Parameterbeschrijving
De grootte van elk interval kan afzonderlijk worden ingesteld
maar is standaard 10% voor elk. Vermogen en Stroom kunnen
de nominale waarde overschrijden, maar deze registraties
zullen worden opgenomen in de teller voor 90% - 100%
(MAX).
Eén keer per seconde wordt de waarde van de geselecteerde
bedrijfsvariabele geregistreerd. Als een geregistreerde waarde
gelijk is aan 13%, dan wordt de teller '10% - < 20%' bijgewerkt
met de waarde '1'. Als de waarde gedurende 10 s 13% blijft,
wordt '10' toegevoegd aan de tellerwaarde.
De inhoud van de tellers kan in de vorm van een balkje
worden weergegeven op het LCP. Selecteer [Quick Menu] >
Logdata: Trending cont bin / Trend. getimed bin / Trending
vergelijk.
NB
De teller start met tellen zodra de frequentieomvormer
wordt opgestart. Bij het uit- en aanzetten na een reset
worden de tellers weer op nul gezet. EEPROM-gegevens
worden eens per uur bijgewerkt.
23-60 Trendvariabele
Option:
Functie:
Selecteer de bedrijfsvariabele die moet worden
bewaakt voor Trending.
[0]
Verm. [kW] vermogen dat wordt afgegeven aan de motor.
De referentie voor de relatieve waarde is het
*
nominale motorvermogen dat ingesteld is in
Par. 1-20 Motorverm. [kW] of Par. 1-21 Motorverm.
[PK]. De actuele waarde kan worden uitgelezen
via Par. 16-10 Verm. [kW] of Par. 16-11 Verm.
[pk].
[1]
Stroom [A] uitgangsstroom naar de motor. De referentie
voor de relatieve waarde is de nominale
motorstroom die ingesteld is in
Par. 1-24 Motorstroom. De actuele waarde kan
uitgelezen worden via Par. 16-14 Motorstroom.
[2]
Frequentie
Uitgangsfrequentie naar de motor. De referentie
[Hz]
voor de relatieve waarde is de maximale
motorsnelheid die ingesteld is in
®
VLT
HVAC Drive Programmeerhandleiding
®
MG.11.CA.10 – VLT
is gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
23-60 Trendvariabele
Option:
Functie:
Par. 4-14 Motorsnelh. hoge begr. [Hz]. De actuele
waarde kan uitgelezen worden via
Par. 16-13 Frequentie.
[3]
Motors-
Het motortoerental. De referentie voor de relatie-
nelh. [tpm]
ve waarde is de maximale motorsnelheid die
ingesteld is in Par. 4-13 Motorsnelh. hoge begr.
[RPM].
23-61 Continue bin data
Range:
Functie:
0
[0 -
Array met 10 elementen ([0]-[9] onder het
4294967295 ]
parameternummer op het display). Druk op
*
[OK] en schuif door de elementen via de
▲
toetsen
en
10 tellers die aangeven hoe vaak de te
bewaken bedrijfsvariabele is voorgekomen,
gesorteerd op basis van de volgende interval-
len:
Teller [0]: 0% - <10%
Teller [1]: 10% - <20%
Teller [2]: 20% - <30%
Teller [3]: 30% - <40%
Teller [4]: 40% - <50%
Teller [5]: 50% - <60%
Teller [6]: 60% - <70%
Teller [7]: 70% - <80%
Teller [8]: 80% - <90%
Teller [9]: 90% - <100% of Max
Bovenstaande minimale limieten voor de
intervallen zijn standaardlimieten. Deze
kunnen worden gewijzigd in Par. 23-65 Min.
bin waarde.
Begint met tellen wanneer de frequentieom-
vormer voor de eerste keer wordt ingescha-
keld. Alle tellers kunnen worden teruggezet
naar 0 in Par. 23-66 Reset continue bin data.
▼
op het LCP.
167
3
3