Inhoudsopgave
Advertenties
NAAISTEKEN
————————————————————————————————————————————————————
$SSOLFDWLHV DDQEUHQJHQ
1
Knip de applicatie uit met een marge van 3 tot
5 mm (1/8 en 3/16 inch).
1 Marge
2
Plaats een patroon van dik papier op de ach-
terkant van de applicatie en vouw de marge
om met een strijkbout.
• Verwijder het dik papier nadat u de marge
hebt aangedrukt.
3
Draai de stof om en rijg of speld deze op de
stof waarop u deze wilt bevestigen.
1
1 Rijgsteken
92
4
1
5
6
Bevestig de appliceervoet ("open teen").
• Meer bijzonderheden vindt u in "De pers-
voet vervangen" (pagina 35).
Selecteer een steek.
• Meer bijzonderheden vindt u in "Steken
selecteren" (pagina 66).
Draai het handwiel naar u toe en begin te
naaien rond de rand van de applicatie; let op
dat de naald net buiten de applicatie neer-
komt.
Wanneer u rond hoeken naait, stopt u de
machine met de naald in de stof net buiten de
applicatie; vervolgens zet u de persvoethendel
omhoog en draait u de stof naar de gewenste
naairichting.
Advertenties
Inhoudsopgave
