Sluit de kabels aan
4. Sluit de motorkabel aan:
•
Aard de kabelafschermingen over 360 graden onder de aardklemmen (4a).
•
Sluit de getwiste afscherming van de kabel aan op de aardklem (4b).
•
Sluit de fasegeleiders van de kabel aan op de T1/U, T2/V en T3/W klemmen
(4c). Draai de schroeven vast tot het aanhaalmoment gegeven in tabel.
5. Sluit de voedingskabel aan zoals in stap 4. Aard de kabelafscherming over 360
graden onder de aardklemmen (5a). Sluit de getwiste afscherming aan op de
aardklem (5b) en de fasegeleiders op de L1, L2 en L3 klemmen (5c). Draai de
schroeven vast tot het aanhaalmoment gegeven in tabel.
6. Installeer de EMC-afdekking die de ingangs- en uitgangsbekabeling scheidt.
7. Zet de afdekking op de vermogensklemmen terug.
5c
4b
5b
5a
8. Plaats de ongebruikte rubber doorvoertules in de gaten in de doorvoerplaat.
9. Zet de kabels buiten de unit mechanisch vast.
4a
4c
R5
Elektrische installatie 89
L1, L2, L3, T1/U, T2/V, T3/W
N·m
lbf·ft
5,6
4,1
6
7
PE,
N·m
lbf·ft
2,9
2,1