Referentiehandleiding
00809-0111-4021
2
Installatie
2.1
Aandachtspunten bij installatie
2.1.1
Algemeen
Elektrische temperatuursensoren, zoals weerstandstemperatuurdetectoren (RTD's) en
thermokoppels (T/C's), produceren signalen van een laag niveau die evenredig zijn met de
temperatuur. De Rosemount X-well
op laag niveau naar HART
naar het regelsysteem via twee voedings-/signaaldraden.
2.1.2
Elektrisch
Een goede elektrische installatie is essentieel om meetfouten als gevolg van de weerstand
van de sensorkabel en elektrische ruis te voorkomen. Voor HART-communicatie moet
de stroommeetkring een weerstand hebben tussen 250 en 1100 ohm. Zie voor sensor-
en stroommeetkringaansluitingen. FOUNDATION fieldbus-instrumenten moeten de juiste
aansluitingen en netspanningsbewaking hebben voor een betrouwbare werking. Voor
FOUNDATION fieldbus moeten afgeschermde kabels worden gebruikt die op slechts één
plaats mogen worden geaard.
2.1.3
Temperatuureffecten
Temperatuureffecten
De transmitter werkt binnen de specificaties voor omgevingstemperaturen tussen –40
en 185 °F (–40 en 85 °C). Omdat de warmte vanuit het proces via de beschermbuis
wordt overgedragen naar de transmitterbehuizing, kunt u, wanneer de verwachte
procestemperatuur dicht bij of boven de gespecificeerde grenzen ligt, overwegen om extra
beschermbuisisolatie, een verlengnippel of een configuratie met montage op afstand te
gebruiken om de transmitter te isoleren van het proces.
tussen de temperatuurstijging van de behuizing en de verlengstuklengte.
Figuur 2-1: Temperatuurstijging transmitterbehuizing t.o.v. verlengstuklengte voor
een testinstallatie
www.Emerson.com
3144P-temperatuurtransmitter converteert signalen
™
of F
fieldbus en verzendt de signalen vervolgens
®
™
OUNDATION
60 (108)
50 (90)
40 (72)
Housing Temperature
30 (54)
Rise Above
Ambient °C (°F)
22
20 (36)
10 (18)
0
3
3.6
Figuur 2-1
beschrijft de relatie
4
5
6
7
8
9
Extension Length (in.)
Installatie
Februari 2024
11