Inhoudsopgave
Advertenties
Referentiehandleiding
00809-0111-4021
•
Uitgangssignaal trim: Kalibreert de transmitter tot een referentieschaal van 4-20 mA
•
Geschaalde uitgangssignaaltrim: Kalibreert de transmitter tot een door de gebruiker in
te stellen referentieschaal
3.19.1
Kalibratiefrequentie
Kalibratiefrequentie kan sterk variëren afhankelijk van de toepassing, prestatievereisten
en procesomstandigheden. Gebruik de volgende procedure om de kalibratiefrequentie te
bepalen die voldoet aan de behoeften van uw toepassing.
1. Bepaal de vereiste prestaties.
2. Bereken de totale waarschijnlijke fout.
3. Bereken stabiliteit per maand.
4. Bereken kalibratiefrequentie.
Voorbeeld voor Rosemount 3144P Pt 100 (a = 0,00385)
Referentietemperatuur is 20 °F
Verandering procestemperatuur is 0-100 °C
Omgevingstemperatuur is 30 °C
1. Vereiste prestaties: ± 0,35 °C
2. TPE = 0,102 °C
3. Stabiliteit per maand: (0,25%/60 maanden) 3 (100 °C) = 0,00416 °C
www.Emerson.com
a. Digitale nauwkeurigheid = °C
b. D/A-nauwkeurigheid = (% van transmitterbereik) 3 (verandering
omgevingstemperatuur) °C
c. Digitale temperatuureffecten = (°C per 1,0 °C verandering in
omgevingstemperatuur) 3 (verandering omgevingstemperatuur)
d. D/A-effecten = (% van bereik per 1,0 °C) x (verandering
omgevingstemperatuur) 3 (procestemperatuurbereik)
e. Sensornauwkeurigheid = °C
•
(% per maanden) 3 (procestemperatuurbereik)
•
a. Digitale nauwkeurigheid = 0,10 °C
b. D/A-nauwkeurigheid = (0,02%) 3 (30-20) °C = ± 0,002 °C
c. Digitale temperatuureffecten = (0,0015 °C/°C) 3 (30-20) °C = 0,015 °C
d. D/A-effect = (0,001%/°C) 3 (100 °C) x (30-20) °C = 00,01 °C
e. Sensornauwkeurigheid = ± 0,420 °C bij 400 °C voor een RTD-sensor van klasse
A met CVD-constanten
f. TPE =
HART inbedrijfstelling
Februari 2024
139
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
