Parameterbeschrijving
Ramp down Time) in het bereik 0 -
3-03 Maximum Reference.
[20] Uitgang
De motorfrequentie (Hz) wordt vastgehouden
vasth.
en is nu het inschakelpunt/de voorwaarde
voor het gebruik van Snelh. omh. en Snelh.
omlaag. Als Snelh. omh./Snelh. omlaag wordt
gebruikt, volgt de snelheidsverandering altijd
ramp 2 (3-51 Ramp 2 Ramp up Time en
3-52 Ramp 2 Ramp down Time) in het bereik 0
- 1-23 Motor Frequency.
NB
Als Uitgang vasth. actief is, kan de
frequentieomvormer niet worden gestopt
via een laag 'start [8]'-signaal. Stop de
frequentieomvormer via een klem die is
ingesteld op Vrijloop geïnv. [2] of Vrijloop
& reset inv.
[21] Snelh. omh. Selecteer Snelh. omh. en Snelh. omlaag als
digitale besturing voor het verhogen/verlagen
van de snelheid is gewenst (motorpotenti-
ometer). Selecteer Ref. vasthouden of Uitgang
vasth. om deze functie te activeren. Als Snelh.
omh./omlaag korter dan 400 ms wordt
geactiveerd, wordt de totale referentie
verhoogd/verlaagd met 0,1%. Als Snelh. omh./
omlaag langer dan 400 ms wordt geactiveerd,
zal de totale referentie de instelling in aan/
uitloopparameter 3-x1/3-x2 volgen.
Snelheid ongewijzigd
Verlaagd met %-waarde
Verhoogd met %-waarde
Verlaagd met %-waarde
[22] Snelh.
Vergelijkbaar met Snelh. omh. [21].
omlaag
[23] Setupse-
Selecteer Setupselectie bit 0 of Selectiesetup bit
lectie bit 0
1 om een van de vier setups te selecteren.
Stel 0-10 Active Set-up in op Multi setup.
[24] Setupse-
(Standaard voor digitale ingang 32)
lectie bit 1
Vergelijkbaar met Setupselectie bit 0 [23].
[26] Precisiestop
Verzendt een geïnverteerd stopsignaal
inv
wanneer de precisiestopfunctie is geactiveerd
in 1-83 Precise Stop Function.
De functie Precisiestop inv is beschikbaar voor
klem 18 of 19.
[27] Precisiestart,
Gebruik deze wanneer Prec.stop met uitloop
stop
[0] is geselecteerd in 1-83 Precise Stop
Function.
Precisiestart, stop is beschikbaar voor klem 18
en 19.
Precisiestart zorgt ervoor dat de draaihoek
van de rotor vanuit stilstand naar referentie
voor elke start gelijk is (bij dezelfde
aanlooptijd en hetzelfde setpoint). De
FC 300 Programmeerhandleiding
Uitsch.
Versnell.
0
0
1
0
0
1
1
1
®
MG33MD10 – VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
precisiestop werkt op dezelfde wijze. Hierbij
is de draaihoek van de rotor vanaf referentie
tot stilstand voor elke stop gelijk.
Bij gebruik van 1-83 Precise Stop Function [1]
of [2]:
De frequentieomvormer heeft een precisies-
topsignaal nodig voordat de waarde van
1-84 Precise Stop Counter Value is bereikt. Als
dit niet gebeurt, zal de frequentieomvormer
niet stoppen wanneer de waarde in
1-84 Precise Stop Counter Value wordt bereikt.
Precisiestart, stop moet worden geactiveerd
via een digitale ingang en is beschikbaar via
klem 18 en 19.
[28] Versnell.
Verhoogt de procentuele (relatieve) referen-
tiewaarde die ingesteld is in 3-12 Catch up/
slow Down Value.
[29] Vertragen
Verlaagt de procentuele (relatieve) referentie-
waarde die ingesteld is in 3-12 Catch up/slow
Down Value.
[30] Telleringang
De precisiestopfunctie in 1-83 Precise Stop
Function wordt gebruikt als Tellerstop of
snelheidgecompenseerde tellerstop, met of
zonder reset. De tellerwaarde moet worden
ingesteld in 1-84 Precise Stop Counter Value.
[31] Pulsingang
Een op flanken reagerende pulsingang meet
flank
het aantal pulsflanken per tijdsinterval. Dit
biedt een hogere resolutie bij hoge
frequenties maar is minder nauwkeurig bij
lagere frequenties. Gebruik dit pulsprincipe
voor encoders met een zeer lage resolutie
(bijv. 30 ppr).
Pulse
Sample time
[32] Pulsingang
Een op tijd gebaseerde pulsingang meet de
tijd
tijdsduur tussen de flanken. Dit biedt een
hogere resolutie bij lagere frequenties maar is
minder nauwkeurig bij hogere frequenties. Bij
dit principe is er een uitschakelfrequentie,
waardoor het niet geschikt is voor encoders
met een zeer lage resolutie (bijv. 30 ppr) bij
lage snelheden.
Speed [rpm]
a
Time[sec]
a: zeer lage encoder-
resolutie
3
Speed [rpm]
b
Time[sec]
b: standaard encoder-
resolutie
75
3