd in een compartiment dat is geïsoleerd van de aansluitzijde met doorvoerentrees.
  • Pagina 13: Softwarecompatibiliteit

    De nieuwste device descriptors (DD) zijn beschikbaar bij nieuwe veldcommunicators of kunnen in bestaande communicators worden geladen bij een Emerson Service Center of via het Easy Upgrade proces (Eenvoudige upgradeproces). Raadpleeg voor meer informatie over het upgraden van een veldcommunicator HART inbedrijfstelling.
  • Pagina 14: Schakelaars Instellen

    Schakelaars zonder LCD-display instellen Procedure 1. Stel de kring in op Out-of-Service (OOS: buiten bedrijf)) (indien van toepassing) en koppel de voeding los. 2. Verwijder de elektronicabehuizingsdeksel. 3. Zet de schakelaars in de gewenste stand. 4. Bevestig het behuizingsdeksel weer. www.Emerson.com...
  • Pagina 15: Schakelaars Met Lcd-Display Instellen

    Alarmschakelaar (HART-protocol) Een automatische diagnostische routine controleert de transmitter tijdens normale werking. Als de diagnostische routine een sensorstoring of een elektronicastoring detecteert, gaat de transmitter in alarm (hoog of laag, afhankelijk van de stand van de storingsmodusschakelaar). www.Emerson.com...
  • Pagina 16: Montage

    In sommige gevallen is het raadzaam om een gegoten doorvoerbuis- afdichting aan te brengen, zoals de afdichting die in Figuur 2-5 is afgebeeld. Verwijder periodiek de afdekking van het compartiment voor aansluitingen en controleer de transmitter op vocht en corrosie. Figuur 2-4: Onjuiste kabelbuisinstallatie www.Emerson.com...
  • Pagina 17: Installatie

    De meetkring moet zo zijn ontworpen dat de klemspanning nooit onder 12 V d.c. daalt als de transmitteruitgang 24,5 mA is. Omgevingsgrenswaarden zijn beschikbaar op de Rosemount 3144P- temperatuurtransmitter Emerson.com/Rosemount/Rosemount-3144. www.Emerson.com...
  • Pagina 18: Standaardinstallatie Voor Noord-Amerika

    9. Steek de geleiders van de afgeschermde kabel via de kabelentrees in de aansluitkop/transmitter. Sluit de kabelwartels aan en zet ze vast. 10. Sluit de geleiders van de afgeschermde kabel aan op de aansluitkopaansluitingen (in de aansluitkop) en op de aansluitklemmen van de sensorbedrading (in de transmitterbehuizing). www.Emerson.com...
  • Pagina 19: Installatie Van De Rosemount X-Well

    Breng GEEN isolatie aan over de transmitterkop, want dat leidt tot langere responstijden en kan de elektronica van de transmitter beschadigen. 5. Hoewel dit de fabrieksconfiguratie is, moet u toch controleren of de RTD-sensor van de buisklem voor 4 draden is geconfigureerd. www.Emerson.com...
  • Pagina 20: Installeer De Rosemount X-Well In Combinatie Met Een

    2.4.4  Installeer de Rosemount X-well in combinatie met een Rosemount 333 Tri-Loop (alleen HART/4-20 mA ) Gebruik de optionele Rosemount 3144P-transmitter met twee sensoren in combinatie met een Rosemount 333 HART Tri-Loop HART-to-Analog Signal -converter om een ™ onafhankelijk 4-20 mA analoog uitgangssignaal voor elke sensoringang te verkrijgen.
  • Pagina 21 3. Controleer of de schakelaar voor schrijfbeveiliging van de transmitter in de stand Off (uit) is gezet. Als transmitterbeveiliging is ingesteld op On (Aan), kan de transmitter niet zodanig worden geconfigureerd dat deze het LCD-display (1) Zie Gerelateerde informatie voor informatie over de configuratie . www.Emerson.com...
  • Pagina 22 In meerkanaalsinstallaties, waar meerdere transmitters afhankelijk zijn van één voeding en het uitvallen van alle transmitters operationele problemen zou veroorzaken, kunt u een UPS of een back-upbatterij overwegen. De Figuur 2-8 getoonde diodes voorkomen dat de back-upbatterij ongewenst wordt opgeladen of ontladen. www.Emerson.com...
  • Pagina 23: Bedrading

    Opmerking Zet geen hoge spanning (bijv. wisselspanningsvoeding) op de stroom- of sensoraansluitingen. De hoge spanning kan de meeteenheid beschadigen. www.Emerson.com...
  • Pagina 24 De transmitter moet worden geconfigureerd voor een driedraads RTD om een RTD met compensatiekring te kunnen herkennen. Emerson levert 4-draads sensoren voor alle RTD’s met enkel element. Gebruik deze RTD’s in 2- of 3-draads configuraties door de draden die u niet nodig hebt niet aan te sluiten en deze te isoleren met elektrische tape.
  • Pagina 25 Als de ompoolbeveiligingsdiode van de testaansluitklem is doorgebrand door een onjuiste stroomsignaalbedrading, kan de transmitter nog steeds worden bediend door de stroom van de testterminal naar de “-” aansluitklem te leiden. Zie testaansluitklem (alleen HART/4–20 mA) voor gebruik van de aansluitklem. www.Emerson.com...
  • Pagina 26 De signaaldraad kan op elk punt worden geaard of ongeaard worden gelaten. Opmerking De AMS Device Manager-software of een veldcommunicator kunnen op elk afsluitpunt in de signaalkring worden aangesloten. De signaalkring moet een belasting hebben van tussen de 250 en 1100 ohm gedurende communicatie. www.Emerson.com...
  • Pagina 27: Foundation Fieldbus

    De transmitter moet worden geconfigureerd voor een driedraads RTD om een RTD met compensatiekring te kunnen herkennen. Emerson levert 4-draads sensoren voor alle RTD’s met enkel element. Gebruik deze RTD’s in 2- of 3-draads configuraties door de draden die u niet nodig hebt niet aan te sluiten en deze te isoleren met elektrische tape.
  • Pagina 28: Thermokoppel- Of Millivolt-Ingangen

    Bij gebruik van de Rosemount X-well-technologie moet de Rosemount 3144P- temperatuurtransmitter worden gemonteerd op een Rosemount 0085=buisklem-RTD- sensor in een 4-draads configuratie voor directe montage. Deze kan indien nodig ter plekke worden gewijzigd in een 3- of 2-draads configuratie.
  • Pagina 29: Aarding

    In plaats van dat de afscherming de stromen van de transmitter afvoert, stroomt de stroom nu via de sensorkabels naar het circuit van de transmitter waar dit de werking van het circuit verstoort. www.Emerson.com...
  • Pagina 30: Ongeaarde Thermokoppel-, Mv- En Rtd/Ohm-Ingangen

    1. Aard de transmitterbehuizing en sluit vervolgens de afscherming van de sensorbedrading aan op de transmitterbehuizing (zie Transmitterbehuizing 2. Zorg dat de afscherming bij de sensorzijde elektrisch geïsoleerd is van de bevestigingsondergrond die geaard kan zijn. 3. Aard de afscherming van de signaalbedrading aan de voedingszijde. www.Emerson.com...
  • Pagina 31 1. Aard de afscherming van de sensorbedrading bij de sensor. 2. Zorg dat de sensorbedrading en de afscherming van de signaalbedrading elektrisch geïsoleerd zijn van de transmitterbehuizing en van andere objecten die geaard kunnen zijn. 3. Aard de afscherming van de signaalbedrading aan de voedingszijde. www.Emerson.com...
  • Pagina 32 Aard de transmitterbehuizing volgens de plaatselijke of plaatselijke elektrische vereisten. Een inwendige aarde-aansluitklem is standaard. Desgewenst kan er ook een optionele externe aarde-aansluitklem (optiecode G1) worden besteld. Bij het bestellen van bepaalde gevaarlijke goedkeuringen wordt automatisch een externe aardingslip meegeleverd. www.Emerson.com...
  • Pagina 33: Hart Inbedrijfstelling

    Selecteer Manual Setup (Handmatige setup) > Device Information (Instrumentinformatie) > Identification (Identificatie) > Message (Bericht). a. Voer in het veld Message (Bericht) ‘HART5’ in om over te schakelen op HART-revisie b. Voer in het veld Message (Bericht) ‘HART7’ in om over te schakelen op HART-revisie www.Emerson.com...
  • Pagina 34: Veiligheidsberichten

    De aansluitingen zijn niet gepolariseerd. Maak geen verbindingen met de NiCad-oplaadstekker (nikkel-cadmium) in explosiegevaarlijke omgevingen. Controleer voordat u de veldcommunicator in een explosiegevaarlijke atmosfeer aansluit of alle instrumenten in de meetkring zijn geïnstalleerd volgens methoden voor intrinsiek veilige of niet-vonkende veldbedradingsmethoden. www.Emerson.com...
  • Pagina 35: De Hart-Communicatiesoftware Bijwerken

    De HART-communicatiesoftware bijwerken De veldcommunicatorsoftware moet mogelijk worden bijgewerkt om te kunnen profiteren van de extra functies die beschikbaar zijn in de nieuwste Rosemount 3144P-transmitter. Volg de volgende stappen om vast te stellen of er een upgrade moet worden uitgevoerd.
  • Pagina 36 HART inbedrijfstelling Referentiehandleiding Februari 2024 00809-0111-4021 3.4.2  Menustructuur Device Dashboard Figuur 3-1: HART 5 - Overzicht www.Emerson.com...
  • Pagina 37 Referentiehandleiding HART inbedrijfstelling 00809-0111-4021 Februari 2024 Figuur 3-2: HART 5 - Configureren www.Emerson.com...
  • Pagina 38 HART inbedrijfstelling Referentiehandleiding Februari 2024 00809-0111-4021 Figuur 3-3: HART 5 - Hulpmiddelen voor onderhoud en reparatie www.Emerson.com...
  • Pagina 39 Referentiehandleiding HART inbedrijfstelling 00809-0111-4021 Februari 2024 Figuur 3-4: HART 7- Overzicht www.Emerson.com...
  • Pagina 40 HART inbedrijfstelling Referentiehandleiding Februari 2024 00809-0111-4021 Figuur 3-5: HART 7- Configureren www.Emerson.com...
  • Pagina 41 Referentiehandleiding HART inbedrijfstelling 00809-0111-4021 Februari 2024 Figuur 3-6: HART 7- Hulpmiddelen voor onderhoud en reparatie www.Emerson.com...
  • Pagina 42: Reeks Sneltoetsen Op Het Instrument-Dashboard

    (instelling eerste goede tempe‐ ratuur) Hardware Revision (hardware- 1, 8, 2, 3 1, 11, 2, 3 revisie) HART Lock (HART-vergrende‐ N.v.t. 2, 2, 9, 2 ling) Intermittent Sensor Detect (pe‐ 2, 2, 7, 5, 2 2, 2, 7, 5, 2 riodieke sensordetectie) www.Emerson.com...
  • Pagina 43 2, 2, 7, 3 2, 2, 7, 3 (eenheden aansluitklemtempe‐ ratuur) URV (Upper Range Value; maxi‐ 2, 2, 5, 5, 2 2, 2, 5, 5, 2 mum meetwaarde) Variable Mapping (variabelen- 2, 2, 8, 5 2, 2, 8, 5 mapping) www.Emerson.com...
  • Pagina 44 Sneltoetsen voor HART 7 Thermocouple Diagnostic (dia‐ 2, 1, 7, 1 2, 1, 7, 1 gnose thermokoppel) Min/Max Tracking (min./max. 2, 1, 7, 2 2, 1, 7, 2 track) Rosemount X-well setup (instel‐ N.v.t. 2, 2, 1, 11 ™ len Rosemount X-well) www.Emerson.com...
  • Pagina 45: Configuratiegegevens Bestuderen

    Als er wijzigingen in de configuratiegegevens van de transmitter nodig zijn, raadpleegt u Configuratie. 3.6  Uitgang controleren Controleer de configuratie van de digitale uitgangsparameters van de Rosemount 3144P- transmitter voordat u andere online handelingen met de transmitter uitvoert, om te controleren of de transmitter goed werkt. 3.6.1 ...
  • Pagina 46: Sensorconfiguratie

    Het menu Variable Mapping (Variabelen-mapping) toont de volgorde van de procesvariabelen. Selecteer 5 Variable Re-Map (Variabele opnieuw toewijzen) om deze configuratie te wijzigen. Op de vensters van de Rosemount 3144P met enkele sensoringangsconfiguratie kunnen de primaire variabele (PV) en de secundaire variabele (SV) worden geselecteerd.
  • Pagina 47 HART inbedrijfstelling 00809-0111-4021 Februari 2024 • 2-, 3 of 4-draads 0 tot 2000 ohm Neem contact op met een vertegenwoordiger van Emerson voor informatie over temperatuursensoren, beschermbuizen en accessoiremontagemateriaal dat verkrijgbaar is via Emerson. 3.7.4  Uitvoereenheden Sensor 1: 2, 2, 1, 4...
  • Pagina 48: Offset Tweedraads Rtd

    Gebruik de volgende procedure met traditionele sneltoetsen om de transmitter de verschiltemperatuur te laten meten: Opmerking Met deze procedure rapporteert u de verschiltemperatuur als het primaire variabele analoge signaal. Als dit niet nodig is, wijs de verschiltemperatuur dan toe aan de secundaire, tertiaire of kwartaire variabele. www.Emerson.com...
  • Pagina 49: Eerste Goede Configuratie

    (via HART) aan dat zowel sensor 1 als sensor 2 zijn uitgevallen. In de eerste twee scenario’s wordt het 4-20 mA-signaal niet onderbroken en geeft de status die beschikbaar is voor het regelsysteem (via het HART-protocol) aan welke sensor is uitgevallen. Eerste goede configuratie www.Emerson.com...
  • Pagina 50: Configuratie Van De Functie Hot Backup

    Raadpleeg voor meer informatie over het gebruik van de functie Hot Backup met de HART Tri-Loop Gebruik met de HART Tri-Loop. Probleem‐ Het onverwacht uitvallen van een kritische temperatuurmeting kan leiden tot beschrij‐ veiligheidsproblemen, milieu- of regelgevingsproblemen en procesonderbre‐ ving: kingen. www.Emerson.com...
  • Pagina 51: Hot Backup Configureren In Begeleide Setup

    Hot Backup configureren in begeleide setup Hot Backup inschakelen in begeleide setup: Sneltoetsen 2-1-5 Procedure 1. Selecteer vanuit het Startscherm 2 Configure (Configureren). 2. Selecteer 1 Guided Setup (Begeleide setup). 3. Selecteer 5 Config Hot Backup (Hot Backup configureren). www.Emerson.com...
  • Pagina 52 Sensor 2 Temperature (Temperatuur sensor 2) • Differential Temperature (Verschiltemperatuur) • Average Temperature (Gemiddelde temperatuur) • First Good Temperature (Eerste goede temperatuur) Hot Backup uitschakelen in begeleide setup: Sneltoetsen 2-1-5 Procedure 1. Selecteer vanuit het Startscherm 2 Configure (Configureren). www.Emerson.com...
  • Pagina 53 5. Kies, wanneer daarom wordt gevraagd, welke variabele u als primaire variabele (PV) wilt hebben en selecteer ENTER. Met Hot Backup uitgeschakeld kan de PV Temperatuur sensor 1, Temperatuur sensor 2, Verschil temperatuur, Gemiddelde temperatuur of Eerste goede temperatuur zijn. www.Emerson.com...
  • Pagina 54 HART inbedrijfstelling Referentiehandleiding Februari 2024 00809-0111-4021 www.Emerson.com...
  • Pagina 55: Hot Backup Configureren In Handmatige Setup

    Hot Backup configureren in handmatige setup Hot Backup inschakelen in handmatige setup: Sneltoetsen 2-2-4-1-3 Procedure 1. Selecteer vanuit het Startscherm 2 Configure (Configureren). 2. Selecteer 2 Manual Setup (Handmatige setup). 3. Selecteer 4 Diagnostics (Diagnostiek). 4. Selecteer 1 Hot Backup. www.Emerson.com...
  • Pagina 56 (PV) wilt hebben en selecteer ENTER. Met Hot Backup ingeschakeld, moet de PV ofwel First Good Temperature (Eerste goede temperatuur) of Average Temperature (Gemiddelde temperatuur) zijn. Hot Backup uitschakelen in handmatige setup: Sneltoetsen 2-2-4-1-3 Procedure 1. Selecteer vanuit het Startscherm 2 Configure (Configureren). www.Emerson.com...
  • Pagina 57 Referentiehandleiding HART inbedrijfstelling 00809-0111-4021 Februari 2024 2. Selecteer 2 Manual Setup (Handmatige setup). 3. Selecteer 4 Diagnostics (Diagnostiek). 4. Selecteer 1 Hot Backup. 5. Selecteer 3 Config Hot Backup (Hot Backup configureren). www.Emerson.com...
  • Pagina 58: Controleer Of Hot Backup Is Ingeschakeld: Sneltoetsen

    PV Temperatuur sensor 1, Temperatuur sensor 2, Verschil temperatuur, Gemiddelde temperatuur of Eerste goede temperatuur zijn. Controleer of Hot Backup is ingeschakeld: Sneltoetsen 2-2-4-1 Procedure 1. Selecteer vanuit het Startscherm 2 Configure (Configureren). 2. Selecteer 2 Manual Setup (Handmatige setup). 3. Selecteer 4 Diagnostics (Diagnostiek). www.Emerson.com...
  • Pagina 59 Als uw primaire sensor uitvalt, neemt de tweede sensor het onmiddellijk over. De transmitter meldt een uitgevallen instrumentstatus, wat aangeeft dat Sensor 1 open is en Hot Backup actief is. Dit wordt weergegeven in het veld Communicator in het gedeelte Overzicht. www.Emerson.com...
  • Pagina 60 Overzicht. Om dit advies wissen, moet u de vlag configuration changed (configuratie gewijzigd) wissen, zoals hieronder weergegeven: 1. Selecteer 1 Device Status (Instrumentstatus) om de actieve waarschuwingen te bekijken. 2. Selecteer 2 A: Configuration Changed (Configuratie gewijzigd). www.Emerson.com...
  • Pagina 61 Nadat de sensor is gerepareerd of vervangen, geeft het LCD-display op de transmitter de melding WARN HOT BU weer, evenals de uitgang van de secundaire sensor die het proces heeft overgenomen. www.Emerson.com...
  • Pagina 62: Opmerking

    WARNING . Nadat de sensor is gerepareerd of vervangen, toont het venster in DeltaV vakjes naast elk alarm dat is behandeld. U moet bevestigen dat elk alarm is gewist door het vakje ACK links van het alarm in te schakelen. www.Emerson.com...
  • Pagina 63 -berichten ™ Als de primaire sensor uitvalt, worden alarmen weergegeven in de Plant Resource Manager (PRM) via gele cirkels naast het instrument, zoals hieronder weergegeven. Deze gele cirkels geven aan dat er iets in uw proces aandacht nodig heeft. www.Emerson.com...
  • Pagina 64 Troubleshoot (Probleemlossing) in het rode statusvak van het instrument. Op een ander scherm worden de actieve waarschuwingen FAILED Sensor 1 Open (UITGEVALLEN Sensor 1 open) en MAINTENANCE Hot Backup Active (ONDERHOUD Hot Backup actief) weergegeven, zoals hieronder weergegeven: www.Emerson.com...
  • Pagina 65 (Uitgevallen) in Maintenance (Onderhoud). Onderzoek deze Onderhoudswaarschuwing door Troubleshoot (Probleemoplossing) te selecteren in het gele vak Instrumentstatus. Op een ander scherm worden de actieve waarschuwingen weergegeven, met de tekst MAINTENANCE Hot Backup Active (ONDERHOUD Hot Backup actief), zoals hieronder weergegeven: www.Emerson.com...
  • Pagina 66 (Diagnostiek) te gaan in het gedeelte Manual Setup (Handmatige instellingen) en Reset Hot Backup (Hot Backup resetten) te selecteren, zoals hieronder weergegeven: Na het resetten van Hot Backup verandert de instrumentstatus in het gedeelte Process Variable Overview van de DTM van Maintenance (Onderhoud) in Advisory (Advies), zoals hieronder wordt weergegeven: www.Emerson.com...
  • Pagina 67 (ADVIES configuratie gewijzigd), zoals hieronder weergeven. Als u dit advies wilt wissen, selecteert u Clear Config Changed Flag (Markering configuratie gewijzigd wissen) en volgt u de stappen. Wanneer alle waarschuwingen voor dit instrument zijn behandeld, branden de gele cirkels in de PRM groen, wat aangeeft dat alles correct werkt. www.Emerson.com...
  • Pagina 68: Communicatorbericht

    Device (Instrument in orde) weer, wat aangeeft dat het probleem is opgelost. Bericht op LCD-display Op het LCD-display van de transmitter verschijnt de melding WARN SNSR 2 FAIL. Het zal ook de uitvoer van uw primaire sensor blijven weergeven: www.Emerson.com...
  • Pagina 69: Deltav-Bericht

    WARNING . Nadat de sensor gerepareerd of vervangen is, toont het venster in DeltaV selectievakjes naast de alarmen, zoals hieronder weergegeven. U moet deze alarmen bevestigen door op de vakjes te klikken om ze te wissen. www.Emerson.com...
  • Pagina 70 Om dit verder te onderzoeken, klikt u met de rechtermuisknop op het betreffende instrument en selecteert u DTM Works (DTM werkt). Hierdoor wordt DTM geopend. In de DTM geeft het instrument de status Failed (Uitgevallen) aan in het gedeelte Process Variable Overview (Overzicht procesvariabele), zoals hieronder weergegeven: www.Emerson.com...
  • Pagina 71 Nadat de sensor is gerepareerd of vervangen, worden de waarschuwingen gewist en veranderen de gele cirkels in de PRM in groen, wat aangeeft dat alles in correct werkt. Hot Backup hoeft in dit geval niet te worden gereset. www.Emerson.com...
  • Pagina 72 Selecteer 1 Device Status (Instrumentstatus) om de actieve waarschuwingen weer te geven. Nadat de sensor is gerepareerd of vervangen, geeft de veldcommunicator de status van het onderhoudsinstrument weer, met de melding dat Hot Backup nog steeds actief is. Dit wordt weergegeven in de veldcommunicator in het gedeelte Overzicht. www.Emerson.com...
  • Pagina 73 Overzicht. Om dit advies wissen, moet u de vlag configuration changed (configuratie gewijzigd) wissen, zoals hieronder weergegeven: 1. Selecteer 1 Device Status (Instrumentstatus) om de actieve waarschuwingen weer te geven. 2. Selecteer 2 A: Configuration Changed (Configuratie gewijzigd). 3. Selecteer 2 Clear Config Changed Flag (Markering configuratie gewijzigd wissen). www.Emerson.com...
  • Pagina 74 Het waarschuwingsbericht wordt gewist nadat u Hot Backup reset. Het wordt aanbevolen om Hot Backup onmiddellijk te resetten na het repareren of vervangen van de beschadigde sensor. Zie Reset van Hot Backup: Sneltoetsen 2-2-4-1-4. www.Emerson.com...
  • Pagina 75 WARNING (WAARSCHUWING). Nadat de sensor is gerepareerd of vervangen, toont het venster in DeltaV vakjes naast elk alarm dat is behandeld. U moet bevestigen dat elk alarm is gewist door het vakje ACK links van het alarm in te schakelen. www.Emerson.com...
  • Pagina 76 Deze gele cirkels geven aan dat er iets in uw proces aandacht nodig heeft. Om dit verder te onderzoeken, klikt u met de rechtermuisknop op het betreffende instrument en selecteert u DTM Works (DTM werkt). Hierdoor wordt DTM geopend. www.Emerson.com...
  • Pagina 77 Troubleshoot (Probleemlossing) in het rode statusvak van het instrument. Op een ander scherm worden de actieve waarschuwingen FAILED Sensor 1 Open (UITGEVALLEN sensor 1 open) en MAINTENANCE Hot Backup Active (ONDERHOUD Hot Backup actief) weergegeven, zoals hieronder weergegeven: www.Emerson.com...
  • Pagina 78 (Uitgevallen) in Maintenance (Onderhoud). Onderzoek deze Onderhoudswaarschuwing door Troubleshoot (Probleemoplossing) te selecteren in het gele vak Instrumentstatus. Op een ander scherm worden de actieve waarschuwingen weergegeven, met de tekst MAINTENANCE Hot Backup Active (ONDERHOUD Hot Backup actief), zoals hieronder weergegeven: www.Emerson.com...
  • Pagina 79 (Diagnostiek) te gaan in het gedeelte Manual Setup (Handmatige instellingen) en Reset Hot Backup (Hot Backup resetten) te selecteren, zoals hieronder weergegeven: Na het resetten van Hot Backup verandert de instrumentstatus in het gedeelte Process Variable Overview van de DTM van Maintenance (Onderhoud) in Advisory (Advies), zoals hieronder wordt weergegeven: www.Emerson.com...
  • Pagina 80 (ADVIES configuratie gewijzigd), zoals hieronder weergeven. Als u dit advies wilt wissen, selecteert u Clear Config Changed Flag (Markering configuratie gewijzigd wissen) en volgt u de stappen. Wanneer alle waarschuwingen voor dit instrument zijn behandeld, branden de gele cirkels in de PRM groen, wat aangeeft dat alles correct werkt. www.Emerson.com...
  • Pagina 81 Failed device (Instrument uitgevallen). De waarschuwingen tonen aan dat sensor 2 open is, maar dat Hot Backup niet actief is. zoals hieronder op de veldcommunicator in het gedeelte Overview (overzicht) wordt weergegeven: Selecteer 1 Device Status (Instrumentstatus) om de actieve waarschuwingen weer te geven. www.Emerson.com...
  • Pagina 82 DEGRA en de uitvoer van gemiddelde temperatuur. Omdat sensor 2 is uitgevallen, is deze gemiddelde temperatuuruitgang alleen de waarde van sensor 1. Nadat de sensor gerepareerd of vervangen is, wordt het waarschuwingsbericht op het LCD-display gewist en wordt de uitvoer van de primaire variabele weergegeven. www.Emerson.com...
  • Pagina 83 WARNING. Nadat de sensor gerepareerd of vervangen is, toont het venster in DeltaV selectievakjes naast de alarmen, zoals hieronder weergegeven. U moet deze alarmen bevestigen door op de vakjes te klikken om ze te wissen. www.Emerson.com...
  • Pagina 84 Om dit verder te onderzoeken, klikt u met de rechtermuisknop op het betreffende instrument en selecteert u DTM Works (DTM Werkt). Hierdoor wordt DTM geopend. In de DTM geeft het instrument de status Failed (Uitgevallen) aan in het gedeelte Process Variable Overview (Overzicht procesvariabele), zoals hieronder weergegeven: www.Emerson.com...
  • Pagina 85 Nadat de sensor is gerepareerd of vervangen, worden de waarschuwingen gewist en veranderen de gele cirkels in de PRM in groen, wat aangeeft dat alles in orde is. Hot Backup hoeft in dit geval niet te worden gereset. www.Emerson.com...
  • Pagina 86: Reset Van Hot Backup: Sneltoetsen

    Average Temperature (Gemiddelde temperatuur), Hot Backup niet wordt gereset en sensor 2 uitvalt, schakelt de transmitter eenvoudig over naar de uitvoer van het gemiddelde van alleen sensor 1. 1. Selecteer vanuit het Startscherm 2 Configure (Configureren). www.Emerson.com...
  • Pagina 87 Referentiehandleiding HART inbedrijfstelling 00809-0111-4021 Februari 2024 2. Selecteer 2 Manual Setup (Handmatige setup). 3. Selecteer 4 Diagnostics (Diagnostiek). 4. Selecteer 1 Hot Backup. 5. Selecteer 4 Reset Hot Backup (Hot Backup resetten). www.Emerson.com...
  • Pagina 88: Sensor Drift Alert Configuration (Configuratie Waarschuwing Sensorverschuiving)

    De combinatie van de waarschuwing voor sensorverschuiving en de functie Hot Backup verbetert de diagnostische dekking van sensoren met behoud van een hoog niveau van beschikbaarheid. Raadpleeg het FMEDA-rapport van de Rosemount 3144P voor de gevolgen voor de veiligheid.
  • Pagina 89: Sensorverschuiving Configureren In Begeleide Setup Sensor Drift Alert (Sensorafwijkingswaarschuwing) Inschakelen In Begeleide Setup

    Alarm in Alarmschakelaar (HART-protocol). Sensorverschuiving configureren in begeleide setup Sensor Drift Alert (sensorafwijkingswaarschuwing) inschakelen in begeleide setup: Sneltoetsen 2-1-6 Procedure 1. Selecteer vanuit het Startscherm 2 Configure (Configureren). www.Emerson.com...
  • Pagina 90 HART-protocol) een markering ingesteld wanneer het maximaal aanvaardbare verschil tussen Sensor 1 en Sensor 2 is overschreden. Als de optie Sensor Drift Alert (Waarschuwing sensorverschuiving) wordt ingeschakeld, wordt het analoge signaal van de transmitter verzonden als alarm zodra verloopwaarschuwing wordt gedetecteerd. www.Emerson.com...
  • Pagina 91 8. Voer een dempingswaarde in tussen 0 en 32 en selecteer ENTER. Deze dempingswaarde is extra demping die op het resultaat van (S1-S2) wordt toegepast nadat de afzonderlijke dempingswaarde van elke sensor al is toegepast. 9. De configuratie is voltooid. Selecteer OK. www.Emerson.com...
  • Pagina 92 1. Selecteer vanuit het Startscherm 2 Configure (Configureren). 2. Selecteer 1 Guided Setup (Begeleide setup). 3. Selecteer 6 Config Drift Alert (Verloopwaarschuwing configureren). 4. Selecteer 2 Disable (Uitschakelen) om Sensor Drift Alert (Waarschuwing sensorverschuiving) uit te schakelen en selecteer ENTER. www.Emerson.com...
  • Pagina 93: Sensorverschuiving Configureren In Handmatige Setup

    5. Sensor Drift Alert (Waarschuwing sensorverschuiving) is uitgeschakeld. Selecteer Sensorverschuiving configureren in handmatige setup Sensor Drift Alert (Waarschuwing sensorverschuiving) inschakelen in handmatige setup: Sneltoetsen 2-2-4-2-5 Procedure 1. Selecteer vanuit het Startscherm 2 Configure (Configureren). 2. Selecteer 2 Manual Setup (Handmatige setup). 3. Selecteer 4 Diagnostics (Diagnostiek). www.Emerson.com...
  • Pagina 94 HART-protocol) een markering ingesteld wanneer het maximaal aanvaardbare verschil tussen Sensor 1 en Sensor 2 is overschreden. Als de optie Sensor Drift Alert (Waarschuwing sensorverschuiving) wordt ingeschakeld, wordt het analoge signaal van de transmitter verzonden als alarm zodra verloopwaarschuwing wordt gedetecteerd. www.Emerson.com...
  • Pagina 95 10. Voer een dempingswaarde in tussen 0 en 32 en selecteer ENTER. Deze dempingswaarde is extra demping die op het resultaat van (S1-S2) wordt toegepast nadat de afzonderlijke dempingswaarde van elke sensor al is toegepast. 11. De configuratie is voltooid. Selecteer OK. www.Emerson.com...
  • Pagina 96 Februari 2024 00809-0111-4021 Sensor Drift Alert (Waarschuwing sensorverschuiving) uitschakelen in handmatige setup: Sneltoetsen 2-2-4-2-5 Procedure 1. Selecteer vanuit het Startscherm 2 Configure (Configureren). 2. Selecteer 2 Manual Setup (Handmatige setup). 3. Selecteer 4 Diagnostics (Diagnostiek). 4. Selecteer 1 Hot Backup. www.Emerson.com...
  • Pagina 97 6. Selecteer 2 Disable (Uitschakelen) om Sensor Drift Alert (Waarschuwing sensorverschuiving) uit te schakelen en selecteer ENTER. 7. Sensor Drift Alert (Waarschuwing sensorverschuiving) is uitgeschakeld. Selecteer Controleer of Sensor Drift Alert (Waarschuwing sensorverschuiving) is ingeschakeld: Sneltoetsen 2-2-4-2 Procedure 1. Selecteer vanuit het Startscherm 2 Configure (Configureren). www.Emerson.com...
  • Pagina 98 3. Selecteer 4 Diagnostics (Diagnostiek). 4. Selecteer 2 Sensor Drift Alert (Waarschuwing sensorverschuiving). 5. U ziet dit scherm. Onder 1 Modus staat Alarm of Waarschuwing indien ingeschakeld, of Uitschakelen. Als deze optie is ingeschakeld, worden ook de huidige diagnostische waarden weergegeven. www.Emerson.com...
  • Pagina 99 2. Als Sensor Drift Alert (waarschuwing sensorverschuiving) in Alarm Mode (Alarmmodus) is geconfigureerd, selecteert u 1 Device Status (Instrumentstatus):. Failed (Uitgevallen). Als Sensor Drift Alert (waarschuwing sensorverschuiving) in Warning Mode (waarschuwingsmodus) is geconfigureerd, selecteert u 1 Device Status (Instrumentstatus): Maintenance (Onderhoud). www.Emerson.com...
  • Pagina 100: Active Sensor Drift Alert (Actieve Waarschuwingen Sensorverschuiving) Resetten: Sneltoetsen

    3. Selecteer 2 Sensor Drift Alert Active (Waarschuwing sensorverschuiving actief). Active Sensor Drift Alert (actieve waarschuwingen sensorverschuiving) resetten: Sneltoetsen 1-1-1 Procedure 1. Selecteer 1 Overview (Overzicht). 2. Selecteer 1 Device Status (Instrumentstatus): (Maintenance or Failed (Onderhoud of Storing)). 3. Selecteer 1 Refresh Alerts (Waarschuwingen vernieuwen). www.Emerson.com...
  • Pagina 101: Configuratie Rosemount X-Well-Technologie

    Rosemount X- well-technologie. Dit gedeelte heeft betrekking op de eigenschappen van de procesleiding waarin de Rosemount 3144P en 0085 leidingklemsensor met Rosemount X-well- technologie zal worden geïnstalleerd. Deze informatie is nodig om het in de transmitter opgenomen algoritme de procestemperatuur nauwkeurig te laten berekenen.
  • Pagina 102: Configureer De Rosemount X-Well-Technologie In Handmatige Configuratie: Sneltoetsen

    HART inbedrijfstelling Referentiehandleiding Februari 2024 00809-0111-4021 Configureer de Rosemount X-well-technologie in handmatige configuratie: Sneltoetsen 2-2-1-11 Procedure 1. Selecteer onder Sensoren configureren de optie Rosemount X-well Process sensor type (Rosemount X-well-processensortype). 2. Selecteer leidingmateriaal. 3. Selecteer leidingdiameter. 4. Selecteer leidingschema. www.Emerson.com...
  • Pagina 103: Rosemount X-Well-Technologie Configureren Met Ams Device Manager

    2. Selecteer in de menustructuur Manual Setup (Handmatige setup). 3. Selecteer het tabblad Sensor. 4. Selecteer Rosemount X-well Process (Rosemount X-well-proces) of Rosemount X- well Custom (Rosemount X-well aangepast). 5. Selecteer de gewenste configuraties via Basisconfiguratie en selecteer Send (Verzenden). www.Emerson.com...
  • Pagina 104: Device Output Configuration (Configuratie Instrumentuitgang)

    Door de transmitter opnieuw in te stellen, wordt het meetbereik ingesteld op de grenzen van de verwachte metingen, waardoor de prestaties van de transmitter worden gemaximaliseerd; de transmitter is het nauwkeurigst wanneer deze binnen het verwachte temperatuurbereik voor de toepassing werkt. www.Emerson.com...
  • Pagina 105: Process Variable Damping (Demping Procesvariabelen)

    2. Configuratie met dubbele sensoren • Een lijnspanningsfilter van 50 Hz heeft een minimale, door de gebruiker configureerbare dempingswaarde van 0,9 seconde • Een lijnspanningsfilter van 60 Hz heeft een minimale, door de gebruiker configureerbare dempingswaarde van 0,7 seconde www.Emerson.com...
  • Pagina 106: Alarm En Verzadiging

    Vooraf ingestelde alarmen kunnen 1 Rosemount of 2 NAMUR-conform zijn. Gebruik de storingsmodusschakelaar aan de voorkant van de elektronica om in te stellen of de uitgang naar een hoog of laag alarm wordt gestuurd in geval van een storing. www.Emerson.com...
  • Pagina 107: Lcd-Displayopties

    De tag mag maximaal acht tekens lang zijn en heeft geen invloed op de primaire variabele aflezingen van de transmitter. 3.10.2  Long Tag (lange tag) Sneltoets HART 5 Alleen HART 7 Sneltoets HART 7 2, 2, 7, 1, 2 www.Emerson.com...
  • Pagina 108: Descriptor (Omschrijving)

    2, 2, 7, 5, 1 HART 5 Sneltoetsen voor 2, 2, 7, 5, 1 HART 7 Het variabele 50/60Hz-filter (ook wel lijnspanningsfilter of AC-voedingsfilter genoemd) stelt het elektronische filter van de transmitter in om de frequentie van de AC- www.Emerson.com...
  • Pagina 109: Opmerking

    Intermittent Sensor Detect (periodieke sensordetectie) is ingesteld op OFF (UIT)). Tenzij een snelle respons nodig is, is de aanbevolen instelling van het mechanisme voor Intermittent Sensor Detect (periodieke sensordetectie) ON (AAN) met een drempel van 0,2 procent. www.Emerson.com...
  • Pagina 110: Intermittent Sensor Detect (Periodieke Sensordetectie) (Geavanceerde Functie)

    De drempelwaarde van de transmitter moet worden ingesteld op een niveau dat het normale bereik van schommelingen in de procestemperatuur mogelijk maakt; te hoog en het algoritme kan periodieke omstandigheden niet uitfilteren; te laag en het algoritme wordt onnodig geactiveerd. De standaard drempelwaarde is 0,2 procent van de sensorgrenzen www.Emerson.com...
  • Pagina 111: Gedrag Transmitter Met Intermittent Sensor Detect (Periodieke Sensordetectie) Off (Uit)

    3, 5, 1 HART 5 Sneltoetsen voor 3, 5, 1 HART 7 De kringtestvariabele controleert de uitgang van de transmitter, de integriteit van de meetkring en de werking van opnameapparaten of gelijksoortige instrumenten die in de kring zijn geïnstalleerd. www.Emerson.com...
  • Pagina 112: Multidrop-Communicatie

    Opmerking Rosemount 3144P is in de fabriek ingesteld op adres 0, waardoor deze op de standaard point-to-point manier kan werken met een 4-20 mA uitgangssignaal. Om multidrop- communicatie te activeren, moet het adres van de transmitter worden gewijzigd in een getal tussen 1 en 15, die de 4-20 mA analoge uitgang deactiveert en naar een vaste 4mA- uitgang stuurt.
  • Pagina 113: Gebruik Met De Hart Tri-Loop

    • Quaternary Variable (QV) (Kwartaire variabele [QV]) Bij gebruik van de Rosemount 3144P-transmitter met dubbele sensoroptie in combinatie met de HART Tri-Loop, moet u rekening houden met de configuratie van de verschil-, gemiddelde, eerste goede temperaturen, Sensor Drift Alert (Waarschuwing sensorverschuiving) en de functie Hot Backup (indien van toepassing).
  • Pagina 114: De Tri-Loop Gebruiken Om Sensor Drift Alert (Waarschuwing Sensorverschuiving) Te Detecteren

    Volg deze stappen voor het instellen van de HART Tri-Loop voor het verzenden van waarschuwingen voor sensorstoringen. Procedure 1. Configureer de variabele kaart voor de Rosemount 3144P-transmitter met dubbele sensor, zoals afgebeeld: Variabele Toewijzing Sensor 1 of sensor average (sensorgemiddel‐...
  • Pagina 115: Geavanceerde Diagnostiek

    (inclusief sensordegradatie en degradatie van dragen en aansluitin‐ gen), neemt de weerstand van de meetkring toe. Eerst wordt de transmitter door de gebruiker geconfigureerd met een basislijn. Vervolgens controleert de degradatiediagnose minstens één keer per seconde de weerstand in de www.Emerson.com...
  • Pagina 116: Thermokoppeldegradatie Configureren Bij Begeleide Setup

    Regelkringen, veiligheidsmeetkringen, ‘probleem thermokoppels’ Doeltoe‐ passin‐ gen: 3.15  Thermokoppeldegradatie configureren bij begeleide setup 3.15.1  Degradatie van thermokoppel inschakelen in begeleide setup: Sneltoetsen 2-1-7-1 Procedure 1. Selecteer vanuit het Startscherm 2 Configure (Configureren). 2. Selecteer 1 Guided Setup (Begeleide setup). www.Emerson.com...
  • Pagina 117 5. Selecteer de sensor waarvoor Thermocouple Diagnostic (diagnose thermokoppel) wordt geconfigureerd. Kies tussen 1 Sensor 1 of 2 Sensor 2 en selecteer ENTER. 6. Selecteer 1 Enable (Inschakelen) om Thermocouple Diagnostic (diagnose thermokoppel) in te schakelen en selecteer ENTER. www.Emerson.com...
  • Pagina 118 ABORT (AFBREKEN) om af te sluiten. 10. Beslis of u de basisweerstand van het thermokoppel dat u configureert, opnieuw wilt instellen. Zo ja, selecteer dan 1 Yes (Ja). Zo nee, selecteer 2 No (Nee). Return to Main Screen (Terug naar Startscherm) . www.Emerson.com...
  • Pagina 119: Thermokoppeldegradatie Uitschakelen In Begeleide Setup Sneltoetsen

    ABORT (AFBREKEN) om af te sluiten. 3.15.2  Thermokoppeldegradatie uitschakelen in begeleide setup Sneltoetsen 2-1-7-1 Procedure 1. Selecteer vanuit het Startscherm 2 Configure (Configureren). 2. Selecteer 1 Guided Setup (Begeleide setup). 3. Selecteer 7 Diagnostics Suite (Diagnosesuite). www.Emerson.com...
  • Pagina 120 Kies tussen 1 Sensor 1 of 2 Sensor 2 en selecteer ENTER. 6. Selecteer 2 Disable (Uitschakelen) om Thermocouple Diagnostic (diagnose thermokoppel) uit te schakelen en selecteer ENTER. 7. Thermokoppeldegradatie is uitgeschakeld voor de geselecteerde sensor. Selecteer www.Emerson.com...
  • Pagina 121: Thermokoppeldegradatie Configureren Bij Handmatige Setup

    HART inbedrijfstelling 00809-0111-4021 Februari 2024 3.16  Thermokoppeldegradatie configureren bij handmatige setup 3.16.1  Schakel thermokoppeldegradatie in bij handmatige setup: Sneltoetsen 2-2-4-3-4 Procedure 1. Selecteer vanuit het Startscherm 2 Configure (Configureren). 2. Selecteer 2 Manual Setup (Handmatige setup). 3. Selecteer 4 Diagnostics (Diagnostiek). www.Emerson.com...
  • Pagina 122 Kies tussen 1 Sensor 1 of 2 Sensor 2 en selecteer ENTER. Selecteer 3 Exit (Afsluiten) om de set-up af te sluiten. 7. Selecteer 1 Enable (Inschakelen) om Thermocouple Diagnostic (diagnose thermokoppel) in te schakelen en selecteer ENTER. www.Emerson.com...
  • Pagina 123 ABORT (AFBREKEN) om af te sluiten. 11. Beslis of u de basisweerstand van het thermokoppel dat u configureert, opnieuw wilt instellen. Zo ja, selecteer dan 1 Yes (Ja). Zo nee, selecteer 2 No (Nee). Return to Main Screen (Terug naar Startscherm) . www.Emerson.com...
  • Pagina 124: Thermokoppeldegradatie Uitschakelen In Handmatige Setup: Sneltoetsen

    12. Indien YES (JA): Bekijk de samenvatting op de communicator en selecteer OK als u tevreden bent of ABORT (AFBREKEN) om af te sluiten. 3.16.2  Thermokoppeldegradatie uitschakelen in handmatige setup: Sneltoetsen 2-2-4-3-4 Procedure 1. Selecteer vanuit het Startscherm 2 Configure (Configureren). 2. Selecteer 2 Manual Setup (Handmatige setup). 3. Selecteer 4 Diagnostics (Diagnostiek). www.Emerson.com...
  • Pagina 125 6. Selecteer de sensor waarvoor Thermocouple Diagnostic (diagnose thermokoppel) wordt uitgeschakeld. Kies tussen 1 Sensor 1 of 2 Sensor 2 en selecteer ENTER. 7. Selecteer 2 Disable (Uitschakelen) om Thermocouple Diagnostic (diagnose thermokoppel) uit te schakelen en selecteer ENTER. www.Emerson.com...
  • Pagina 126: Active Sensor Drift Alert (Actieve Waarschuwingen Thermokoppeldegradatie)

    8. Thermokoppeldegradatie is uitgeschakeld voor de geselecteerde sensor. Selecteer 3.17  Active Sensor Drift Alert (actieve waarschuwingen thermokoppeldegradatie) 3.17.1  Controleer of thermokoppeldegradatie is ingeschakeld: Sneltoetsen 2-2-4 Procedure 1. Selecteer vanuit het Startscherm 2 Configure (Configureren). 2. Selecteer 2 Manual Setup (Handmatige setup). 3. Selecteer 4 Diagnostics (Diagnostiek). www.Emerson.com...
  • Pagina 127: De Configuratie Van De Diagnose Thermokoppel Beoordelen: Sneltoetsen

    Enabled (Ingeschakeld) als Thermocouple Diagnostic (diagnose thermokoppel) is ingeschakeld voor Sensor 2, en Disabled (Uitgeschakeld) als Thermocouple Diagnostic (diagnose thermokoppel) is uitgeschakeld. 3.17.2  De configuratie van de diagnose thermokoppel beoordelen: Sneltoetsen 2-2-4 Procedure 1. Selecteer op het Startscherm de optie 3: Service Tools (Servicehulpmiddelen). www.Emerson.com...
  • Pagina 128 3. Selecteer 1 T/C Diag Snsr 1 (Diagnose sensor 1) of 2 T/C Diag Snsr 2 (Diagnose sensor 2) afhankelijk van de sensor waarin u geïnteresseerd bent. 4. Selecteer 3 TC Diag Config (Configuratie TC-diagnose) om de configuratie gegevens van de sensor te bekijken. www.Emerson.com...
  • Pagina 129: Diagnostische Waarschuwingen Thermokoppel Bekijken: Sneltoetsen

    Sneltoetsen 1-1-2 Wanneer de diagnose thermokoppeldegradatie een defecte sensor detecteert, verschijnt er een bericht op het LCD-display: ALARM SNSR, ALARM FAIL (ALARM FOUT), ALARM AO. Procedure 1. Selecteer 1 Overview (Overzicht). 2. Selecteer 1 Device Status (Instrumentstatus): Maintenance (Onderhoud). www.Emerson.com...
  • Pagina 130: Waarschuwing Voor Degradatie Van Thermokoppel Resetten: Sneltoetsen

    (Gedegradeerd). Als sensor 2 gedegradeerd is, selecteert u 2 M: Sensor 2 (sensor 2) Degraded (Gedegradeerd). 3.17.4  Waarschuwing voor degradatie van thermokoppel resetten: Sneltoetsen 1-1-1 Procedure 1. Selecteer 1 Overview (Overzicht). 2. Selecteer 1 Device Status (Instrumentstatus): Maintenance (Onderhoud). www.Emerson.com...
  • Pagina 131: Minimum-/Maximumtrackingdiagnose

    Tracking van minimum- en maximumtemperaturen (min./max. tracking) registreert, indien ingeschakeld, minimum- en maximumtemperaturen met datum- en tijdstempels op Rosemount 3144P-temperatuurtransmitters . Deze functie registreert waarden voor Sensor 1, Sensor 2, Differentiële en Eindtemperaturen (behuizing). Min./max Tracking registreert alleen temperatuurmaxima en -minima sinds de laatste reset, en is geen logfunctie.
  • Pagina 132: Min/Max Tracking Configureren In Begeleide Setup

    Min/Max tracking configureren in begeleide setup Min./max-tracking inschakelen in begeleide setup Sneltoetsen 2-1-7-2 Procedure 1. Selecteer vanuit het Startscherm 2 Configure (Configureren). 2. Selecteer 1 Guided Setup (Begeleide setup). 3. Selecteer 7 Diagnostics Suite (Diagnosesuite). 4. Selecteer 2 Config Min/Max Tracking (Min./max-tracking configureren). www.Emerson.com...
  • Pagina 133 First Good Temperature (Eerste goede temperatuur), Differential Temperature (Verschiltemperatuur) en Terminal Temperature (Aansluitklemtemperatuur). Selecteer ENTER. 8. Herhaal stap 6-7 totdat aan alle gewenste parameters een variabele is toegewezen die moet worden bijgehouden. Selecteer 6 Exit (Afsluiten) als u klaar bent. www.Emerson.com...
  • Pagina 134: Min/Max Tracking Configureren In Handmatige Setup

    Min/Max tracking inschakelen in handmatige setup: Sneltoetsen 2-2-4-3-5 Procedure 1. Selecteer vanuit het Startscherm 2 Configure (Configureren). 2. Selecteer 2 Manual Setup (Handmatige setup). 3. Selecteer 4 Diagnostics (Diagnostiek). 4. Selecteer 3 Sensor and Process Diagnostics (Sensoren en procesdiagnostiek). www.Emerson.com...
  • Pagina 135 Parameters (Alle parameters). 8. Selecteer welke variabele moet worden gevolgd met de geselecteerde parameter. Kies tussen Sensor 1, Sensor 2, Average Temperature (Gemiddelde temperatuur), First Good Temperature (Eerste goede temperatuur), Differential Temperature (Verschiltemperatuur) en Terminal Temperature (Aansluitklemtemperatuur). Selecteer ENTER. www.Emerson.com...
  • Pagina 136: Zoek De Minimum- En Maximumtemperaturen En Reset De Waarden: Sneltoetsen

    1. Selecteer op het Startscherm de optie 3: Service Tools (Servicehulpmiddelen). 2. Selecteer 4: Maintenance (Onderhoud). 3. Selecteer 3 Min/Max Tracking (Min./max-tracking). 4. Om de minimum en maximum geregistreerde temperaturen van een parameter te bekijken, selecteert u de parameter die u wilt bekijken. www.Emerson.com...
  • Pagina 137: Min/Max-Tracking Uitschakelen

    4 Reset Parameter X (Parameter X resetten). Min/Max-tracking uitschakelen Procedure 1. Selecteer vanuit het Startscherm 2 Configure (Configureren). 2. Selecteer 1 Guided Setup (Begeleide setup). 3. Selecteer 7 Diagnostics Suite (Diagnosesuite). www.Emerson.com...
  • Pagina 138: Kalibratie

    Met de trimfuncties kan de gebruiker de in de fabriek opgeslagen karakterisatiecurve aanpassen door de interpretatie van de sensoringang door de transmitter digitaal te wijzigen. Kalibratie van de Rosemount 3144P-transmitter kan bestaan uit: • Sensoringangtrim: Digitaal wijzigen van de interpretatie van het ingangssignaal door de transmitter •...
  • Pagina 139: Kalibratiefrequentie

    3. Bereken stabiliteit per maand. • (% per maanden) 3 (procestemperatuurbereik) 4. Bereken kalibratiefrequentie. • Voorbeeld voor Rosemount 3144P Pt 100 (a = 0,00385) Referentietemperatuur is 20 °F Verandering procestemperatuur is 0-100 °C Omgevingstemperatuur is 30 °C 1. Vereiste prestaties: ± 0,35 °C 2.
  • Pagina 140: De Transmitter Trimmen

    Toepassing: Lineaire offset- en slope-correctie (tweepunts trimoplossing) 1. Sluit de sensor aan op de transmitter. Plaats de sensor in het bad op het laagste bereikpunt. 2. Voer een bekende badtemperatuur in met de veldcommunicator. 3. Herhaal dit bij het punt met het hoogste bereik. www.Emerson.com...
  • Pagina 141: Opmerking

    Als deze instrumenten ook een constante sensorstroom nodig hebben, moet de transmitter worden ingesteld op de ‘Actieve kalibratiemodus’. Door de constante stroom kan de transmitter echter geen EMF-compensatie uitvoeren, waardoor er een verschil in aflezing kan bestaan tussen de actieve kalibrator en de werkelijke sensor. www.Emerson.com...
  • Pagina 142: Transmitter-Sensor Matching (Transmitter Aan Sensor Aanpassen)

    Een 12mV-meting is bijvoorbeeld gelijk aan 390 °F of 60W-fout voor een PT100 385 RTD. De Emerson EMF-compensatie detecteert deze extern geïnduceerde spanningen en elimineert de foutieve spanningen uit de berekeningen die door de transmitters worden uitgevoerd. Extern geïnduceerde spanningen komen van motoren, kalibratie-instrumenten (droge blokkalibrator) enz.
  • Pagina 143 De begeleide setup leidt u door de volledige sensorconfiguratie. Dit document leidt u door het specifieke gedeelte voor sensor-matching met transmitter. Procedure 1. Selecteer vanuit het Startscherm 2 Configure (Configureren). 2. Selecteer 1 Guided Setup (Begeleide setup). www.Emerson.com...
  • Pagina 144 5. Wanneer daarom wordt gevraagd, selecteert u het sensortype. Voor deze optie moet dit Cal VanDusen zijn. Selecteer Enter. 6. Hiermee worden alle min./max.-waarden die deze sensor bewaakt evenals alle min./max.-waarden waarmee Verschil, Gemiddelde of Eerste Goed worden bewaakt. Selecteer OK. www.Emerson.com...
  • Pagina 145 R0, A, B, C en 2 R0, Alpha (Alfa), Bèta (bèta), Delta. 9. Voer wanneer daarom wordt gevraagd elke constante in en selecteer Enter. 10. Nadat u dit hebt voltooid, wordt een samenvattingsscherm weergegeven met alle coëfficiëntswaarden die nodig zijn voor de CVD-vergelijking. Bekijk deze informatie en selecteer OK. www.Emerson.com...
  • Pagina 146: Transmitter-Sensor Matching (Transmitter Aan Sensor Aanpassen) Configureren In Handmatige Setup

    Abort (Afbreken). Transmitter-Sensor Matching (Transmitter aan sensor aanpassen) configureren in handmatige setup Procedure 1. Selecteer vanuit het Startscherm 2 Configure (Configureren). 2. Selecteer 2 Manual Setup (Handmatige setup). 3. Selecteer de sensor die u wilt configureren. www.Emerson.com...
  • Pagina 147 6. Selecteer wanneer daarom wordt gevraagd welke set coëfficiënten u wilt invoeren voor die sensor. Kies tussen 1 R0, A, B, C en 2 R0, Alpha (Alfa) , Bèta (Bèta), Delta. 7. Voer wanneer daarom wordt gevraagd de gewenste waarden voor elke coëfficiënt www.Emerson.com...
  • Pagina 148: Bekijk De Ingestelde Cvd-Coëfficiënten

    9. De methode is voltooid, selecteer 3 Exit (Afsluiten) om de methode af te sluiten als u tevreden bent. Bekijk de ingestelde CVD-coëfficiënten Procedure 1. Selecteer vanuit het Startscherm 2 Configure (Configureren). 2. Selecteer 2 Manual Setup (Handmatige setup). www.Emerson.com...
  • Pagina 149 Andere sensor kan ‘A-, B- of C-waarden’ hebben voor constanten. Opmerking Wanneer Transmitter-Sensor Matching (Transmitter aan sensor aanpassen) is uitgeschakeld, keert de transmitter terug naar de fabrieksinstelling. Controleer of de meeteenheden van de transmitter correct terugkeren naar de standaardinstelling voordat de transmitter in gebruik wordt genomen. www.Emerson.com...
  • Pagina 150: Output Trim (Uitgangssignaaltrim) Of Scaled Output Trim (Geschaalde Uitgangssignaaltrim)

    Met de opdracht Geschaalde D/A-trim stemt u de 4- en 20mA-punten af op een door de gebruiker te selecteren referentieschaal anders dan 4 en 20 mA (bijvoorbeeld 2-10 volt). Om een geschaalde D/A-trim uit te voeren, sluit u een nauwkeurige referentiemeter www.Emerson.com...
  • Pagina 151: Probleemoplossing

    De communicator moet Dev v4, DD v1 (verbeterd), of referentie Veld‐ communicator voor eerdere versies melden. Neem contact op met Emerson Customer Central voor ondersteuning. • Controleer op ten minste 250 ohm weerstand tussen de voeding en de verbinding met de De transmitter commu‐...
  • Pagina 152 Bedrading van meet‐ • Controleer de juiste polariteit op de signaal‐ kring aansluiting. • Controleer de kringimpedantie. • Sluit een veldcommunicator aan en doorloop de modi van de kringtest. • Controleer de draadisolatie op mogelijke kortsluiting naar aarde. www.Emerson.com...
  • Pagina 153 Hiermee wordt de gebruiker gevraagd op de heugen naar het instrument softkey SEND (VERZENDEN) te drukken om een overdracht van geheugen naar instrument te starten. EEPROM-fout Reset het instrument. Als de fout aanhoudt, is het instrument defect. Neem contact op met een Rosemount-servicecentrum. www.Emerson.com...
  • Pagina 154 Geen offline instrumenten beschikbaar Er zijn geen instrumentbeschrijvingen beschik‐ baar voor gebruik om een instrument offline te configureren. Geen simulatie-instrumenten beschikbaar Er zijn geen instrumentbeschrijvingen beschik‐ baar om een instrument te simuleren. www.Emerson.com...
  • Pagina 155 Druk op NO (NEE) om de veldcommunicator uit te schakelen. Niet-verzonden gegevens gaan ver‐ loren. Te weinig gegevensbytes ontvangen Opdracht retourneert minder gegevensbytes dan werd verwacht zoals werd vastgesteld door de instrumentbeschrijving. www.Emerson.com...
  • Pagina 156: Lcd-Display

    Tabel 3-4: Beschrijvingen van foutmeldingen LCD-display Bericht Beschrijving [LEEG] Als de meter niet lijkt te werken, zorg er dan voor dat de transmitter is geconfigureerd voor de gewenste meteroptie. De meter werkt niet als de LCD-weergaveoptie is ingesteld op Not Used (Niet in gebruik). www.Emerson.com...
  • Pagina 157 1 en sensor 2 heeft de door de gebrui‐ ker opgegeven limiet overschreden. Een van de sensoren is mogelijk defect. Op de regel Procesvariabele wordt ‘WARN’ weergegeven en op de regel Procesvariabele Eenheid wordt afwisselend ‘DRIFT’ en ‘ALERT’ weergegeven. www.Emerson.com...
  • Pagina 158 In het geval van een storing in Sensor 2 met de functie Hot Backup ingeschakeld, wordt op de regel Procesvariabele ‘WARN weergegeven en op de regel Procesvariabele Eenheid wordt afwisselend ‘SNSR 2’ en ‘RAN‐ GE’ weergegeven. www.Emerson.com...
  • Pagina 159: Foundation Fieldbus-Configuratie

    Voordat u het instrument configureert, moet u ervoor zorgen dat de host de juiste revisie van het bestand Device Description voor dit instrument heeft. De device descriptor staat op Emerson.com/Rosemount. Vanaf februari 2011 is de huidige revisie van de Rosemount 3144P met F Fieldbus Protocol instrumentrevisie 3.
  • Pagina 160: Knooppuntadres

    Andere typen modi Andere typen modi zijn Cas, RCas, ROut, IMan en LO. Sommige van deze kunnen worden ondersteund door verschillende functieblokken in de 644. Zie voor meer informatie de naslaghandleiding van het functieblok. www.Emerson.com...
  • Pagina 161: Link Active Scheduler (Las)

    4.6  Link Active Scheduler (LAS) De Rosemount 3144P kan worden aangewezen om te fungeren als back-up LAS in het geval dat het LAS wordt losgekoppeld van het segment. Als back-up LAS neemt de transmitter het beheer van de communicatie over totdat de host is hersteld.
  • Pagina 162: Foundation Fieldbus-Functieblokken

    4.8  fieldbus-functieblokken OUNDATION Voor referentie-informatie over de bron, sensortransducer , AI, LCD- display transducerblokken, zie het productgegevensblad Rosemount 3144P- temperatuurtransmitter . Referentie-informatie over het PID -blok vindt u in de Referentiehandleiding van het functieblok. 4.8.1  Eigenschappenblok (indexnummer 1000) Het eigenschappenfunctieblok (RB) bevat diagnostische, hardware- en elektronica- informatie.
  • Pagina 163: Aritmetisch (Indexnummer 2200)

    De parameters FEATURES (FUNCTIES) en FEATURE_SEL (FUNCTIE_SEL) bepalen het optionele gedrag van de transmitter. FEATURES De parameter FEATURES is alleen-lezen en definieert welke functies worden ondersteund door de transmitter. Hieronder volgt een lijst met FEATURES die de transmitter ondersteunt. www.Emerson.com...
  • Pagina 164 SW_SEL)-bit schrijven GING_BEPA‐ LEN) 0 (uit) 0 (uit) N.v.t. 1 (ontgren‐ Alleen-lezen N.v.t. Alle deld) 0 (uit) 1 (aan) N.v.t. 1 (ontgren‐ Lezen/Schrij‐ N.v.t. Alle deld) 0 (uit) 1 (aan) N.v.t. 2 (vergren‐ Lezen/Schrij‐ Fysiek Alleen func‐ deld) tieblokken www.Emerson.com...
  • Pagina 165: Plantweb-Waarschuwingen

    MAINT_ALARM (ONDERHOUD_ALARM), ADVISE_ALARM (ADVIES_ALARM) heeft de laagste prioriteit. FAILED_ALARMS (UITGEVALLEN_ALARMEN) Een storingsalarm duidt op een storing in een instrument waardoor het instrument of een deel van het instrument niet operationeel is. Dit betekent dat het instrument onmiddellijk www.Emerson.com...
  • Pagina 166 Hieronder volgt een lijst met de toestanden met eerst de hoogste prioriteit. 1. Primaire waarde gedegradeerd 2. Secundaire waarde gedegradeerd 3. Diagnostiek 4. Configuratiefout 5. Kalibratiefout www.Emerson.com...
  • Pagina 167 De parameter ADVISE_ACTIVE (ADVIES_ACTIEF) geeft aan welke van de adviezen actief is. Alleen het advies met de hoogste prioriteit wordt weergegeven. Deze prioriteit is niet hetzelfde als de hierboven beschreven parameter ADVISE_PRI (ADVIES_PRI). Deze prioriteit is hard gecodeerd in het instrument en kan niet door de gebruiker worden geconfigureerd. www.Emerson.com...
  • Pagina 168: Aanbevolen Acties Voor Plantweb-Waarschuwingen

    4.9.4  Aanbevolen acties voor velddiagnostiek volgens NE107 Alarmtype Naam actieve gebeurtenis Tekenreeks aanbevolen actie Diagnostische fout Instrumentsensordiagnose is geactiveerd. Onderhoud vereist Proces heeft een anomalie ge‐ N.v.t. detecteerd Buiten specificatie Configuratiefout Schrijf de sensorconfiguratie opnieuw. www.Emerson.com...
  • Pagina 169: Diagnostiek Eigenschappenblok

    De huidige modus is buiten werking. Tabel 4-3: RB.DETAILED_STATUS (RB.GEDETAILLEERDE STATUS) eigenschappenblok RB.DETAILED_STATUS (RB.GE‐ Beschrijving DETAILLEERDE STATUS) Fout sensor-transducerblok Actief wanneer een SENSOR_DETAILED_STATUS (SENSOR_GEDE‐ TAILLEERDE_STATUS)-bit is ingeschakeld. Integriteitsfout productieblok De grootte van het fabricageblok, de revisie of de checksum is onjuist. www.Emerson.com...
  • Pagina 170 Als er wordt gefilterd in het AI-blok, wordt elke macrocyclus demping toegepast op de uitgang. Het LCD-display geeft de waarde van het transducerblok weer. www.Emerson.com...
  • Pagina 171 Hot Backup actief Het instrument is momenteel in de Hot Backup- modus, wat betekent dat de primaire sensor is uitgevallen. Sensor open Open sensor gedetecteerd. Sensor kortgesloten Kortsluiting sensor gedetecteerd. Temperatuurfout aansluitklem (behuizing) Open of kortgesloten PRT gedetecteerd. www.Emerson.com...
  • Pagina 172: Transducerblok Met Lcd-Display

    Als er in de transmitter een functieblok wordt gebruikt dat is gekoppeld aan een procesvariabele van een ander instrument op het segment, kan die procesvariabele op het LCD-display worden weergegeven. www.Emerson.com...
  • Pagina 173 Selecteer AUTO alleen wanneer de weer te geven parameter druk, temperatuur of procent is. Selecteer voor andere parameters CUSTOM (AANGEPAST) en zorg ervoor dat u de parameter CUSTOM_UNITS_# (AANGEPASTE_EENHEDEN_#) configureert. Selecteer NONE (GEEN) als de parameter moet worden weergegeven zonder gekoppelde eenheden. www.Emerson.com...
  • Pagina 174 LCD-display. –4 tot 185 °F (–20 tot 85 °C) 4.9.8  Hot Backup-transducer Hot Backup-parame‐ Subparameter Beschrijving In te stellen waar‐ ters FEATURE_CONFIG FEATURE_ENABLE (FUNC‐ Selecteer de functie. Hot Backup (FUNCTIE_CONFIG) TIE_INSCHAKELEN) www.Emerson.com...
  • Pagina 175 (sensor 2 bui‐ Onzeker ten bedrijfsbereik of sensor 2 gedegradeerd). Hot Backup actief (sensor 1 open of kortgesloten of bui‐ Geen (laatste goede Bad (Slecht) Bad (Slecht) ten bedrijfsbereik) en (sensor 2 waarde)/ Slecht open of kortgesloten of buiten bedrijfsbereik). www.Emerson.com...
  • Pagina 176: Analoge Ingang (Ai)

    Er zijn twee manieren om dit te doen. Handmatige modus Om alleen de OUT_VALUE (UIT_WAARDE) te veranderen en niet de OUT_STATUS (UIT_STATUS) van het AI-blok, zet u de TARGET MODE (DOELMODUS) van het blok op MANUAL (HANDMATIG). Wijzig vervolgens de OUT_VALUE (UIT_WAARDE) naar de gewenste waarde. www.Emerson.com...
  • Pagina 177: Simulate (Simuleren)

    Selecteer het kanaal dat overeenkomt met de gewenste sensormeting. Kanaal Measurement (Meting) Ingang 1 Ingang 2 Verschil Aansluitklem temperatuur (behuizing) Minimumwaarde ingang 1 Maximumwaarde ingang 1 Minimumwaarden ingang 2 Maximumwaarden ingang 2 Minimale verschilwaarde Maximale verschilwaarde Minimumwaarde aansluitklem (behui‐ zing) Maximumwaarde aansluitklem (behui‐ zing) Waarde Hot Backup www.Emerson.com...
  • Pagina 178: Configuratievoorbeelden

    Als de meeteenheden van de XD_SCALE (XD_SCHAAL) geselecteerd zijn, verandert dit de meeteenheden van de PRIMARY_VALUE_RANGE (BEREIK_PRIMAIRE_WAARDE) in het transducerblok in dezelfde eenheden. Dit is de enige manier om de meeteenheden te wijzigen in het sensor-transducerblok, PRIMARY_VALUE_RANGE PARAMETER (PARAMATER BEREIK_PRIMAIRE_WAARDE). Configuratievoorbeelden Sensortype: 4-draads, Pt 100 α = 385. www.Emerson.com...
  • Pagina 179: Ai-Blokken (Basisconfiguratie)

    Bij het selecteren van een thermokoppel als sensortype, kan een 3- of 4-draadsverbinding niet worden geselecteerd. In deze situatie configureert u de andere sensor als ‘Niet in gebruik’. Hierdoor worden de afhankelijkheden gewist die de configuratie van de gewenste sensor verhinderen. www.Emerson.com...
  • Pagina 180 Stel de tijdconstante filter in op nul om de filterfunctie uit te schakelen. 4.10.4  Procesalarmen Procesalarmdetectie is gebaseerd op de waarde UIT. Configureer de alarmgrenzen van de volgende standaard alarmen: • Hoog (HIGH_LIM) (HOOG_LIM) • Hoog hoog (HIGH_HIGH_LIM) (HOOG_HOOG_LIM) www.Emerson.com...
  • Pagina 181: Statusopties

    (het verzenden van een waarschuwing) door het blok wordt uitgevoerd of stroomafwaarts wordt gepropageerd voor alarmering. Onzeker indien beperkt Stel de uitgangsstatus van het analoge ingangsblok in op onzeker als de gemeten of berekende waarde beperkt is. www.Emerson.com...
  • Pagina 182: Geavanceerde Functies

    Actief simuleren: Simulatie is ingeschakeld en het blok gebruikt een gesi‐ muleerde waarde in de uitvoering. Ingangsfout/procesvariabele heeft de status Bad (Slecht): De hardware is slecht of de status Bad (Slecht) wordt gesimuleerd. Voeding aansluiten: Blok is niet gepland. Buiten werking: De huidige modus is buiten werking. www.Emerson.com...
  • Pagina 183: Operation (Werking)

    Als uw host of configuratie-tool geen methoden ondersteunt, behandelt dit gedeelte bovendien het handmatig configureren van de parameters voor elke bewerkingsmethode. Raadpleeg de handleiding van de host of configuratie-tool voor meer gedetailleerde informatie over het gebruik van methoden. www.Emerson.com...
  • Pagina 184: Sensor Calibration (Sensorkalibratie), Lower And Upper Trim Methods (Methoden Onderste En Bovenste Trim)

    Om de transmitter te kalibreren, gebruikt u de methoden voor onderste en bovenste trim. Als het systeem geen methoden ondersteunt, configureert u de onderstaande transducerblokparameters handmatig. Procedure 1. Stel MODE_BLK.TARGET_X (MODUS_BLK.DOEL_X) in op OOS. 2. Stel SENSOR_CAL_METHOD_X (SENSOR_CAL_METHODE_X) in op User Trim (Gebruikerstrim). www.Emerson.com...
  • Pagina 185: Recall Factory Trim (Fabrieks-Trim Herstellen)

    2. Stel SENSOR_CAL_METHOD (SENSOR_CAL_METHODE) in op Factory Trim (Fabriekstrim). 3. Stel SENSOR_CAL_DATE (SENSOR_CAL_DATUM) in op de huidige datum. 4. Stel SENSOR_CAL_WHO (SENSOR_CAL_WIE) in op de persoon die verantwoordelijk is voor de kalibratie. 5. Stel SENSOR_CAL_LOC in op de kalibratielocatie. 6. Stel TARGET_MODE (DOEL_MODUS) in op AUTO. www.Emerson.com...
  • Pagina 186: Belangrijk

    2, 3 of 4 3 basislijn of de standaardwaarde Detectieniveau van 5000 Ohm. Als de weerstand van de thermokoppelkring het detectie‐ niveau overschrijdt, wordt er een onderhoudswaarschuwing voor Plant‐ web gegenereerd. Weerstand Dit is de bestaande weerstandsmeting van de thermokoppelkring. www.Emerson.com...
  • Pagina 187: Statistische Procesbewaking (Spm)

    Tracking van minimum- en maximumtemperaturen (min./max. tracking) registreert, indien ingeschakeld, minimum- en maximumtemperaturen met datum- en tijdstempels op Rosemount 3144P-temperatuurtransmitters . Deze functie registreert waarden voor Sensor 1, Sensor 2, Differentiële en Eindtemperaturen (behuizing). Min./max Tracking registreert alleen temperatuurmaxima en -minima sinds de laatste reset, en is geen logfunctie.
  • Pagina 188: Spm-Configuratie

    Deze diagnoses helpen bij de engineering en het onderhoud van de instrumenten. Er kunnen valse alarmen en gemiste detecties optreden. Als in het proces een terugkerend probleem bestaat, neemt u contact op met Emerson voor ondersteuning. Configuratiefase De configuratiefase is een inactieve status wanneer het SPM-algoritme kan worden geconfigureerd.
  • Pagina 189: Grote Variatie

    SPM_Active (SPM_Actief)-parameter die de SPM start wanneer deze is ingesteld op ‘Enabled’ (ingeschakeld). Met ‘Disabled’ (Uitgeschakeld) wordt de diagnostische bewaking uitgeschakeld. Deze moet voor de configuratie op ‘Disabled’ (Uitgeschakeld) worden gezet en pas na volledige configuratie van de SPM op ‘Enabled’ (Ingeschakeld). www.Emerson.com...
  • Pagina 190: Handleidingen Voor Probleemoplossing

    (raadpleeg de documentatie stellingen van de host voor de procedure). 1. Controleer op twee aansluitklem‐ Onjuiste signaalniveaus. men. Instrument blijft niet op Raadpleeg de documentatie 2. Overtollige kabellengte. segment bij de host voor de procedu‐ 3. Slechte voeding of regelaar. www.Emerson.com...
  • Pagina 191 Controleer op een onderbreking in het circuit Storing sensoringang van de sensor. of verbinding Hoge uitvoer • Controleer de procesvariabele om te zien of deze buiten het bereik valt. • Controleer op vuile of defecte aansluitklem‐ Bedrading van meet‐ men, verbindingspennen of contra-connecto‐ kring ren. www.Emerson.com...
  • Pagina 192 Ga naar de testmodus van de transmitter om een storing in de elektronicamodule op te sporen. 4.12.2  LCD-display Opmerking Voor Rosemount 3144P-transmitters met F fieldbus worden de volgende LCD- OUNDATION weergaveopties niet gebruikt: Staafdiagram, sensor 1, sensor 2, differentieel, multidrop en burst-modus. Bericht Bovenste regel LCD- Onderste regel LCD-dis‐...
  • Pagina 193 ‘Fout’ ‘SNSOR’ Sensor Drift Alert (Waarschuwing sensorver‐ ‘Fout’ ‘SNSOR’ schuiving) Hot Backup actief ‘Fout’ ‘SNSOR’ Waarschuwing voor degradatie van thermo‐ ‘Fout’ ‘SNSOR’ koppel Hieronder staan de standaardtags voor elk van de mogelijke functieblokken die gegevens weergeven op het LCD-display: www.Emerson.com...
  • Pagina 194 Wanneer de stroom voor het eerst wordt ingeschakeld, geeft het LCD-display het volgende weer: Bovenste regel LCD-display Onderste regel LCD-display ‘3144’ blanco Als het instrument van de modus ‘Auto’ naar de modus ‘Out-of-Service’ (Buiten werking, OOS) gaat, wordt op het LCD-display het volgende weergegeven: www.Emerson.com...
  • Pagina 195 Referentiehandleiding fieldbus-configuratie OUNDATION 00809-0111-4021 Februari 2024 Bovenste regel LCD-display Onderste regel LCD-display ‘OOS’ blanco www.Emerson.com...
  • Pagina 196 Referentiehandleiding OUNDATION Februari 2024 00809-0111-4021 www.Emerson.com...
  • Pagina 197: Gebruik En Onderhoud

    Selecteer een standaard, kant-en-klare sensor voor gebruik met de transmitter, of raadpleeg de fabriek voor een vervangende speciale combinatie sensor/ transmitter. 5.2.3  Elektronicabehuizing De transmitter heeft een behuizing met twee compartimenten. Eén compartiment bevat de elektronicamodule, en de andere bevat alle draadaansluitingen en contra-connector voor communicatie. www.Emerson.com...
  • Pagina 198: De Elektronicamodule Verwijderen

    De functie Transmitter Diagnostics Logging (Registratie transmitterdiagnose) houdt echter bij waardoor de transmitter in alarm ging en bespaart waardevolle foutopsporingstijd. Het logboek kan worden bekeken met software voor activabeheer, zoals AMS Device Manager. www.Emerson.com...
  • Pagina 199: Retournering Van Materiaal

    Februari 2024 5.3  Retournering van materiaal Om het retourproces in Noord-Amerika te versnellen, kunt u contact opnemen met het Emerson National Response Center (1-800-654-7768) voor hulp met de benodigde informatie of materialen. Het centrum vraagt om de volgende informatie: • Productmodel •...
  • Pagina 200 Gebruik en onderhoud Referentiehandleiding Februari 2024 00809-0111-4021 www.Emerson.com...
  • Pagina 201: Vereisten Van Met Veiligheidsinstrumenten Uitgeruste Systemen (Sis)

    3144P-temperatuurtransmitter wordt ™ geleverd via een tweedraads 4-20mA-signaal dat de temperatuur weergeeft. De Rosemount 3144P-transmitter kan met of zonder display worden uitgerust. De Rosemount 3144P veiligheidstransmitter is gecertificeerd volgens: Lage vraag; type B. • SIL 2 voor willekeurige integriteit bij HFT=0 •...
  • Pagina 202: Configuratie

    Opmerking De transmitteruitgang valt niet binnen de nominale veiligheid tijdens: Configuratiewijzigingen, Multidrop-werking, Simulatie, Actieve kalibratiemodus en kringtests. Er dienen alternatieve methoden te worden gebruikt om de procesveiligheid te waarborgen tijdens de configuratie van de transmitter en onderhoudsactiviteiten. www.Emerson.com...
  • Pagina 203: Alarm And Saturation Levels (Alarm- En Verzadigingsniveaus)

    De dempingswaarde + responstijd mogen de vereisten voor de meetkring niet overschrijden. Als u een beschermbuis gebruikt, zorg er dan voor dat u ook rekening houdt met de extra respons als gevolg van het materiaal van de beschermbuis. www.Emerson.com...
  • Pagina 204: Gebruik En Onderhoud

    Raadpleeg het FMEDA-rapport voor het percentage mogelijke DU -fouten in het instrument. Het FMEDA-rapport is beschikbaar op de productpagina voor de Rosemount 3144P- temperatuurtransmitter. Benodigd gereedschap: Veldcommunicator, mA-meter Procedure 1. Omzeil de PLC voor beveiliging of neem andere passende maatregelen om een valse trip te voorkomen.
  • Pagina 205: Uitgebreide Proefneming

    De feedback kan elektronisch worden ingediend op Emerson.com/Rosemount/Contact-Us. 6.6  Specificaties De transmitter moet worden gebruikt overeenkomstig de functie- en prestatiespecificaties in het productgegevensblad voor de Rosemount 3144P. Foutfrequentiegegevens Het FMEDA-rapport bevat foutfrequenties en onafhankelijke informatie over generieke sensormodellen. www.Emerson.com...
  • Pagina 206: Reserveonderdelen

    50 jaar – op basis van de meest ongunstige bestanddeelslijtage, niet op basis van materiaalslijtage van processensoren. Rapporteer alle veiligheidsgerelateerde productinformatie op Emerson.com/Rosemount/ Safety/Report-A-Failure. 6.7  Reserveonderdelen Dit reserveonderdeel is beschikbaar voor de Rosemount 3144P. Beschrijving Onderdeelnummer Elektronicamodule met veiligheidscertificering 03144-3111-1007 www.Emerson.com...
  • Pagina 207: Appendix A Referentiegegevens

    A.2  Bestelinformatie, specificaties en tekeningen Voer de volgende stappen uit om de huidige bestelinformatie, specificaties en tekeningen van de Rosemount 3144P-temperatuurtransmitter te bekijken: Procedure 1. Ga naar Emerson.com/Rosemount/Rosemount-3144. 2. Scrol indien nodig met de groene menubalk en klik op Documents & Drawings (Documenten en tekeningen).
  • Pagina 208 De verkoopvoorwaarden van Emerson zijn op verzoek verkrijgbaar. Het Emerson-logo is een handelsmerk en dienstmerk van Emerson Electric Co. Rosemount is een merk van een van de bedrijven van de Emerson-groep. Alle overige merken zijn eigendom van de betreffende merkhouders.

Inhoudsopgave