Referentiehandleiding
00809-0111-4021
5. Configureer de DCS zodanig dat TV < –100 °C of TV > 100 °C een sensorstoring
3.14.4
Geavanceerde diagnostiek
Thermokoppeldegradatie
Pro‐
bleembe‐
schrij‐
ving:
Onze op‐
lossing:
De werk‐
ing:
www.Emerson.com
uitgang normaal gesproken in de buurt van 12 mA blijven en wordt het probleem
vermeden.
aanduiden en TV ≤ bijvoorbeeld –3 °C of TV ≥ 3 °C een verloopwaarschuwing geeft.
Zie
Figuur
3-11.
Figuur 3-11: Sensorverschuiving en sensoruitval volgen met
verschiltemperatuur
Thermokoppels kunnen onverwacht defect raken, wat kan leiden tot productie‐
verlies en hogere onderhoudskosten wanneer ongepland onderhoud wordt
uitgevoerd.
De Thermocouple Degradation Diagnostic (diagnose thermokoppeldegradatie)
werkt als een graadmeter voor de algemene status van het thermokoppel en is
een indicatie voor belangrijke veranderingen in de status van het thermokop‐
pel of de thermokoppelmeetkring. De transmitter controleert of de weerstand
van de thermokoppelmeetkring toeneemt om afwijkingen of veranderingen
in de bedrading te detecteren. Het degraderende thermokoppel kan worden
veroorzaakt door draadafname, defecte sensoren, binnendringen van vocht of
corrosie, en kan een indicatie zijn van een uiteindelijk defecte sensor.
De diagnose thermokoppeldegradatie meet de hoeveelheid weerstand op het
pad van een thermokoppelsensor. Idealiter zou een thermokoppel nul weer‐
stand hebben, maar in werkelijkheid heeft het enige weerstand, vooral bij lan‐
ge thermokoppelverlengstukken. Naarmate de meetkring van de sensor slech‐
ter wordt (inclusief sensordegradatie en degradatie van dragen en aansluitin‐
gen), neemt de weerstand van de meetkring toe. Eerst wordt de transmitter
door de gebruiker geconfigureerd met een basislijn. Vervolgens controleert
de degradatiediagnose minstens één keer per seconde de weerstand in de
HART inbedrijfstelling
Februari 2024
115