Inspectie/onderhoud
6
Inspectie-/onderhoudswerkzaamheden aan de reductor
Olie controleren
via de oliepeil-
schroef
Olie verversen met
de oliepeilschroef
100
Ga als volgt te werk om de olie van de reductor te controleren:
1. Let op de aanwijzingen in het hoofdstuk "Voorbereiding van inspectie-/onderhouds-
werkzaamheden aan de reductor" (→ pag. 85).
2. Tap wat olie af bij de oliepeilschroef.
3. Controleer de oliekwaliteit.
– Viscositeit
– Als de olie visueel sterke verontreiniging vertoont, wordt geadviseerd de olie
buiten de onder in "Inspectie- en onderhoudsintervallen" (→ pag. 86) vermelde
onderhoudsintervallen te verversen.
4. Controleer het oliepeil. Zie het vorige hoofdstuk.
WAARSCHUWING!
Verbrandingsgevaar door hete reductor en hete reductorolie.
Zwaar letsel.
•
Laat de reductor voor de werkzaamheden afkoelen!
•
De reductor moet echter nog warm zijn, omdat de dikvloeibaarheid van te koude
olie het correcte aftappen bemoeilijkt.
1. Let op de aanwijzingen in het hoofdstuk "Voorbereiding van inspectie-/onderhouds-
werkzaamheden aan de reductor" (→ pag. 85).
2. Stel de reductor in uitvoering M5 of M6 op. Zie hoofdstuk "Bouwvormen" (→ pag. 104).
3. Plaats een vat onder de oliepeilschroef.
4. Verwijder de oliepeilschroeven aan de A- en B-zijde van de reductor.
5. Tap de olie volledig af.
6. Draai de onderste oliepeilschroef er weer in.
7. Vul nieuwe olie van dezelfde soort bij via de bovenste oliepeilschroef (anders klan-
tenservice raadplegen). Het is niet toegestaan verschillende synthetische smeermid-
delen te mengen.
– Vul de oliehoeveelheid bij conform de specificaties op het typeplaatje of conform
de uitvoering. Zie hoofdstuk "Vulhoeveelheden smeermiddelen" (→ pag. 136).
– Controleer het oliepeil volgens het hoofdstuk "Oliepeil controleren via oliepeil-
schroef".
8. Draai de bovenste oliepeilschroef er weer in.
Reductoren typeseries R..7, F..7, K..7, K..9, S..7, SPIROPLAN
Montage- en technische handleiding –
®
W