Parameterbeschrijving
25-55 Wissel als bel. < 50%
Option:
[1]
Ingesch.
*
3
3
NB
Alleen van toepassing als Par. 25-50 Wisseling
hoofdpomp niet is ingesteld op Uit [0].
25-56 Staging-modus bij wissel
Option:
Functie:
Deze parameter is alleen actief als Par. 25-50 Wisseling
hoofdpomp niet is ingesteld op Uit [0].
Het gefaseerd in- en uitschakelen is mogelijk op twee
manieren. Een trage overgang zorgt voor een soepele
in- en uitschakeling. Een snelle overgang zorgt ervoor
dat het gefaseerd in- en uitschakelen zo snel mogelijk
verloopt; de pomp met variabele snelheid wordt
alleen uitgeschakeld (vrijloop).
[0]
Traag Bij een wisseling zal de pomp met variabele snelheid
*
aanlopen tot de maximumsnelheid en vervolgens
uitlopen tot stilstand.
[1]
Snel
Bij een wisseling zal de pomp met variabele snelheid
aanlopen tot de maximumsnelheid en vervolgens
vrijlopen tot stilstand.
Onderstaande afbeelding geeft een voorbeeld van staging
met een trage overgang. De pomp met variabele snelheid
(bovenste grafiek) en één pomp met vaste snelheid (onderste
grafiek) werken beide voordat het staging-commando wordt
gegeven. Wanneer het commando Traag [0] is ingeschakeld,
zal een wisseling worden uitgevoerd door de pomp met
variabele snelheid aan te laten lopen tot de ingestelde waarde
in Par. 4-13 Motorsnelh. hoge begr. [RPM] of Par. 4-14 Motors-
nelh. hoge begr. [Hz] en dan worden vertraagd tot de nulsnel-
heid. Na een 'vertraging voorafgaand aan het starten van een
nieuwe pomp' (par. Par. 25-58 Draai volg. pompvertr.) zal de
volgende hoofdpomp (middelste grafiek) versnellen en wordt
een andere, eerdere hoofdpomp (bovenste grafiek)
toegevoegd als een pomp met vaste snelheid na de 'vertra-
ging voorafgaand aan draaien op het net' (par. Par. 25-59 Draai
op netvertr.). De volgende hoofdpomp (middelste grafiek)
wordt vertraagd tot de ingestelde waarde van Motorsnelh.
lage begr. en vervolgens in staat gesteld om de snelheid te
variëren om de systeemdruk te handhaven.
184
VLT
Functie:
Wisseling van de hoofdpomp is alleen mogelijk als
het aantal werkende pompen maximaal 50% van
de totale pompcapaciteit levert.
MG.11.CA.10 – VLT
®
HVAC Drive Programmeerhandleiding
25-58 Draai volg. pompvertr.
Range:
0.1 s
[0.1 -
*
5.0 s]
25-59 Draai op netvertr.
Range:
0.5 s
[par.
*
25-58 -
5.0 s]
®
is gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
Functie:
Deze parameter is alleen actief als
Par. 25-50 Wisseling hoofdpomp niet is ingesteld op
Uit [0].
Deze parameter bepaalt hoeveel tijd er moet
verstrijken tussen het stoppen van de oude pomp
met variabele snelheid en het starten van een
andere pomp als de nieuwe pomp met variabele
snelheid. Zie de afbeelding bij Par. 25-56 Staging-
modus bij wissel voor uitleg over staging en
wisselen.
Functie:
Deze parameter is alleen actief als
Par. 25-50 Wisseling hoofdpomp niet is ingesteld
op Uit [0].
Deze parameters bepaalt hoeveel tijd er moet
verstrijken tussen het stoppen van de oude
pomp met variabele snelheid en het starten van
dezelfde pomp als een nieuwe pomp met vaste
snelheid. Zie de afbeelding bij
Par. 25-56 Staging-modus bij wissel voor uitleg
over staging en wisselen.