Probleem
Meerdere Genius™-thermometers
worden niet opnieuw gekalibreerd
Fout 2 of Fout 3 wordt
herhaaldelijk weergegeven
Fout 6 doet zich herhaaldelijk voor
bij het testen van een bepaalde
Genius™ -thermometer
Fout 9 wordt herhaaldelijk
weergegeven
Genius™ 3 thermometer lijkt
te hoog of te laag te meten na
een geslaagde herkalibratie
Genius
Thermometercontroleur/kalibrator
TM
Mogelijke oorzaak
Sondekapje zit vast in een van de blackbody-doelen
Sondekapje is vuil
Thermometerlens is vuil
Genius™ 3 -thermometer is niet juist geplaatst
Genius™ 3 -thermometers, -sondekapjes en/of -controle/
kalibrator is niet op kamertemperatuur.
Als er zich residu op de pinnen van de connector
op de kabel, of op de pads van het Genius™ 3
thermometerbord in het batterijcompartiment
bevindt, is er geen elektrisch contact mogelijk.
Mogelijk probleem met stroomverbruik
met Genius™ 3 -thermometer
Het Genius™ controle-/kalibratiehulpmiddel, de Genius™ 3
thermometer en/of de sondeafdekkingen bevinden
zich buiten het toegestane omgevingsbereik
De sondeafdekking is hergebruikt tijdens de
kalibratiecontrole/herkalibratie
De sondeafdekkingen zijn aangeraakt tijdens
de kalibratiecontrole/herkalibratie
De Genius™ 3 thermometer of sondeafdekkingen zijn verwarmd
Hogere temperatuur dan gedetecteerde doelwaarde
Sondekapje is opnieuw gebruikt na kalibratiecontrole/herkalibratie
Correcties
Verwijder het sondekapje uit het blackbody-doel met een klein pincet
of een hemostaat. Beschadig de binnenkant van het doel niet.
Gebruik een nieuw sondeklepje voor elke meting. Gebruik een sondekapje
niet opnieuw. Sondekapjes mogen niet met de hand worden aangeraakt.
Reinig de thermometerlens volgens de instructies in
de gebruikshandleiding voor de Genius™.
Controleer of de Genius™ 3 -thermometer volledig en
onder de juiste hoek in het doel is geplaatst.
Controleer of de Genius™ 3 -thermometers, -sondekapjes
en/of -kalibrator voldoende tijd hebben gehad om op
kamertemperatuur te komen voordat u verder gaat.
Reinig de pinnen van de kabelconnector of pads van het thermometerbord
met een wattenstaafje dat met isopropylalcohol is bevochtigd. Zorg ervoor
dat de isopropylalcohol volledig is verdampt voordat u verdergaat.
Herhaal de kalibratiecontrole/herkalibratie met een andere
Genius™ 3 -thermometer en retourneer de thermometer waarbij
het probleem zich voordoet voor onderhoud in de fabriek.
Zorg ervoor dat het Genius™ controle-/kalibratiehulpmiddel, de Genius™
3 thermometer en de sondeafdekkingen zijn geacclimatiseerd voor het
toegestane omgevingsbereik, zoals gespecificeerd in paragraaf XIII.
Herhaal de kalibratiecontrole/herkalibratie en plaats een nieuwe sondeafdekking
elke keer dat u tijdens het proces de sonde in een doel plaatst.
Herhaal de kalibratiecontrole/herkalibratie zonder
de sondeafdekkingen aan te raken.
Plaats de Genius™ 3 thermometers en sondeafdekkingen voor kalibratie bij
elkaar in dezelfde ruimte maar uit de buurt van warmtebronnen, zodat ze
voldoende tijd hebben om zich aan te passen aan de kamertemperatuur
voordat u verdergaat. Plaats de Genius™ 3 thermometer of sondeafdekkingen
niet bovenop het paneel van het Genius™ controle-/kalibratiehulpmiddel.
Richt de thermometer na plaatsing van een sondeafdekking op de
Genius™ 3 thermometer niet op een warmtebron (zoals het LCD-
scherm van het Genius™ controle-/kalibratiehulpmiddel, handen,
vingers of een lichtbron) voordat u deze in het doel plaatst.
Herhaal kalibratiecontrole/herkalibratie met een nieuw sondekapje
voor elke plaatsing in het doel tijdens de procedure.
12
Inhoudsopgave