NAAISTEKEN
————————————————————————————————————————————————————
3
6
Selecteer steek
• Meer bijzonderheden vindt u in Steken
selecteren (pagina 66).
VOORZICHTIG
●
Wanneer u ritsvoet "I" gebruikt, moet u
de rechte steek selecteren (middelste
naaldstand) en het handwiel langzaam
naar u toe draaien om te controleren dat
de naald de persvoet niet raakt. Als een
andere steek is geselecteerd of de naald
de persvoet raakt, kan de naald verbui-
gen of breken.
7
Naai versteviging rond de rits.
1
2
1 Stiksel
2 Voorkant van de stof
3 Rijgsteek
4 Einde ritsopening
VOORZICHTIG
●
Let tijdens het naaien op dat de naald de
rits niet raakt; anders kan de naald ver-
buigen of breken.
8
Verwijder de rijgsteken.
84
.
3
4
(HQ ULWV LQ]HWWHQ DDQ GH ]LMNDQW
Slechts één stuk stof wordt gestikt. Zulke ritsen
gebruikt u voor zij- of achteropeningen.
1
1 Stiksel
2 Voorkant van de stof
3 Einde ritsopening
Hieronder wordt beschreven hoe u stikt aan de lin-
kerkant (zie afbeelding).
1
Bevestig zigzagvoet "J" en naai rechte steken
tot aan de ritsopening.
Met de voorkant van de stukken stof naar
elkaar toe naait u achteruit nadat u de ritsope-
ning hebt bereikt.
• Meer bijzonderheden vindt u in Elementaire
steken (pagina 72).
2
Naai met een rijgsteek door naar de rand van
de stof.
1
2
1 Rijgsteek
2 Achteruitnaaien
3 Achterkant van de stof
4 Einde ritsopening
3
Druk de marge open vanaf de achterkant van
de stof.
1
1 Achterkant van de stof
2
3
3
4