Bediening
BASCP_NL
V03 | 08.2012
Bediening
Controle vòòr het inschakelen
► Controleer vóór het inschakelen van de koffiemachine of voldaan is aan de volgende voor-
waarden.
Voorwaarden voor het inschakelen van de koffiemachine:
•
Het hoofdinlaatventiel (bij vaste wateraansluiting) is open/de drinkwatertank is gevuld met
vers water.
•
De afvalwaterafvoer is correct gelegd/de afvalwatertank is aangesloten.
•
De bonencontainer(s) is/zijn gevuld en de vergrendeling (optie) is open.
•
De droesbak is leeg en correct ingeschoven.
•
De koffiemachine is aangesloten op het elektriciteitsnet.
Inschakelen
► Schakel de koffiemachine in met de wipschakelaar onderaan op de achterkant (naast de
stroomaansluiting).
De machine schakelt in.
Het hoofdscherm verschijnt, het opwarmen begint.
De machine is bedrijfsklaar zodra de benodigde temperatuur is bereikt.
Als de machine voor de eerste keer wordt ingeschakeld, dan vindt automatisch een instelling
van de machineconfiguraties plaats met behulp van displays.
Optie 1: Bijgeplaatste koelunit
► Sluit de bijgeplaatste koelunit op het elektriciteitsnet aan en schakel deze met de hoofd-
schakelaar in.
Neem goed nota van de gebruiksaanwijzing van de bijgeplaatste koelunit.
Zie hoofdstuk „Bediening" - „Vullen en aansluiten" - „Melk" - „Optie: bijgeplaatste koelunit".
Optie 2: Koeling onder de machine
► Open de deur van de koeling onder de machine.
► Schakel de schakelaar, zie pijl, in.
De koelunit is ingeschakeld.
De koeltemperatuur is in de fabriek reeds ingesteld.
Het hoogteverschil tussen de melkverpakking en de uitloop mag niet meer zijn dan 40 cm.
www.schaerer.com
19