Referentiehandleiding
00809-0111-4021
3.20.1
Sensoringangtrim
Sneltoetsen voor
HART 5
Sneltoetsen voor
HART 7
Met de opdracht sensor-trim kan de interpretatie van de transmitter van het
ingangssignaal zoals weergegeven in
trim trimt het gecombineerde sensor- en transmittersysteem, in meet- (°F, °C, °R, K)
of onbewerkte (W, mV) eenheden, naar een locatienorm met behulp van een bekende
temperatuurbron. Sensor-trim is geschikt voor validatieprocedures of voor toepassingen
waarbij de sensor en transmitter samen moeten worden geprofileerd.
Voer een sensor-trim uit als de digitale waarde van de transmitter voor de primaire
variabele niet overeenkomt met de standaard kalibratieapparatuur van de fabriek. De
sensor-trimfunctie kalibreert de sensor naar de transmitter in temperatuureenheden of
onbewerkte eenheden. Tenzij de bron van de standaardingang traceerbaar is door het
National Institute of Standards and Technology (NIST), zullen de trimfuncties de NIST-
traceerbaarheid van uw systeem niet handhaven.
De trimfuncties moeten niet worden verward met functies voor het anders instellen van
het bereik. Hoewel de opdracht voor het anders instellen van het bereik een sensoringang
afstemt op een 4-20mA-uitgang, zoals bij conventionele kalibratie, heeft dit geen invloed
op de interpretatie van de ingang door de transmitter.
Opmerking
Er verschijnt een waarschuwing
3.20.2
Actieve kalibratie en compensatie voor elektrisch en
magnetisch veld (EMF)
Sneltoetsen voor
HART 5
Sneltoetsen voor
HART 7
De transmitter werkt met een pulserende sensorstroom om EMF-compensatie en
detectie van open sensorcondities. Omdat sommige kalibratie-instrumenten een constante
sensorstroom nodig hebben om goed te functioneren, moet de functie 'Actieve
kalibratiemodus' worden gebruikt als er een actieve kalibrator aangesloten is. Als u deze
modus inschakelt, wordt de transmitter tijdelijk ingesteld op het leveren van constante
sensorstroom, tenzij er twee sensoringangen zijn geconfigureerd. Schakel deze modus uit
voordat u de transmitter weer in het proces zet om de transmitter weer op pulserende
stroom in te stellen. De 'Actieve kalibratiemodus' is vluchtig en wordt automatisch
uitgeschakeld wanneer er een volledige reset wordt uitgevoerd (via het HART-protocol)
of wanneer de voeding wordt uitgeschakeld.
Met EMF-compensatie kan de transmitter sensormetingen leveren die niet worden
beïnvloed door ongewenste spanningen, meestal als gevolg van thermische EMF's in de
instrumenten die op de transmitter zijn aangesloten, of door sommige soorten kalibratie-
instrumenten. Als deze instrumenten ook een constante sensorstroom nodig hebben,
moet de transmitter worden ingesteld op de 'Actieve kalibratiemodus'. Door de constante
stroom kan de transmitter echter geen EMF-compensatie uitvoeren, waardoor er een
verschil in aflezing kan bestaan tussen de actieve kalibrator en de werkelijke sensor.
www.Emerson.com
3, 4, 4
3, 4, 4
Figuur 3-12
De meetkring instellen op
3, 4, 4, 4
3, 4, 4, 4
HART inbedrijfstelling
worden gewijzigd. De opdracht sensor-
handmatig.
Februari 2024
141