HART inbedrijfstelling
Februari 2024
Tabel 3-2: Basisproblemen met HART/4–20 mA oplossen
Symptoom
Onregelmatige uitvoer
Lage uitvoer of geen
uitvoer
152
Mogelijke bron
Corrigerende maatregel
•
Voeding
Elektronicamodule
•
•
•
•
Bedrading van meet‐
kring
•
•
Elektronicamodule
•
Sensorelement
•
•
•
Bedrading van meet‐
•
kring
•
•
•
Referentiehandleiding
(vervolg)
Controleer de uitgangsvoedingsspanning op
de transmitter-aansluitklemmen. Dit moet
12,0 tot 42,4 V d.c. zijn (over het volledige
werkbereik van 3,5 tot 23,0 mA).
Sluit een veldcommunicator aan en ga naar
de testmodus van de transmitter om een mo‐
dulestoring te isoleren.
Sluit een veldcommunicator aan en contro‐
leer de sensorgrenzen om er zeker van te
zijn dat de kalibratieaanpassingen binnen het
sensorbereik liggen.
Controleer of de transmitter voldoende span‐
ning heeft. Dit moet 12,0 tot 42,4 V d.c. zijn
bij de transmitter-aansluitklemmen (over het
volledige werkbereik van 3,5 tot 23,0 mA).
Controleer op kortsluitingen, onderbrekingen
in circuits en meervoudige aarding.
Sluit een veldcommunicator aan en activeer
de modus kringtest om signalen van 4 mA,
20 mA en door de gebruiker geselecteerde
waarden te genereren.
Sluit een veldcommunicator aan en ga naar
de testmodus van de transmitter om een mo‐
dulestoring te isoleren.
Sluit een veldcommunicator aan en ga naar
de testmodus van de transmitter om een sen‐
sorstoring te isoleren.
Controleer of de procesvariabele buiten be‐
reik is.
Controleer of de transmitter voldoende span‐
ning heeft. Dit moet 12,0 tot 42,4 V d.c. zijn
(over het volledige werkbereik van 3,5 tot
23,0 mA).
Controleer op kortsluiting en meervoudige
aarding.
Controleer de juiste polariteit op de signaal‐
aansluiting.
Controleer de kringimpedantie.
Sluit een veldcommunicator aan en doorloop
de modi van de kringtest.
Controleer de draadisolatie op mogelijke
kortsluiting naar aarde.
www.Emerson.com
00809-0111-4021