Parameterbeschrijving
22-51 Einde-curvevertr.
Range:
Functie:
10 s
[0 -
Wanneer een Einde-curveconditie wordt gedetec-
*
600 s]
teerd, wordt een timer ingeschakeld. Wanneer de
ingestelde tijd in deze parameter is verstreken en
de Einde-curveconditie zich gedurende deze
gehele tijd heeft gehandhaafd, dan zal de geselec-
teerde functie in Par. 22-50 Einde-curvefunctie
worden geactiveerd. Als de conditie verdwijnt
voordat de ingestelde tijd is verstreken, wordt de
timer gereset.
3.20.5 22-6* Detectie band defect
Detectie band defect kan worden gebruikt voor een regeling
met en zonder terugkoppeling in pomp-, ventilator- en
compressorsystemen. Als het geschatte motorkoppel lager is
dan de koppelwaarde voor een defecte band
(Par. 22-61 Koppel Defecte band) en de uitgangsfrequentie van
de frequentieomvormer 15 Hz of hoger is, wordt Functie
Defecte band (Par. 22-60 Functie Defecte band) uitgevoerd.
22-60 Functie Defecte band
Bepaalt de actie die moet worden uitgevoerd als een situatie met
een defecte band wordt gedetecteerd.
Option:
Functie:
[0]
Uit
*
[1]
Waarsch. De omvormer zal actief blijven, maar wel een
waarschuwing wegens een defecte band [W95]
genereren. Via een digitale uitgang van de
omvormer of via seriële communicatie kan een
waarschuwing worden doorgegeven aan andere
apparatuur.
[2]
Uitsch.
De omvormer zal stoppen en een alarm wegens
een defecte band [A95] genereren. Via een digitale
uitgang van de omvormer of via seriële communi-
catie kan een alarm worden doorgegeven aan
andere apparatuur.
NB
Stel Par. 14-20 Resetmodus niet in op Onbegr. aut. reset
[13] wanneer Par. 22-60 Functie Defecte band is ingesteld
op Uitsch. [2]. In dat geval zal de omvormer namelijk
blijven schakelen tussen actief draaien en stoppen
wanneer een defecte band wordt gedetecteerd.
NB
Als de omvormer is uitgerust met een constante
snelheidsbypass met een automatische bypassfunctie
die de bypass zal activeren wanneer de omvormer in
een alarmtoestand blijft hangen, moet u de automati-
sche bypassfunctie van de bypass altijd uitschakelen
wanneer Functie Defecte band wordt ingesteld op
Uitsch. [2].
®
VLT
HVAC Drive Programmeerhandleiding
®
MG.11.CA.10 – VLT
is gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
22-61 Koppel Defecte band
Range:
Functie:
10 %
[0 - 100 %] Stelt het koppel bij een defecte band in als
*
een percentage van het nominale motorkop-
pel.
22-62 Vertr. Defecte band
Range:
Functie:
10 s
[0 - 600 s] Bepaalt hoe lang de defecte-bandcondities
actief moeten zijn voordat de geselecteerde
actie in Par. 22-60 Functie Defecte band wordt
uitgevoerd.
3.20.6 22-7* Beveilig. korte cyclus
Bij het besturen van koelcompressoren is het vaak nodig om
het aantal starts te beperken. Eén manier om dit te doen, is te
zorgen voor een minimale draaitijd (tijd tussen een start en
een stop) en een minimuminterval tussen twee starts.
Dit betekent dat een normaal stopcommando kan worden
onderdrukt via de functie Min. draaitijd (Par. 22-77 Min.
draaitijd) en dat een normaal startcommando (Start/Jog/
Vasthouden) kan worden onderdrukt door de functie Startin-
terval (Par. 22-76 Startinterval).
Geen van deze twee functies is actief als [Hand on] of [Off] is
geactiveerd via het LCP. Als [Hand on] of [Off] wordt
ingedrukt, zullen de twee timers worden teruggezet naar 0 en
pas weer gaan tellen als [Auto] is ingedrukt en een actief
startcommando is toegepast.
NB
In geval van een vrijloopcommando of het ontbreken
van een Startvoorwaarde-signaal zullen de functies Min.
draaitijd en Startinterval worden onderdrukt.
22-75 Beveilig. korte cyclus
Option:
Functie:
[0]
Uitgesch. De ingestelde timer in Par. 22-76 Startinterval is
*
uitgeschakeld.
[1]
Ingesch.
De ingestelde timer in Par. 22-76 Startinterval is
ingeschakeld
22-76 Startinterval
Range:
Size related
[par. 22-77 - 3600 s]
*
3
3
Functie:
157