Plaatsen van de remweerstand
Installeer de remweerstanden buiten de omvormer op een plaats waar ze kunnen
afkoelen.
Regel de koeling van de weerstand op een zodanige manier dat:
• er geen gevaar voor oververhitting ontstaat voor de weerstand of naburige
materialen
• de temperatuur van de ruimte waarin de weerstand zich bevindt niet hoger wordt
dan het toegestane maximum.
Voorzie de weerstand van koellucht/-water volgens de voorschriften van de fabrikant
van de weerstand.
WAARSCHUWING! Materialen in de buurt van de remweerstand mogen
niet brandbaar zijn. De oppervlaktetemperatuur van de weerstand is hoog.
De luchtstroom afkomstig van de remweerstand kan een temperatuur van
honderden graden Celsius hebben. Als de afvoeropeningen aangesloten zijn op
een ventilatorsysteem, zorg er dan voor dat het materiaal bestand is tegen hoge
temperaturen. Beveilig de weerstand tegen aanraking.
Beveiliging van het systeem in geval van fout in remcircuit
Beveiliging van het systeem in geval van kortsluiting in kabel en remweerstand
De ingangszekeringen beveiligen ook de weerstandskabel wanneer deze
gelijkwaardig is aan de ingangskabel.
Beveiliging van het systeem tegen thermische overbelasting
Het verdient ten zeerste aanbeveling de omvormer om veiligheidsredenen te
voorzien van een hoofdmagneetschakelaar. Sluit de magneetschakelaar zodanig aan
dat deze wordt aangesproken (in de open stand gaat staan) als de remweerstand
oververhit raakt. Dit is een essentiële veiligheidsmaatregel omdat de omvormer
anders niet in staat is om de hoofdvoeding te onderbreken als de remchopper bij een
storing blijft geleiden. Hieronder is een voorbeeld van een bedradingsschema te zien.
We bevelen aan om weerstanden te gebruiken die voorzien zijn van een thermische
schakelaar (1) binnen in het weerstandsstelsel. De schakelaar geeft overtemperatuur
en overbelasting aan.
Weerstandsremmen 189