Advertenties
5
Elektrische installatie
Aansluiting van de positie- en snelheidssensoren
5.8
Aansluiting van de positie- en snelheidssensoren
5.8.1
Voordat u begint
5.8.2
Algemene installatievoorschriften voor encoders
Technische handleiding (vertaling van originele Duitse handleiding) – Veiligheidsmodule MOVISAFE
64
UCS..B compact
LET OP
De encoder-aansluitingen mogen tijdens de werking niet worden aangebracht of ver-
wijderd.
Elektrische onderdelen van de encoder kunnen worden beschadigd.
Maak de aangesloten encoders en de MOVISAFE
de encoder-connectoren aangebracht of verwijderd wordt.
In de veiligheidsmodules MOVISAFE
der-configuratie, een serie diagnosemaatregelen voor het herkennen van storingen in
het encoder-systeem geïmplementeerd. Deze worden automatisch ingeschakeld door
in de software-interface MOVISAFE
der-combinatie te selecteren. Voor de veiligheidstechnische evaluatie van het gehele
systeem kunnen de DC-waarden voor het encoder-sensorsysteem in het hoofdstuk
"Diagnosewaarden" worden gebruikt.
AANWIJZING
•
Houd rekening met de opgaven in de hoofdstukken "Algemene installatievoor-
schriften voor encoders" en "Voeding van encoder-systemen".
•
Voor het inschakelen van de positieverwerking is minimaal een absolute SSI-en-
coder noodzakelijk.
•
Alle bewakingsfuncties maken voor de invoervelden gebruik van een intern getals-
formaat. Dit kan er toe leiden dat de ingevoerde waarden automatisch worden
omgezet naar het interne getalsformaat.
•
Neem de aanwijzingen in het hoofdstuk "Maatregelen voor de elektrische compati-
biliteit (EMC)" in acht.
•
Maximale kabellengte van de encoder-kabels:
100 m (328 ft) bij een kabelcapaciteit van ≤120 nF/km
•
Aderdoorsnede: 0,2 – 0,5 mm (AWG25 – AWG21)
•
Gebruik afgeschermde kabels met paarsgewijs getwiste aders en aard de afscher-
ming aan beide zijden met een groot contactoppervlak:
– bij de encoder in de kabelwartel of in de stekker van de encoder
– op de metalen klem/trekontlasting aan de onderkant van de regelaar of op de
potentiaalvereffening (PE)
•
Wanneer gebruik wordt gemaakt van losse encoders moet minimaal in één foutuit-
sluiting voor de mechanische aanbouw worden voorzien.
•
Wanneer twee encoders worden gebruikt moeten de encoders ten opzichte van el-
kaar terugkoppelingsvrij werken. Dit geldt zowel voor het elektrische als het me-
chanische deel.
®
UCS..B spanningsloos,
®
UCS..B zijn, afhankelijk van de gekozen enco-
®
Config UCS CM het encoder-type en de enco-
voordat
®
Advertenties
