Parameterbeschrijving
[195] Bypassklepre-
geling
3
3
[196] Brandmodus
[197] Brandmodus
was actief
[198] Omv.bypass
Onderstaande instelmogelijkheden hebben allemaal betrek-
king op de cascaderegelaar.
Voor meer informatie over bedradingsschema's en parameter-
instellingen, zie 25-**.
[200] Volle
capac.
[201] Pomp 1
draait
66
VLT
De bypassklepregeling (digitale/relaisuit-
gang in de frequentieomvormer) wordt
gebruikt voor compressorsystemen om de
compressor door middel van een omloop-
klep te ontlasten tijdens het opstarten.
Nadat het startcommando is gegeven, zal
de omloopklep open blijven totdat de
frequentieomvormer de ingestelde waarde
in Par. 4-11 Motorsnelh. lage begr. [RPM]
heeft bereikt. Nadat de limiet is bereikt,
wordt de omloopklep gesloten, waardoor
de compressor weer normaal zal werken.
Deze procedure zal pas opnieuw worden
geactiveerd als een nieuwe start wordt
geïnitieerd en de snelheid van de frequen-
tieomvormer tijdens de ontvangst van het
startsignaal nul is. Par. 1-71 Startvertraging
kan worden gebruikt om de motorstart te
vertragen. Het principe van de bypassklep-
regeling:
De frequentieomvormer werkt in de
Brandmodus. Zie parametergroep 24-0*
Brandmodus.
De frequentieomvormer heeft in de
Brandmodus gewerkt, maar is nu terugge-
keerd naar normaal bedrijf.
Te gebruiken als een signaal voor het
activeren van een externe elektromechani-
sche bypass waarmee de motor
rechtstreeks op het net wordt geschakeld.
Zie 24-1* Omv.bypass.
Als de omvormerbypassfunctie wordt
ingeschakeld, voldoet de frequentieomvor-
mer niet langer aan de veiligheidseisen
(m.b.t. het gebruik van de functie Veilige
stop in relevante omvormers).
Alle pompen draaien op volle snelheid.
Een of meer pompen die door de cascaderege-
laar worden bestuurd, draaien. De functie hangt
mede af van de instelling in Par. 25-06 Aantal
pompen. Als deze is ingesteld op Nee [0] heeft
MG.11.CA.10 – VLT
®
HVAC Drive Programmeerhandleiding
[202] Pomp 2
draait
[203] Pomp 3
draait
Instelling in par. 5-3*
[200] Pomp 1 draait Bestuurd door RELAIS
[201] Pomp 2 draait Bestuurd door RELAIS
[203] Pomp 3 draait Bestuurd door RELAIS
5-30 Klem 27 dig. uitgang
Option:
[0]
Niet in bedrijf
*
5-31 Klem 29 dig. uitgang
Dezelfde opties en functies als par. 5-3*.
Option:
[0]
*
5-32 Klem X30/6 dig. uitgang (MCB 101)
Deze parameter is actief wanneer optiemodule MCB 101 is geïnstal-
leerd in de frequentieomvormer. Dezelfde opties en functies als
par. 5-3*.
Option:
[0]
*
5-33 Klem X30/7 dig. uitgang (MCB 101)
Deze parameter is actief wanneer optiemodule MCB 101 is geïnstal-
leerd in de frequentieomvormer. Dezelfde opties en functies als
par. 5-3*.
Option:
[0]
*
®
is gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
pomp 1 betrekking op de pomp die wordt
bestuurd door RELAIS 1 enz. Als deze parameter
is ingesteld op Ja [1] heeft pomp 1 betrekking op
de pomp die enkel door de frequentieomvormer
wordt bestuurd (waarbij geen enkel ingebouwd
relais betrokken is) en pomp 2 op de pomp die
wordt bestuurd door RELAIS 1. Zie onderstaande
tabel:
Zie [201].
Zie [201].
Instelling in Par. 25-06 Aantal pompen
[0] Nee
1
frequentieomvormer
Bestuurd door RELAIS
2
Bestuurd door RELAIS
3
Functie:
Dezelfde opties en functies als par. 5-3*.
Functie:
Geen functie
Functie:
Niet in bedrijf
Functie:
Niet in bedrijf
[1] Ja
Bestuurd door
1
2