Gebruikshandleiding voor het IKAR afdaal/reddingsapparaat van
het
type ABS 4 W / WH / WHPL / WHSL
conform DIN EN 341:2011/1A / 1496:2017/A, ANSI/ASSE Z359.4-2013
Inleiding
De IKAR afdaal- en reddingsapparaten van het type ABS 4 W / WH / WHPL / WHSL zijn evacuatie- en reddingsapparaten,
onderdelen van persoonlijke zekeringsystemen (EN 363:2008 reddingssystemen) en zijn uitsluitend bedoeld om met
beperkte snelheid een of meerdere personen van een hoger naar een lager gelegen punt te laten zakken. Als er in geval
van nood vóór het afdaalproces iemand omhoog moet worden getakeld, dient het afdaal- en reddingsapparaat ABS 4 WH /
WHPL / WHSL te worden gebruikt. Voor gebruik van het IKAR afdaal- en reddingsapparaat ABS 4 W / WH / WHPL / WHSL
dient deze gebruiksaanwijzing in acht genomen te worden. Lees daarom de gebruiksaanwijzing vóór gebruik volledig en
). Voor alle mogelijke noodgevallen tijdens het werk dient een reddingsplan voorhanden te zijn. Ook
aandachtig door (
1
dienen binnen het toepassingsgebied van de ANSI ASSErichtlijnen de voorschriften met betrekking tot het veilig uitvoeren
van reddingsacties en de ANSI/ASSE-richtlijnen Z359.1 en ANSI/ASSE Z359.4 in acht genomen te worden.
Veiligheidsinstructies
1.
Het niet opvolgen van de gebruiksaanwijzing kan leiden tot levensbedreigende situaties! Het afdaalapparaat
ag in geen enkel geval worden gewijzigd en er mag niets aan toe worden gevoegd. Bij gebruik van persoonlijke
valbeveiligingsuitrustingen kunnen verwondingen bij de gebruiker niet worden uitgesloten, maar kunnen de gevolgen
van mogelijke verwondingen wel worden beperkt.
2.
Het toestel mag uitsluitend door personen worden bediend die daarvoor speciaal zijn opgeleid en met het gebruik
volledig vertrouwd zijn. Deze personen mogen geen lichamelijke klachten hebben! ( geen alcohol-drugs-, medicijnen-,
hart- of bloedsomloopproblemen) (
3.
Het apparaat is uitsluitend geschikt voor het redden van personen, er mag ook geen last mee omhoog of omlaag
worden getakeld (Afbeelding 2). Het apparaat is belastbaar tot maximaal 140 kg en minimaal 50 kg. De maximale
afdaalhoogte is 200 m (
4.
Voor elk gebruik, de leesbaarheid van het product markering heeft evenals worden gecontroleerd uitvoeren van een
visuele en functionele test van het abseilen rescue device type ABS 4 W / WH / WHPL / WHSL favorieten. Hiertoe het
apparaat op een geschikte plek en staking bij elke onrushing kabels afwisselend trekken (figuur 4).Controleer of de
verbindingselementen volgens EN 362, ANSI/ASSE Z359.12 vlekkeloos functioneren (zelfsluitend, vergrendelbaar).
Alle onderdelen moeten vastzitten en de swivel moet soepel draaien (
5.
Vóór elk gebruik dient de reddingslijn in zijn gehele lengte en omvang gecontroleerd worden. Gebruik nooit een
apparaat met beschadigde lijn (
opbergtas zijn verzegeld (gesealed).
6.
In geval van twijfel omtrent de veilige toestand van de het toestel dit onmiddellijk buiten gebruik stellen en door een
deskundige – door de fabrikant opgeleid – laten controleren. Deze deskundige beslist over het verdere gebruik
7.
Het toestel nooit zelf openen of repareren. Dit mag uitsluitend door deskundigen geschieden die daarvoor door de
fabrikantdie daarvoor door de fabrikant speciaal zijn opgeleid en geautoriseerd (
8.
Het apparaat dient naar eigen goeddunken, bijvoorbeeld na een reddingsactie, maar ten minste om de 12 maanden,
door een deskundige (Punt 6) te worden gecontroleerd. Dit dient vast te worden gelegd in het logboek! Als apparaten
speciaal verpakt en verzegeld zijn, kunnen de toetsingstermijnen eventueel worden opgevraagd bij de fabrikant.
9.
De apparaten ABS 4 W / WH / WHPL / WHSL dienen te worden gebruikt en opgeslagen bij temperaturen tussen – 4°
C en + 50º C / +122 F en +25 F (
werkt door ijsafzetting op de lijn. Apparaten die droog gehouden zijn, functioneren ook bij extreme koude tot - 40° C
/ -40° F..
10.
Als afdaallijn mag uitsluitend de IKAR-kernmantellijn KMS 10,5 conform EN 1891:1998 worden gebruikt. Afdaallijnen
bereiken na max. 10 jaar het eind van hun levensduur en moeten dan worden vervangen.
11.
Afdaalapparaten die vast op een werkplek geïnstalleerd zijn en daar ook tussen inspecties door gevestigd blijven,
dienen op correcte wijze tegen omgevingsinvloeden te worden beschermd (bijv. verzegeld in speciale verpakkingen
en weersbestendige containers).
12.
Het apparaat kan verticaal, horizontaal en diagonaal gebruikt worden (
delen heen schuurt, dienen deze delen ter bescherming van de lijn naar behoren te worden afgeschermd.
13.
Personen die langdurig in een opvanggordel hebben gehangen, kunnen een hangtrauma (orthostatische shock)
oplopen. Hangtijden van meer dan 15 minuten vermijden! Onmiddellijk reddingsmaatregelen nehmen, slachtoffer na
de redding volgens de EHBO-regels in de juiste houding leggen.
14.
U dient het apparaat aan een bevestigingspunt op te hangen dat stevig genoeg is (
door middel van een verbindingselement conform EN 362 / ANSI/ASSE Z359.12 en zonder dat het verloop van de lijn
daarbij wordt gehinderd. Het verbindingselement dient te allen tijde te worden vergrendeld, zodat het niet per ongeluk
open kan springen. Gebruik bij voorkeur bevestigingsvoorzieningen conform EN 795 / ANSI/ASSE Z359.4 (22,2 kN).
U kunt het apparaat het beste loodrecht bevestigen, boven de gebruiker. Het reddingsapparaat kan uitsluitend door
middel van verankeringen van de EN 354, EN 795 Kl. B, of EN 358 / ANSI/ASSE Z359.4 op een zodanige manier met
het bevestigingspunt verbonden worden dat het afdalen niet gehinderd wordt. Houd u aan de gebruiksaanwijzingen
NEDERLANDS
).
2
).
3
) . Een uitzondering hierop vormen apparaten die in een speciale, onbeschadigde
5
). Bij gebruik onder 0° C en bij vochtigheid kan het zijn dat het afdaalapparaat niet
7
).
4
).
6
). Als de lijn hierbij over scherpe of ruwe
8
). Het apparaat wordt bevestigd
9
49
1
2
3
EN
min.
70kg
max.
200kg
4
5
6
7
8
9