WAARSCHUWING
Uw motor mag het maximumvermogen, aangeduid
op het vermogensplaatje van uw boot, niet over-
schrijden. Door een te hoog vermogen kunt u de
controle over uw boot verliezen. Vraag raad aan
uw DEALER of de fabrikant van uw boot, als uw
boot geen vermogensplaatje heeft.
Voor boten die zijn ontworpen voor een motor met
afstandsbediening, kan een motor met stuurboom
met het nominale maximumvermogen te krachtig
zijn. Vraag raad aan uw DEALER of de fabrikant
van uw boot, als u niet zeker weet of uw boot
geschikt is.
Als de spiegelhoogte van de motor en de boot niet
goed op elkaar zijn afgestemd, kan de boot insta-
biel worden en kunt u de controle verliezen. Zie
Spiegelhoogte en aslengte.
Vermijd laterale beweging en mogelijk verlies van
uw motor, door gebruik te maken van de meegele-
verde montageonderdelen of onderdelen met de
juiste maten, sterkte en kwaliteit. Zie De motor
installeren.
Een montagevlak dat is beschadigd of te dun is
om uw motor te kunnen dragen, kan het tijdens de
vaart begeven, zodat u de controle verliest. Con-
troleer goed of de spiegel van uw boot of de mon-
tagebeugel in goede staat is en 41 mm (1 5/8 in.)
tot 70 mm (2 3/4 in.) dik is.
SPIEGELHOOGTE EN ASLENGTE
De spiegelhoogte in de MOTORSPECIFICATIES is de
vereiste spiegelhoogte voor uw motor. Deze maat wordt
gemeten aan de middellijn van de spiegel, loodrecht op de
bodem van de boot.
1.
Spiegelhoogte
2.
Antiventilatieplaat
3.
Eindstand 0 tot 25 mm (0 tot 1 in.)
INSTALLATIE
Gebruik deze methode om te bepalen of de spiegelhoogte
van uw boot geschikt is voor de aslengte van de motor:
Plaats de motor op de spiegel van de boot en regel de hoek
bij tot de antiventilatieplaat parallel met de bodem van de
boot zit. Zie AFSTELLING MOTORHOEK.
De antiventilatieplaat moet uiteindelijk 0 tot 25 mm (0 tot
1 in.) onder de bodem van de boot zitten.
BELANGRIJK: Als de antiventilatieplaat lager dan 0 tot
25 mm (0 tot 1 in.) zit, geldt dit niet als een normale instal-
latie. De lengte van de motoras moet worden veranderd of
de spiegel van de boot moet worden aangepast.
Lager dan aanbevolen
de oplopen door waterinsijpeling onderaan in de motorkap
of overbelast worden door een te traag draaiende schroef
bij volgas.
Hoger dan aanbevolen
de oplopen door een onvoldoende koeling of een te snel
draaiende schroef. Er treedt vaak schroefventilatie (slip)
op, wat tot slechte vaarprestaties leidt.
Bij een speciale romp, niet-planerende romp of een boot
met een gebogen spiegel zijn deze richtlijnen soms niet
van toepassing. Raadpleeg uw DEALER voor speciale in-
stallatie-instructies.
–
Het motorblok kan ernstige scha-
–
Het motorblok kan ernstige scha-
INSTALLATIE -
43