• Verzeker u ervan dat de motor en alle aangedreven apparatuur binnen de ingestelde
bedrijfslimieten kunnen opereren, voordat u de bedrijfslimieten van de omvormer
aanpast.
• Verzeker u ervan dat er geen gevaarlijke situaties kunnen ontstaan, voordat u
automatische foutresetfuncties van het besturingsprogramma van de omvormer
activeert. Deze functies resetten de omvormer automatisch en blijven na een fout
in bedrijf.
• Het maximum aantal keren dat de omvormer ingeschakeld mag worden is vijf in
tien minuten. Te vaak achter elkaar inschakelen kan het laadcircuit van de DC-
condensatoren beschadigen.
• Als u veiligheidscircuits op de omvormer heeft aangesloten (bijvoorbeeld noodstop
en Safe torque off),valideer deze dan bij het opstarten. Zie, voor de validatie van de
Safe torque off, ACS580 firmware manual (3AXD50000016097 [Engels]). Zie, voor
de validatie van overige veiligheidscircuits, de meegeleverde instructies.
Opmerking:
• Als u een externe bron selecteert voor de startopdracht en deze aan is, zal de
omvormer onmiddellijk na een foutreset opstarten. Zie parameters 20.02 Ext1
start trigger type en 20.07 Ext2 start trigger type in ACS580 firmware manual
(3AXD50000016097 [Engels]).
• Wanneer de bedieningslocatie niet ingesteld is op Lokaal, zal de omvormer niet
gestopt worden met de stoptoets op het bedieningspaneel.
• Frames R0...R5 kunnen niet ter plaatse worden gerepareerd. Probeer een
defecte omvormer niet zelf te repareren; neem contact op met uw plaatselijke
ABB vertegenwoordiger voor een vervangende omvormer.
Frames R6...R9 kunnen gerepareerd worden door geautoriseerde personen.
Veiligheidsvoorschriften 13