VOORBEREIDINGEN —————————————————————————————————————————————————
'H PDFKLQHLQVWHOOLQJHQ ZLM]LJHQ
U kunt diverse naaimachinehandelingen en naai-instellingen wijzigen.
'H LQVWHOOLQJHQ ZLM]LJHQ
Hieronder vindt u een beschrijving van de algemene
procedure voor het wijzigen van de machine-instel-
lingen.
1
Zet de naaimachine aan.
Het LCD-scherm gaat branden.
2
Druk op
(instellingentoets) op het bedie-
ningspaneel.
Het instellingenscherm verschijnt.
Druk op
,
,
3
totdat de steek- of machinetoepassing die u
wilt wijzigen is geselecteerd.
4
Druk op
(OK-toets).
Er verschijnt een scherm met instellingen
voor de geselecteerde toepassing.
5
Druk op
,
,
totdat de gewenste instelling is geselecteerd.
De instelling wordt gewijzigd.
12
en op
(pijltoetsen)
en op
(pijltoetsen)
6
Druk op
(OK-toets).
Het beginscherm voor steken verschijnt
weer.