1XWWLJH IXQFWLHV
Hieronder worden functies beschreven waarmee u de efficiëntie verbetert.
$XWRPDWLVFK DFKWHUXLWQDDLHQ
YHUVWHYLJLQJVVWHNHQ
U kunt de naaimachine zo instellen dat aan het
begin en het eind van een stiksel automatisch achte-
ruit wordt genaaid of verstevigingssteken worden
genaaid.
Of u achteruitnaait of verstevigingssteken naait,
hangt af van de steek die u selecteert. Meer bijzon-
derheden vindt u in "Steekinstellingen" (pagina 126).
1
Zet de naaimachine aan.
Het LCD-scherm gaat branden.
2
Selecteer een steek.
• Meer bijzonderheden over het selecteren
van steken vindt u in "Steken selecteren"
(pagina 66).
3
Druk op
(instellingentoets) op het bedie-
ningspaneel.
Het instellingenscherm verschijnt.
4
Druk op
,
,
totdat
is geselecteerd.
5
Druk op
(OK-toets).
Er verschijnt een scherm waarin u automa-
tisch achteruitnaaien/verstevigingssteken
kunt opgeven.
en op
(pijltoetsen)
6
Druk op
om
Wilt u terug naar
Nu is de machine ingesteld op automatisch
achteruitnaaien/verstevigingssteken.
Druk op
(OK-toets).
7
Het beginscherm voor steken verschijnt
weer en
verschijnt linksonder in het
scherm.
• Wanneer u de naaimachine uitzet, wordt de
instelling automatisch achteruitnaaien/vers-
tevigingsteek geannuleerd.
Plaats de stof onder de persvoet en druk ver-
8
volgens een keer op
1
1 Start/stoptoets
Na achteruitnaaien/verstevigingssteek
begint de machine met het echte stikwerk.
te selecteren.
, dan drukt u op
.
(start/stoptoets).
Nuttige functies
55