5. Een interne SIP-telefoon kan met een dynamisch toegewezen
IP-adres worden gebruikt. Als de SIP-telefoon bijvoorbeeld
over een eigen webinterface beschikt, kan een statisch IP-
adres praktisch zijn. Klik op de pagina Netwerk: DHCP op
Nieuw. Geef het MAC-adres van de SIP-telefoon en een vrij
IP-Adres op en klik op Toepassen.
6. Stel de SIP-telefoon of de SIP-telefoniesoftware in. Raadpleeg
daarvoor de instelhulp op de pagina TEL Configuratie:
Toestellen: VoIP-toestellen. Klik voor het gewenste
oproepnummer op (Help) en kies bij Type de bijbehorende
hulppagina.
Configuratie-dialoogscherm van SIP-telefoniesoftware
7. U kan slechts met een beperkt aantal interne SIP-telefoons
tegelijk gesprekken voeren. Het aantal waarvoor er een
licentie is, kan u op de pagina SYS Configuratie:
Uitbreidingen raadplegen. Voor hoevel SIP-telefoons er
momenteel een licentie is, kan u op de pagina Systeeminfo:
TEL Configuratie: VoIP-toestellen bekijken. Als u op
Licenties terugzetten klikt, worden de beschikbare licenties
opnieuw verdeeld bij de volgende inkomende of uitgaande
oproepen.
Beknopt overzicht
Voice over IP (VoIP)
127