NAAISTEKEN
————————————————————————————————————————————————————
(HQ SDWURRQ RSVODDQ
U kunt gecombineerde patronen opslaan om later te
gebruiken. Aangezien opgeslagen patronen niet ver-
loren gaan wanneer u de naaimachine uit zet, kunt u
deze te allen tijde oproepen. Dit is handig voor
patronen, zoals namen, die u vaak gebruikt. U kunt
maximaal vijf patronen opslaan.
■ Een patroon opslaan
1
Maak het gecombineerde patroon dat u wilt
opslaan.
• Meer bijzonderheden vindt u in "Patronen
combineren" (pagina 112).
2
Druk op
(steekselectietoets) van het
bedieningspaneel.
Er verschijnt een scherm met de verschil-
lende soorten steken.
3
Druk op
,
,
totdat
is geselecteerd.
4
Druk op
(OK-toets).
Er verschijnt een scherm waarin u de
opslagplaats (zak) kunt selecteren.
Druk op
en
5
waarin u het patroon wilt opslaan, is geselec-
teerd.
betekent een lege zak.
zak waarin reeds een patroon is opgeslagen.
118
en op
(pijltoetsen)
totdat de zak (1 t/m 5)
betekent een
6
Druk op
(OK-toets).
De inhoud van de geselecteerde zak wordt
weergegeven.
7
Controleer de inhoud en druk vervolgens op
(OK-toets).
De inhoud in de
De melding "saving..." verschijnt telwijl het
patroon wordt opgeslagen in de zak.
• Zet de naaimachine niet uit terwijl een
patroon wordt opgeslagen; de gegevens kun-
nen dan verlorengaan.
Nadat het patroon is opgeslagen, verschijnt
het beginscherm voor steken opnieuw.
■ Een patroon oproepen
Druk op
(steekselectietoets) van het
1
bedieningspaneel.
Er verschijnt een scherm met de verschil-
lende soorten steken.
Druk op
,
,
2
totdat
is geselecteerd.
Druk op
(OK-toets).
3
Er verschijnt een scherm waarin u een zak
kunt selecteren.
4
Druk op
en
patroon dat u wilt oproepen, is geselecteerd.
Een patroon is opgeslagen in de
zak wordt overschreven.
en op
(pijltoetsen)
totdat de zak met het
zak.