Vergrendelen
Zet de tilt/vaarhendel in de TILT-stand.
1.
Tilt/vaarhendel – TILT-stand
2.
VRIJLOOP
Grijp de tiltgreep aan de motorkap en tilt de motor tot half-
weg.
De beugel voor varen in ondiep water wordt automatisch
geactiveerd.
Laat de motor langzaam zakken tot de beugel om te varen
in ondiep water tegen de hoek-afstelstang rust.
BELANGRIJK: Controleer regelmatig of de waterinlaten
volledig onder water zitten en of er een ononderbroken wa-
terstraal uit de waterpompcontroleslang stroomt.
Ontgrendelen
Zet de tilt/vaarhendel in de VAAR-stand.
1
1.
Tilt/vaarhendel – VAAR-stand
2.
VRIJLOOP
Grijp de tiltgreep aan de motorkap en tilt de motor een
beetje.
De beugel voor varen in ondiep water wordt automatisch
gelost.
Laat de motor langzaam zakken tot de normale vaarstand.
24
- VAREN
1
AFMEREN
Het is toegestaan de boot met de tandwielkast van de mo-
tor uit het water af te meren met de tilt. Zie, afhankelijk van
het model, TILTEN EN TILTSTEUN.
2
DOORSPOELEN
Laat de motor NOOIT draaien in een gesloten
ruimte of als er onvoldoende verluchting is en
voorkom accumulatie van uitlaatgassen in kleine
ruimten. Motoruitlaatgassen bevatten koolmo-
noxide, dat bij inademing tot ernstige hersenbe-
schadiging of de dood kan leiden.
Een geschikt spoelapparaat voor uw motor is te verkrijgen
bij uw DEALER. Installeer en gebruik het volgens de aan-
wijzingen van de fabrikant.
WAARSCHUWING
Voorkom verwonding door aanraking van de
draaiende schroef; verwijder de schroef voor het
doorspoelen.
Buitenboordmotor — draaiend
1)
Zet de motor in de verticale stand, in een goed geven-
tileerde ruimte waar het water goed weg kan lopen.
2)
Installeer het spoelapparaat en de tuinslang.
3)
Plak de waterinlaatopening af met tape.
2
1
1.
Tape
4)
Zet de schakelhendel op VRIJLOOP met verwijderde
schroef.
GEVAAR