NAAISTEKEN
————————————————————————————————————————————————————
'H SDWURRQJHJHYHQV LQYRHUHQ
Volg het patroon op het raster en programmeer het
patroon in de naaimachine.
1
Bevestig monogramvoet "N".
• Meer bijzonderheden vindt u in "De pers-
voet vervangen" (pagina 35).
Zet de naaimachine aan.
2
3
Druk op
(steekselectietoets) van het
bedieningspaneel.
Er verschijnt een scherm met de verschil-
lende soorten steken.
4
Druk op
,
,
totdat
is geselecteerd, en druk vervol-
gens op
(OK-toets).
Er verschijnt een scherm waarop u een
patroon kunt invoeren.
1
2
1 Nummer van het huidige punt/Totaal aantal pun-
ten
2 Horizontale coördinaat (0–75)
3 Verticale coördinaat (0–14)
5
Kijk op de rasterset en geef de coördinaten
van het eerste punt op.
Druk op
en op
coördinaat te selecteren en druk op
om de verticale coördinaat te selecteren
en druk vervolgens op
122
en op
(pijltoetsen)
3
om de horizontale
en op
(OK-toets).
6
Geef de coördinaten van het tweede punt op
en druk vervolgens op
Er verschijnt een scherm waarin u de instel-
lingen kunt opgeven voor de steken tussen
de twee punten.
7
Geef op of u enkelvoudig of drievoudig wilt
stikken tussen de punten.
Druk op
en op
voor enkelvoudig stikken of op
voudig stikken en druk vervolgens op
(OK-toets).
Er verschijnt een scherm om de volgende
handeling te kiezen.
8
Selecteer
en druk vervolgens op
(OK-toets).
• Maakt u een vergissing bij het opgeven van
een punt, dan drukt u op de C-toets om het
laatste opgegeven punt te wissen.
Er verschijnt een scherm waarin u het vol-
gende punt kunt opgeven.
6
9
Herhaal stap
t/m
wilt opgeven.
U kunt maar liefst 99 punten opgeven.
0
Nadat u alle punten in het patroon hebt opge-
ven, selecteert u
8
schijnt in stap
; vervolgens drukt u op
(OK-toets).
(OK-toets).
om
te selecteren
voor drie-
8
voor elk punt dat u
in het scherm dat ver-