Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Brother NX-400 Bedieningshandleiding pagina 58

Inhoudsopgave

Advertenties

DE BASISPRINCIPES VAN HET NAAIEN —————————————————————————————————————————
'H GUDDGVSDQQLQJ DDQSDVVHQ
U moet de spanning van de bovendraad en de onderdraad zo instellen dat deze gelijk zijn.
'H VSDQQLQJ YDQ GH
ERYHQGUDDG ZLM]LJHQ
Als de combinatie draad en naald de juiste is voor
het soort stof dat u naait (volgens "Soorten naalden
en toepassingen" op pagina 31), wordt de draads-
panning automatisch correct ingesteld. Als de vooraf
ingestelde draadspanning echter niet het gewenste
resultaat oplevert of u naait met een speciale draad
of speciale stof, stel dan de draadspanning in met de
draadspanningsknop onder de bovenklep.
■ Correcte draadspanning
De bovendraad en de spoeldraad moeten elkaar
kruisen in het midden van de stof. Alleen de
bovendraad mag zichtbaar zijn aan de voorkant
van de stof en alleen de onderdraad mag zicht-
baar zijn aan de achterkant van de stof.
1
2
3
1 Achterkant van de stof
2 Voorkant van de stof
3 Bovendraad
4 Onderdraad
■ Bovendraad is te strak
Als de onderdraad zichtbaar is aan de voorkant
van de stof, is de bovendraad te strak.
1
2
3
4
1 Achterkant van de stof
2 Voorkant van de stof
3 Bovendraad
4 Onderdraad
5 De onderdraad is zichtbaar aan de voorkant van
de stof.
52
4
5
Draai de draadspanningsknop naar links om de
spanning van de bovendraad losser te maken.
■ Bovendraad is te los
Als de bovendraad zichtbaar is aan de achterkant
van de stof, is de bovendraad te los.
1
2
3
1 Achterkant van de stof
2 Voorkant van de stof
3 Bovendraad
4 Onderdraad
5 De bovendraad is zichtbaar aan de achterkant
van de stof.
Draai de draadspanningsknop naar rechts om de
bovendraad strakker te maken.
5
4

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave