16 Veiligheidsvoorschriften
Aarding
Deze instructies gelden voor alle personen die verantwoordelijk zijn voor de
elektrische installatie, inclusief de aarding van de omvormer.
WAARSCHUWING! Volg deze instructies. Indien u ze negeert, kan dit leiden
tot ernstig of dodelijk letsel of slecht functioneren van de apparatuur, en de
elektromagnetische interferentie kan toenemen.
• Als u geen gekwalificeerd elektricien bent, mag u geen aardingswerkzaamheden
verrichten.
• Aard de omvormer, de motor en bijbehorende apparatuur altijd aan de
veiligheidsaarde (PE) -bus van de voeding. Dit is noodzakelijk voor de veiligheid
van het personeel. Een goede aarding vermindert ook de elektromagnetische
emissie en interferentie.
• Bij installaties van meerdere omvormers sluit u elke omvormer afzonderlijk aan op
de veiligheidsaarde (PE) -bus van de voeding.
• Zorg er voor dat de conductiviteit van de veiligheidsaarde (PE) -geleiders
voldoende is. Zie de sectie
aan de plaatselijke regelgeving.
• Verbind de vermogenskabelafschermingen met de veiligheidsaarde (PE) -
klemmen van de omvormer.
• Aard de vermogens- en besturingskabelafschermingen over 360° bij de
kabelingangen om elektromagnetische verstoringen te onderdrukken.
Opmerking:
• U kunt vermogenskabelafschermingen alleen gebruiken als aardgeleiders
wanneer de conductiviteit ervan voldoende is.
• De norm IEC/EN 61800-5-1 (sectie 4.3.5.5.2.) vereist dat, als de normale
aanraakstroom van de omvormer hoger is dan 3,5 mA AC of 10 mA DC, er een
vaste veiligheidsaarde (PE) -aansluiting gebruikt moet worden. Bovendien,
•
installeer een tweede veiligheidsaarde-geleider van dezelfde doorsnede als
de originele veiligheidsaarde-geleider.
of
•
installeer een veiligheidsaarde-geleider met een doorsnede van ten minste
2
10 mm
Cu of 16 mm
of
•
installeer een voorziening die automatisch de voeding loskoppelt als de
veiligheidsaarde-geleider breekt.
Kiezen van de vermogenskabels
2
Al,
op pagina 56. Voldoe