5
Elektrische installatie
Schakeling van de uitgangen
Technische handleiding (vertaling van originele Duitse handleiding) – Veiligheidsmodule MOVISAFE
56
UCS..B compact
Voor de 10 veilige binaire uitgangen van de uitbreidingsmodule kan de interne diagno-
sefunctie in- of uitgeschakeld worden door middel van de software MOVISAFE
fig UCS CM. In het dialoogvenster van de interface "UCS23B configuratie van meer-
dere apparaten" betekent:
•
dynamisch
De interne diagnosefunctie op de uitgang is ingeschakeld. Het gebruik van de uit-
gang op Touch-Probe-ingangen kan een ongewilde schakeling veroorzaken en is
derhalve niet toegestaan. Daaronder vallen bijv. de binaire ingangen van de fre-
quentieregelaar.
•
statisch
De interne diagnosefunctie op de uitgang is uitgeschakeld. De uitgang kan op
Touch-Probe-ingangen worden gebruikt.
AANWIJZING
•
Dwars- en kortsluitingen in de externe bekabeling aan de binaire uitgangen wor-
den niet herkend. Daarom moeten voor de veilige uitgangen de fouten dwarsslui-
ting en kortsluiting overeenkomstig EN ISO 13849-2 tabel D.4 worden uitgesloten.
•
Voor een veiligheidstechnische beoordeling van schakelversterker in het uitscha-
kelrelais, bijv. relais of magneetschakelaar, moet rekening worden gehouden met
de fabrieksopgaven (MTTF
•
Bij het veiligheidstechnisch gebruik van schakelversterkers, bijv. relais of mag-
neetschakelaar, moet de werking daarvoor door middel van geschikte feedback-
contacten worden bewaakt.
•
Storingsuitsluitingen overeenkomstig de norm zijn toegestaan. De daarbij gelden-
de randvoorwaarden moeten permanent worden gegarandeerd.
•
Als er een fout wordt herkend, schakelt de optie MOVISAFE
de alarm-/storingstoestand en wordt de storing aangegeven (zie hoofdstuk "Dia-
gnose").
•
Wanneer elementen voor schakelversterking in veiligheidscircuits worden ge-
bruikt, moet de werking daarvan door middel van geschikte feedback-contacten
enz. worden bewaakt. Geschikte feedback-contacten zijn contacten die via een
dwanggeleide schakeling verbonden zijn met de contacten in het uitschakelcircuit.
•
De schakelbaarheid van de externe schakelversterker moet met regelmatige tus-
senpozen worden gecontroleerd. De periode tussen 2 testen moet afhankelijk van
de eisen van de applicatie vastgelegd en door middel van geschikte maatregelen
veilig gesteld worden. Geschikte maatregelen kunnen organisatorisch (uit- en in-
schakelen aan het begin van de ploeg enz. of technisch (automatisch, cyclisch
schakelen) van aard zijn.
•
De DC-waarden alsmede de bijbehorende randvoorwaarden moeten worden aan-
gehouden (zie hoofdstuk "Diagnosewaarden").
•
Applicaties waarbij de veiligheidsuitschakeling vaak wordt aangesproken moeten
met kortere tussenpozen, bijv. eenmaal per dag aan het begin van de ploeg wor-
den getest. Er moet echter minimaal eenmaal per periodiek worden getest.
•
De diagnosefunctie van de uitgangen wordt bij groeps- en individuele aansturing
uitgevoerd. De standaarduitgangen worden niet getest.
•
De uitgangen High-Side (DO 0.02_P, DO 0.03_P) en Low-Side (DO 0.02_M,
DO 0.03_M) mogen niet afzonderlijk voor veiligheidstaken worden gebruikt. Het
gebruik voor veiligheidstaken is uitsluitend in de combinatie High-Side/Low-Side
toegestaan.
-waarde, FIT-waarde, B10
d
®
Con-
-waarde enz.).
d
®
UCS..B over naar
®