3
Plaats de knoop in de knoopbevestigingsvoet
"M".
1
1 Knoop
• Wanneer u knopen met vier gaten aanzet,
naait u eerst de twee gaten het dichtst bij u.
Schuif vervolgens de knoop zo dat de naald
in de twee gaten erachter gaat en naai deze
op dezelfde manier.
55
4
Selecteer steek
• Meer bijzonderheden vindt u in "Steken
selecteren" (pagina 66).
• Laat automatisch draadknippen ingesteld op
.
5
Draai het handwiel naar u toe om te controle-
ren of de naald goed in de twee gaten van de
knoop gaat.
Pas de steekbreedte aan de afstand tussen de
twee knoopsgaten aan.
.
VOORZICHTIG
●
Let tijdens het naaien op dat de naald de
knoop niet raakt; anders kan de naald
verbuigen of breken.
6
Begin met naaien.
De naaimachine stopt automatisch na het
naaien van de verstevigingssteken.
• Wanneer u de knoop extra stevig wilt beves-
tigen, voert u dezelfde handeling nogmaals
uit.
• Druk niet op de draadkniptoets.
7
Trek de bovendraad aan het uiteinde van de
steken naar de achterkant van de stof en
knoop hem vast aan de onderdraad.
Knip met een schaar de bovendraad en de
onderdraad aan het begin van het stiksel af.
8
Wanneer u klaar bent met het aanzetten van
de knoop, schuift u de boventransporteurhen-
del op
(naar links, gezien vanaf de voor-
kant van de machine) om de transporteurs
omhoog te zetten.
1
1 Achterkant
Knoopsgatsteken
81