Parameterbeschrijving
13-02 Gebeurt. stoppen
Option:
Functie:
[44]
Toets Reset
Deze gebeurtenis is TRUE als de
[Reset]-toets op het LCP is ingedrukt.
[45]
Toets links
Deze gebeurtenis is TRUE als de
pijltjestoets links op het LCP is
ingedrukt.
[46]
Toets rechts
Deze gebeurtenis is TRUE als de
pijltjestoets rechts op het LCP is
ingedrukt.
[47]
Toets omhoog
Deze gebeurtenis is TRUE als de
pijltjestoets omhoog op het LCP is
ingedrukt.
[48]
Toets omlaag
Deze gebeurtenis is TRUE als de
pijltjestoets omlaag op het LCP is
ingedrukt.
[50]
Comparator 4
Gebruik het resultaat van comparator
4 in de logische regel.
[51]
Comparator 5
Gebruik het resultaat van comparator
5 in de logische regel.
[60]
Log. regel 4
Gebruik het resultaat van logische
regel 4 in de logische regel.
[61]
Log. regel 5
Gebruik het resultaat van logische
regel 5 in de logische regel.
[70]
SL time-out 3
Gebruik het resultaat van timer 3 in de
logische regel.
[71]
SL time-out 4
Gebruik het resultaat van timer 4 in de
logische regel.
[72]
SL time-out 5
Gebruik het resultaat van timer 5 in de
logische regel.
[73]
SL time-out 6
Gebruik het resultaat van timer 6 in de
logische regel.
[74]
SL time-out 7
Gebruik het resultaat van timer 7 in de
logische regel.
[76]
Digital Input x30 2
[77]
Digital Input x30 3
[78]
Digital Input x30 4
[80]
Geen flow
[81]
Droge pomp
[82]
Einde curve
[83]
Band defect
[90]
ECB Drive Mode
[91]
ECB Bypass Mode
[92]
ECB Test Mode
[100] Fire Mode
®
VLT
HVAC Drive Programmeerhandleiding
®
MG.11.CA.10 – VLT
is gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
13-03 SLC resetten
Option:
Functie:
[0]
SLC niet
Handhaaft de geprogrammeerde instellin-
*
resetten
gen voor alle parameters in groep 13(13-*).
[1]
SLC resetten
Stelt alle parameters in groep 13 (13-*) weer
in op de standaardwaarde.
3.13.3 13-1* Comparatoren
Comparatoren worden gebruikt om continue variabelen (bijv.
uitgangsfrequentie, uitgangsstroom, analoge ingang, e.d.) te
vergelijken met een vaste ingestelde waarde. Daarnaast zijn er
digitale waarden die zullen worden vergeleken met vaste
ingestelde waarden. Zie de toelichting bij Par. 13-10 Compara-
tor-operand. Comparatoren worden eenmalig geëvalueerd in
elk scaninterval. Maak rechtstreeks gebruik van het resultaat
(TRUE of FALSE). Alle parameters in deze parametergroep zijn
arrayparameters met index 0 tot 5. Selecteer index 0 om
comparator 0 te programmeren, index 1 om comparator 1 te
programmeren, enzovoort.
13-10 Comparator-operand
Array [4]
Option:
Functie:
Selecteer de variabele die moet
worden bewaakt door de comparator.
[0]
UITGESCH.
*
[1]
Referentie
[2]
Terugkopp.
[3]
Motorsnelheid
[4]
Motorstroom
[5]
Motorkoppel
[6]
Motorvermogen
[7]
Motorspanning
[8]
DC-link spanning
[9]
Motor thermisch
[10] VLT thermisch
[11] Temp. koellich.
[12] Anal. ingang AI53
[13] Anal. ingang AI54
[14] Anal. ingang AIFB10
[15] Anal. ingang AIS24V
[17] Anal. ingang AICCT
[18] Pulsingang FI29
[19] Pulsingang FI33
[20] Alarmnummer
[22] Analog Input x30 11
[23] Analog Input x30 12
[30] Teller A
[31] Teller B
[40] Analog Input X42/1
[41] Analog Input X42/3
[42] Analog Input X42/5
3
3
101