12 Andere meetfuncties
Bij het stoppen van de meting
De wijze waarop de totalisatoren na een gestopte meting of na de RESET van de transmitter reageert, wordt in Spec.
functie\SYSTEEM inst.\Meten\Hoev. terughalen\ ingesteld.
Hoev. terughalen
uit
>AAN<
12.2.1
Overloop van de totalisatoren
De wijze van reactie van de totalisatoren bij overloop kan worden ingesteld:
Zonder overloop
• De waarde van de totalisator stijgt tot aan de interne begrenzing van 10
• De waarden verschijnen, indien nodig, in exponentiële schrijfwijze (±1.00000E10) in beeld. De totalisator kan alleen
handmatig terug op nul gezet worden.
Met overloop
• De totalisator wordt automatisch teruggezet op nul, zodra ±9999999999 bereikt is.
Kies Spec. functie\SYSTEEM inst.\Meten\Hoev. wrapping.
Hoev. wrapping
uit
>AAN<
Ongeacht de instelling kunnen de totalisatoren handmatig terug op nul gezet worden.
Opmerking!
Het overlopen van een totalisator heeft gevolgen voor alle outputkanalen, bijv. op de datalogger, de
online-overdracht.
De output van de som van beide totalisatoren (de doorvoerhoeveelheid Q) via een uitgang is, nadat
één van de betrokken totalisatoren de eerste keer is overgelopen (wrapping), niet meer geldig.
Om het overlopen van een totalisator te melden, moet er een alarmuitgang geactiveerd worden met
de schakelvoorwaarde GRTHD. en het type HOUDEN.
.
12.3
Bovenste grenswaarde van de stromingssnelheid
In een sterk gestoorde omgeving kunnen uitschieters bij de meetwaarden van de stromingssnelheid voorkomen. Als de
uitschieters niet verworpen worden, hebben ze gevolgen voor alle afgeleide meetgrootheden, die dan ongeschikt zijn voor
integratie (bijv. pulsuitgangen).
Het is mogelijk, alle gemeten stromingssnelheden te negeren, die een vooraf ingestelde bovenste grenswaarde over-
schrijden. Deze meetwaarden worden als uitschieter gemar-keerd.
De bovenste grenswaarde van de stromingssnelheid wordt ingesteld in Spec.
ten\Snelheid grens.
Snelheid grens
0.0
m/s
Als de stromingssnelheid hoger ligt dan de bovenste grenswaarde,
• wordt de stromingssnelheid als ongeldig gemarkeerd. De meetgrootheid kan niet be-paald worden.
• brandt de LED van het meetkanaal rood (FLUXUS G709)
• verschijnt achter de maateenheid een "!" (bij een normale fout verschijnt er een "?" in beeld)
Opmerking!
Als de bovenste grenswaarde te laag is, bestaat de kans dat een meting niet mogelijk is, omdat de
meeste meetwaarden als "ongeldig" gemarkeerd worden.
UMFLUXUS_G7V4-6-3NL, 2023-01-01
Als men aan kiest, worden de waarden van de totalisatoren opgeslagen en gebruikt voor
de volgende meting.
Als men uit kiest, worden de totalisatoren teruggezet op nul.
Kies aan om met overloop te werken. Kies uit om zonder overloop te werken. Druk op
ENTER.
Toets 0 (nul) in om de controle op uitschieters uit te schakelen.
Toets een grenswaarde > 0 in om de controle op uitschieters in te schakelen. De gemeten
stromingssnelheid wordt dan vergeleken met de ingetoetste bovenste grenswaarde.
Druk op ENTER.
38
.
functie\SYSTEEM
FLUXUS G70x
inst.\Me-
111