DE BASISPRINCIPES VAN HET NAAIEN —————————————————————————————————————————
'H VWHHNOHQJWH DDQSDVVHQ
U kunt de steeklengte instellen met de pijltoetsen.
1
Zet de naaimachine aan.
Het LCD-scherm gaat branden.
2
Selecteer een steek.
Er verschijnt een scherm met instellingen
voor de geselecteerde steek.
• Meer bijzonderheden over het selecteren
van steken vindt u in "Steken selecteren"
(pagina 66).
• Zodra u de steek geselecteerd hebt, verschi-
jnen de standaardinstellingen (gemarkeerd).
3
Als u de steeklengte korter wilt maken, dan
drukt u op
(–). Wilt u de steeklengte langer
maken, druk dan op
De steeklengte is gewijzigd.
–
• Wanneer u de instelling hebt gewijzigd,
wordt de gemarkeerde waarde gewist.
54
(+).
+
Memo
● Wilt u de standaard steeklengte herstellen,
selecteer dan dezelfde steek opnieuw of
wijzig de instelling in de gemarkeerde
waarde.
● U kunt de instellingen opslaan, zodat ze
altijd zijn ingesteld wanneer u de naaisteek
selecteert. Meer bijzonderheden vindt u in
"Steekinstellingen opslaan" (pagina 58).
VOORZICHTIG
●
Wanneer de steken te dicht op elkaar zit-
ten, vergroot u de steeklengte. Wanneer
u verder gaat met naaien terwijl de ste-
ken te dicht op elkaar zitten, kan de
naald verbuigen of breken.