SPECIALE VAAROMSTANDIGHEDEN
Zout water
Spoel de motor na gebruik in zout, vervuild of brak water
van binnen door om mineraalafzetting in de koelkanalen te
helpen voorkomen. Uw buitenboordmotor heeft een inge-
bouwde spoelpoort om het spoelen te vergemakkelijken.
Zie DOORSPOELEN.
Bij gebruik in zout of brak water kan extra anodebescher-
ming nodig zijn voor de boot en de motor.
Kantel de motor als u hem lange tijd niet gebruikt zo dat de
tandwielkast uit het zoute water komt, tenzij de tempera-
tuur onder het vriespunt is. Laat het koelsysteem helemaal
leeglopen door de motor in de verticale stand te zetten, als
u de motor uit zout water haalt.
Water met veel wier
Wier blokkeert de waterinlaten en veroorzaakt oververhit-
ting van de buitenboordmotor. Wier op de schroef veroor-
zaakt trillingen en vermindert de snelheid van de boot.
Vaar langzaam en draai de motor vaak in ACHTERUIT om
het wier van de schroef en de waterinlaten te verwijderen.
Controleer de waterpompcontroleslang zeer geregeld.
Krijgt u het wier niet weg met het draaien in ACHTERUIT,
zet dan de motor AF. Haal het wier van de schroef en de
waterinlaten, voordat u weer met hogere snelheid gaat va-
ren.
Onderkant van de boot en de lak op de motor
De staat van de onderkant van de boot is van invloed op de
de prestaties van de motor. Afzetting op de onderkant leidt
tot een lagere snelheid. Om de maximale prestaties uit uw
boot en de motor te halen dient u het vaaroppervlak van de
boot schoon te houden door het met een doek na gebruik
droog te wrijven en af en toe te wassen.
Spoel de motor met zoet water af, als u ermee heeft geva-
ren, en wrijf hem droog. Breng Evinrude/Johnson anti-cor-
rosiespray aan op alle plekken waar corrosie kan optreden,
maar kom niet bij de anti-corrosie-anode(s).
De gehele boot motor van tijd tot tijd met zeepwater was-
sen en in de autowas zetten. Laat de motorkap op zijn
plaats als u de motor wast.
Hooggelegen vaargebieden
Wanneer u gaat varen op een hoogte van meer dan 900 m
(3000 ft.), kan uw motor baat hebben bij een schroef met
een lagere spoed, een andere carburateur of beide. Neem
contact op met uw DEALER.
BELANGRIJK: Om blijvende schade aan het motorblok te
voorkomen, moet een motor die werd aangepast om op
grote hoogte te varen, in zijn oorspronkelijke staat worden
hersteld zodra hij opnieuw wordt gebruikt onder 900 m
(3000 ft.).
Ondiep water
BELANGRIJK: Er kan ernstige schade ontstaan, als de
tandwielkast over de bodem sleept.
Vorst
TIJDENS gebruik bij vorst de tandwielkast te allen tijde on-
der water houden.
Laat het koelsysteem helemaal leeglopen door de motor in
de verticale stand te zetten, als u de motor uit het water
haalt.
BELANGRIJK: Water dat in de tandwielkast is gelekt of
achterblijft in het koelsysteem (of in andere onderdelen)
kan bevriezen, wat ernstige schade kan veroorzaken.
Motor onder water
Laat uw motor onmiddellijk nakijken wanneer hij onder
water is gekomen. Als u niet onmiddellijk terecht kunt,
dompel dan de motor weer volledig onder in zoet water, zo-
dat hij niet langere tijd wordt blootgesteld aan de lucht.
Als de motor onder water is gekomen moeten alle elektri-
sche, brandstof- en oliesystemen van de boot en de motor
worden nagekeken om te kijken of er water is binnenge-
drongen. Deze controles moeten door uw DEALER wor-
den uitgevoerd.
Slepen
Mocht uw boot moeten worden gesleept door een andere
boot:
• Zet de motor in VRIJLOOP;
• Tilt de tandwielkast uit het water en
• Zet alle passagiers over op een andere boot.
Houd de sleepsnelheid onder de planeersnelheid.
29
VAREN -