Mechanische installatie
4
Reductor opstellen
4.3.3
Opstelling in vochtige ruimten of buiten
4.3.4
Ontluchting van de reductor
26
Voor het gebruik in vochtige ruimten of buiten worden aandrijvingen in een corrosie-
werende uitvoering met een overeenkomstige laklaag voor oppervlaktebescherming
geleverd. Werk eventuele lakbeschadiging bij (bijv. bij ontluchtingsventiel of hijsogen).
Bij de aanbouw van motoren aan adapter AM, AQ en de aanloop- en slipkoppelingen AR
en AT moeten de flensvlakken met een geschikt afdichtingsmiddel, bijv. Loctite
worden afgedicht.
Direct zonlicht is bij opstelling in de buitenlucht niet toegestaan. Breng desbetreffende
beschermingsconstructies zoals afdekkingen en overkappingen aan! Hierbij dient
warmteconcentratie voorkomen te worden. De exploitant dient ervoor te zorgen dat de
werking van de reductor niet door vreemde voorwerpen beperkt wordt (bijv. door val-
lende voorwerpen of gemorste vloeistof).
De volgende reductoren hebben geen ontluchting nodig:
•
R07 in de bouwvormen M1, M2, M3, M5 en M6
•
R17, R27 en F27 in de bouwvormen M1, M3, M5 en M6
®
•
SPIROPLAN
W10-, W20-, W30-reductoren
®
•
SPIROPLAN
W37-, W47-reductoren in de bouwvormen M1, M2, M3, M5 en M6
•
K19-, K29-reductoren in de bouwvormen M1, M2, M3, M5 en M6
SEW-EURODRIVE levert alle andere reductoren met een ontluchtingsventiel dat
gemonteerd en geactiveerd is in overeenstemming met de bouwvorm.
Uitzonderingen:
1. SEW levert de volgende reductoren met afsluitschroef in de betreffende ontluch-
tingsboring:
– Reductoren met zwenkende uitvoering, indien mogelijk
– Reductoren voor montage in schuine stand
Het ontluchtingsventiel zit in de aansluitklemmenkast van de motor. Vóór de
inbedrijfstelling moet u de hoogste afsluitschroef vervangen door het meegeleverde
ontluchtingsventiel.
2. SEW levert bij aanbouwreductoren, die aan de ingaande zijde ontlucht moeten
worden, een ontluchtingsventiel mee in een plastic zakje.
3. SEW levert reductoren in gesloten uitvoering zonder ontluchtingsventiel.
4. In enkele landen is het ontluchtingsventiel weliswaar geïnstalleerd, maar vanwege
eventuele drukschommelingen tijdens het transport nog niet geactiveerd. In deze
gevallen moet het ontluchtingsventiel worden geactiveerd door de transport-
beveiliging te verwijderen zoals beschreven in het hoofdstuk "Activeren van het ont-
luchtingsventiel" hierna.
Reductoren typeseries R..7, F..7, K..7, K..9, S..7, SPIROPLAN
Montage- en technische handleiding –
®
574,
®
W