Parameterbeschrijving
3.5 Hoofdmenu – Ref./Ramp. – Groep 3
3.5.1 3-0* Ref. begrenz.
Parameters voor het instellen van de referentie-eenheid,
begrenzingen en bereiken.
Zie ook parametergroep 20-0* voor informatie over de instel-
lingen voor een regeling met terugkoppeling.
3-02 Minimumreferentie
Range:
Size related
[-999999.999 - par. 3-03 ReferenceFeed-
*
backUnit]
3-03 Max. referentie
Range:
Size related
[par. 3-02 - 999999.999 ReferenceFeed-
*
backUnit]
3-04 Referentiefunctie
Option:
Functie:
[0]
Som
Telt de externe en digitale referentiebronnen bij
*
elkaar op.
[1]
Extern/
Gebruikt enkel de digitale of de externe referen-
digitaal
tiebron.
Schakelen tussen extern en digitaal is mogelijk
met behulp van een commando via een digitale
ingang.
3.5.2 3-1* Referenties
Parameters voor het instellen van de referentiebronnen.
Selecteer de vooraf ingestelde referentie(s). Selecteer Ingest.
ref. bit 0/1/2 [16], [17] of [18] voor de corresponderende digita-
le ingangen in parametergroep 5-1*.
3-10 Ingestelde ref.
Array [8]
Range:
Functie:
0.00
[-100.00 -
Voer maximaal acht verschillende digitale
%
100.00 %]
referenties (0-7) in deze parameter in, door
*
middel van arrayprogrammering. De digitale
referentie wordt gegeven als een percentage
van de waarde Ref
tie; zie Par. 20-14 Max. referentie/terugk. voor
een regeling met terugkoppeling). Wanneer
gebruik wordt gemaakt van digitale referen-
ties, moet Ingesteld ref. bit 0/1/2 [16], [17] of
[18] worden geselecteerd voor de betreffen-
de digitale ingangen in parametergroep 5-1*
Dig. ingangen.
®
VLT
HVAC Drive Programmeerhandleiding
Functie:
Functie:
(Par. 3-03 Max. referen-
MAX
®
MG.11.CA.10 – VLT
is gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
3-11 Jog-snelh. [Hz]
Range:
Size related
[0.0 - par. 4-14 Hz]
*
3-13 Referentieplaats
Option:
Functie:
Selecteer welke referentieplaats moet worden
geactiveerd.
[0]
Gekoppeld
Gebruik de lokale referentie in de handmodus
*
Hand/Auto
en de externe referentie in de automodus.
[1]
Extern
Gebruik de externe referentie zowel in de
handmodus als de automodus.
[2]
Lokaal
Gebruik de lokale referentie zowel in de
handmodus als de automodus.
Wanneer de waarde Lokaal [2] is geselecteerd,
zal de frequentieomvormer deze instelling
ook gebruiken wanneer de frequentieomvor-
mer opstart na een uitschakeling.
3
3
Functie:
51